Toen wij in ons vorig deel het bestaan van de Duitse politieke vluchtelingen in ons land behandelden, wezen wij er op, dat zich menigmaal in hun rijen figuren trachtten in te dringen die zich als vluchtelingen, ja als kameraden
1 Vonnis, 20 mei I942, van het Vvlksgcrichtshojinz. ]. Broers (CDr). 2 Getuige ]. C. Roelofsen, Ellq., dl. II c, p. 224. 9
Kort nadat Hitler in januari '33 aan de macht gekomen was, was een zekere dr. Franz Fischer, een Zuidduitser uit de buurt Vall Stuttgart, betrokken geraakt in een grote verduisterings-affaire. Hij was in '35 naar het buitenland uitgeweken waar hij zich alspolitiek vluchteling uitgaf Hij kreeg er heimwee. Een Duits agent kwam dat te weten en spiegelde hem voor, dat hij naar Duitsland zou kunnen terugkeren als hij eerst de SD de nodige diensten bewees. Dr. Fischer bezweek voor die verleiding en ging contacten leggen in Duitse emigrantenrnilieus, vooral in de meer rechtse, hem persoonlijk bekende kringen Vall diegenen die tijdens de republiek Vall Weimar tot de Deutsch-Nationale Partel behoord hadden. In Londen was in hun rijen een experschef van de Reichseanzlei, dr. Spiecker, een belangrijk mall. Dr. Spiecker was zeer geïnteresseerd in contacten met ontevreden hoge Duitse militairen; Fischer, bewerend met dergelijke militairen verbinding te hebben, ging die interesse voeden door dr. Spiecker en via hem de Secret Intelligence Service van tijd tot tijd te voorzien Vall Z.g. Spielinaterial: schijnbaar belangrijke gegevens die hem door de AbuJelir ter hand gesteld waren.! Van eind '37 af ontving Fischer dat materiaal door bemiddeling Vall een gemobiliseerd kapitein Vall de Luftwaffè, [ohannes Travaglio, regisseur Vall beroep, die, bij de Abwehr ingedeeld, opdracht gekregen had, persoonlijk met Fischer (wiens broer hij kende) in verbinding te treden en op zijn verdere kwalijke arbeid supervisie uit te oefenen.ê Reizend in het buitenland noemde Travaglio zich 'dr. Sohns'.
Injanuari '38 wist Fischer dr. Spiecker zo ver te krijgen dat deze in Amsterdam een eerste ontmoeting had met 'dr. Solms'i'
' Wij moeten wel aannemen dat zijn mededelingen en wellicht ook zijn documenten dr. Spiecker en, via hem weer, de Londense centrale Vall de Secret Intelligence Service hogelijk interesseerden: men doorzag de Duitse opzet niet.
Acht maanden later deed dat wèl de algemeen secretaris van EDD, P. Brijnen, die, toen Fischer en 'dr. Solms' contact met hem zochten, de heren naar twee medewerkers van zijn inlichtingengroep verwees en, gehoord hun bericht over de duidelijk als provocatie bedoelde voorstellen van de beide Duitsers, onmiddellijk concludeerde dat zij niet te vertrouwen waren.! Brijnen waarschuwde Vrinten, Vrinten gaf die waarschuwing door aan majoor Chidson, toen hoofd van het Passport Control Office, en deze, die al enige aanraking met Fischer en 'dr. Sohns' gehad had, brak het contact af. 2 Dat die waarschuwing door Chidson aan zijn opvolger, majoor Stevens, doorgegeven werd, is onwaarschijnlijk. Bovendien verdwenen, zoals wij al eerder verhaalden, mèt Chidson in die tijd alle hoofdfiguren van het Passport Control Office. Majoor Stevens begon nagenoeg met een schone lei; een schone lei kan in het inlichtingenwerk levensgevaarlijk zijn.
Nu bevond zich, naast Stevens en zijn officieren en zonder dat zij dat wisten, in Den Haag nog een andere Engelsman die in opdracht van de Secret Intelligence Service militaire spionage in Duitsland liet bedrijven: captain S. Payne Best. Hij had zich, ongeveer dertig jaar oud, in de eerste wereldoorlog in Den Haag gevestigd, aanvankelijk als vertegenwoordiger van enkele Britse firma's - in werkelijkheid was hij ook toen al een agent van SIS. Payne Best bleef na de oorlog in Den Haag wonen; hij werd er directeur van een chemisch-farmaceutische fabriek die o.m. babyzalf produceerde, trouwde met de dochter van een Nederlands generaal der mariniers en was in Haagse society-kringen een populaire figuur.
Aan het eind van de jaren '30 ging de Londense centrale hem weer opdrachten geven. Men nam daar aan, en niet ten onrechte, dat het de Duitsers bekend was, dat het Passport Control Office onderdeel was van SIS - het leek van belang, naast dat bureau een tweede instantie te scheppen van welker bestaan ook aan Engelse kant zo min mogelijk mensen moesten weten en die mede daardoor wellicht blijvend aan de aandacht van de Duitsers zou kunnen ontsnappen. Met Payne Best werd dus van Londen uit contact onderhouden door een apart geheim bureau binnen de centrale van de Secret Intelligence Service: Organization Z. Dat geheime bureau ressorteerde rechtstreeks onder de chef van de SIS: tot begin november ' 3 9 admiraal Sinclair.
Wij weten van het vooroorlogse spionagewerk van Payne Best weinig af; het enige Duitse stuk dat bewaard gebleven is, doet vermoeden dat althans één van zijn naaste Nederlandse medewerkers (P. N. van der Willik, mededirecteur van de bovenbedoelde fabriek) op dezelfde weinig-effectieve wijze
Begrijpelijk was het, dat SIS met die veelbelovende oppositie in contact wilde treden. Wie kon daar beter voor zorgen dan 'dr. Solms' die, aldus Payne Best in zijn naoorlogs relaas, zo vaak 'reliable and often valuable infor motion' doorgegeven had 1 Waar nog bij kwam, dat 'dr. Sohns' zijnerzijds in die tijd via Fischer had doen weten dat 'he had some most important news to give', als hij er maar zeker van was dat hij 'a responsible British officer' tegenover zich had. 2
Wat was hierbij de Duitse opzet 1
Aan Duitse kant ontvingen Fischer en 'dr. Solms' van de lente van '
39 af hun instructies van een van de medewerkers van de afdeling van het SD Hauptamt welke zich speciaal met contra-spionage bezig hield: dr. H. H. Knochen. Natuurlijk was deze er in geïnteresseerd, te weten met wie dr. Spiecker in Duitsland in contact stond, maar het zou van nog groter belang zijn indien men via de verbinding Fischer-Spiecker door kon dringen tot leden van de Secret Intelligence Service: allicht zou men in het contact met hen meer te weten komen over de organisatie, de werkwijze en wellicht ook de leden van Engelse spionagenetten in Duitsland. Bovendien mocht men aannemen dat als aan de Engelsen voorgespiegeld kon worden dat zij met een belangrijke oppositionele groep in Duitsland (die een fictie was) aanraking hadden, uit hun reacties iets zou blijken omtrent mogelijke contacten met andere groepen die in werkelijkheid bestonden - contacten die wellicht aan SD en Abwehr ontgaan waren. In de gehele operatie viel dus aanvankelijk aan Duitse kam het accent op de bestrijding en uitschakeling van binnenlandse tegenstanders van het regime; wellicht speelde óók bij deze of gene de
Alles hing er van af of de Engelsen zouden 'bijten'
. Welnu, dat deden zij.
Vermoedelijk op de avond van 30 augustus '39 kreeg Fischer telefonisch uit Londen opdracht van dr. Spiecker om Payne Best in Den Haag op te zoeken in het kantoor van zijn firma.ê Payne Best werd door SIS verwittigd van het doel van die samenkomst: hij zou de responsible British officer zijn die met 'dr. Sohns' (Travaglio) een eerste gesprek zou voeren; Fischer zou daarbij bemiddelen. Maar er was nog één moeilijkheid: Payne Best had geen eigen zendverbinding met Londen, majoor Stevens had die wel - dus kreeg Payne Best instructie, zijn berichtgeving met Londen via het bureau van Stevens te laten lopen, hetgeen hem, Payne Best, in hoge mate ergerde want hij vreesde (en meende spoedig te moeten constateren dat die vrees gerechtvaardigd was), dat het Stevens aan de nodige zwijgzaamheid ontbrak. Hoe dat zij - Fischer had succes gehad: er was een verbinding met de centrale van de SIS tot stand gekomen. Kon hij verder gaan! Mocht hij nu een ontmoeting tussen Payne Best en 'dr. Solms' arrangeren! Dr. Knochen verliet Berlijn en voerde, vermoedelijk omstreeks 10 september, in Duitsland vlak bij de Nederlandse grens een gesprek met Fischer die hem verslag uitbracht. Het resultaat was, dat Fischer verlef kreeg, 'die aufgen.ommene Ver bindung (zu) vertiejen', 3 Zo gezegd, zo gedaan.
Het eerste gesprek tussen Payne Best en 'dr. Sohns' vond, zonder dat enige Nederlandse instantie er van af wist, tussen IS en 20 september plaats in een hotel te Venlo." 'Dr. Sohns' speelde zijn rol goed: hij kon er maar niet overheen komen dat hij misschien zijn vaderland verried; een toezegging kon hij niet doen: eerst moest hij aan de 'leider van de oppositie'
rapport uitbrengen. Er werd een tweede bijeenkomst afgesproken die, weer in Venlo, eind september gehouden werd. Nu had 'dr. Solms' aan Payne Best meer mee te delen want, aldus diens relaas:
'He answered one or two questions 011 teeunical airforce matters which I put to him
1 Proces-verbaal, 4 febr. 1949, van verhoor van H. H. Knochen op I, 2 en 3 febr. 1949, Enq., dl. II b, p. 8r. 2 A.v., dl. II a, p. 37. 3 Proces-verbaal, 4 febr. 1949, van verhoor van H. H. Knochen op I, 2 en 3 febr. 1949, a.v., dl. II b, p. 81. Proces-verbaal, 28 sept. 1948, van het verhoor, 27 sept. 1948, van F. Fischer,a.v., p. 67.
Dat was dus het most important Hews dat in het uitzicht gesteld was! Details kon 'dr. Solms' helaas niet verstrekken maar 'the ringleaders' zouden met Payne Best rechtstreekse verbinding opnemen. Afgesproken werd, via welke kanalen zij dat zouden doen. Een aantal dagen later vernam Payne Best inderdaad dat een Duits 'generaal'
hem wenste te ontmoetenmaar die 'generaal'
had eerst behoefte aan zekerheid dat Payne Best was waarvoor hij zich uitgaf: een Engels agent; kon Payne Best er voor zorgen dat een bepaald bericht, dat de 'generaal'
hem deed toekomen, door de BBC uitgezonden werd? Dat kon hij: op II oktober werd het omgeroepen. In diezelfde dagen deed 'dr. Solms' weten dat de Gestapo hem observeerde en dat hij dus een tijd lang niet van zich zou laten horen: regisseur en Abwehr-officier [ohannes Travaglio kon afscheid nemen van de rol die hij met bekwaamheid gespeeld had.
Payne Best had de overtuiging dat hij bezig was wereldpolitiek te maken: welk een zegen, welk een uitredding zou het zijn indien de tweede wereldoorlog, nauwelijks begonnen, zo spoedig eindigen zou - eindigen met de politieke uitschakeling van Hitler, hetgeen (daar zal Best wel niet aan getwijfeld hebben) de val van het Naziregime zou betekenen of althans inluiden! Maar hoe moest hij de nadere, belangrijke besprekingen regelen die hij metde 'ringleaders' zou voeren 1 Hij had op Stevens veel tegen, maar meende de verantwoordelijkheid voor de verdere gang van zaken niet alléén te kunnen dragen. Dus betrok hij Stevens bij zijn opdracht. Dat had ook een practische reden: het werd tijd, Nederlandse autoriteiten in te schakelen; de Duitse 'rinsleaders' zouden misschien vele malen zonder moeilijkheden de Nederlandse grens moeten passeren - dat kon bezwaarlijk zonder Nederlandse medewerking. Stevens was aan generaal van Oorschot bekend als officier van de Secret Intelligence Service, maar Payne Best niet" en deze wilde het masker van industrieelliever niet laten vallen. Dus werd het Stevens die de chef van GS III opzocht, bij voorbaat zeker van diens welwillende medewerking.
Generaal van Oorschot kreeg in brede lijnen te horen wat er aan de hand was: kon hij een officier afstaan om de nodige hulp te verlenen? Die hulp werd meteen toegezegd, 'maar'
, aldus de generaal jegens de Enquêtecommissie, 'onder één conditie: er moet een vertegenwoordiger van mij bij zijn
Die conditie werd aanvaard. Wie zou die officier-vertegenwoordiger worden? Generaal van Oorschot liet zijn keus vallen op majoor van de Plassche: wel een bewijs dat hij het een hoogst belangrijke aangelegenheid vond. Maar van de Plassche had er geen tijd voor. Kapitein Olifiers dan I Hem wilde van de Plassche niet afstaan. Dus werd het een lager officier, luitenant Dirk Klop."
Klop had vijfjaar in Canada gewoond: hij sprak vlot Engels." Mondeling instrueerde generaal van Oorschot hem, 'dat hij zich nergens mee moest bemoeien, alleen maar luisteren'4 en, natuurlijk, rapport uitbrengen.f Generaal Reynders, de opperbevelhebber van land- en zeemacht, werd enige tijd later nogal vagelijk omtrent de aan Klop gegeven opdracht ingelicht; het wezenlijke vernam hij niet: 'dat het eigenlijk een bepaalde Duitse oppositie was waarmee men in contact zou zijn'
, werd hem namelijk niet meegedeeld." Reynders had geen bezwaar tegen de inschakeling van luitenant Klop. De minister van defensie, Dijxhoorn, werd geheel buiten de zaak gehouden," zo ook de minister van buitenlandse zaken, van Kleffens." wel drongen er, toen de ene bespreking op de andere volgde, geruchten tot sommige departementen door: de secretaris-generaal van justitie, mr. J. R. M. van Angeren, ging zijn minister, prof. Gerbrandy, waarschuwen dat er iets gaande was dat hij niet vertrouwde," en ook een van de hoofdambtenaren van buitenlandse zaken, dr. J. H. van Royen, had vernomen dat er besprekingen gaande waren.l? maar niemand wist er het fijne van. Het was generaal van Oorschots gewoonte niet, anderen precies te vertellen wat hij deed, of, in dit geval: liet geschieden.
Payne Best had het druk gekregen.
Nadat hij op II oktober via het BBC-bericht het bewijs geleverd had dat hij een officieel Engels agent was, duurde het enkele dagen voor hij via de kanalen welke hij in de tweede ontmoeting met 'dr. Solms' afgesproken had,J.P.251. 7 Ministerraad, riotulen, 23 aug. 1940. 8 Getuige E. N. van Kleffens, Enq., dl. II c, p. 289. 9 P. S. Gerbrandy, 4juli 1955. 10 J.'men'
zijn? Gezien het feit dat de zaak voor de Duitsers steeds interessanter werd, had Heydrich die als hoofd van het Reichssicherheitshouptamt de affaire in al haar stadia had kunnen volgen, besloten de verdere behandeling van een zo veel belovend Spiel niet meer aan 'dr. Solms' over te laten (een Abwehr-officier, en Heydrich had met de Abwehr niet veel op) maar toe te vertrouwen aan enkele geschoolde medewerkers van het Hauptamt van de Sicherheitsdienst. Als eersten werden hiervoor twee SS-Sturl'llbannführer aangewezen: Christensen en von Salisch. De eerste zou zich 'Leutnant Grosch' noemen, de tweede 'Hauptmann von Seidlitz' (of 'von Seydewitz'
). Dr. Knochen bracht de z.g, luitenant en de Z.g. kapitein op 21 oktober naar de Nederlandse grens bij Dinxperlo in de Achterhoek : daar ontving hen Fischer die door luitenant Klop begeleid en bijgestaan werd.! Klop deed zich voor als Engelsman: hij had zich de naam 'Copper'
aangemeten. Best en Stevens hadden 'Grosch'
en 'von Seidlitz'
mee willen nemen naar Amsterdam, maar dat was de twee Duitsers te ver: zij moesten, zeiden zij, vóór acht uur 's avonds weer in Duitsland terug zijn. Dus besloot Best, de eerste bespreking ten huize van een vriend in Arnhem te houden. Daar werd het gehele gezelschap bijna gearresteerd doordat het tijdens de lunch in een café tussen Dinxperlo en Arnhem de achterdocht van een kelner opgewekt had die de politie was gaan waarschuwen. Luitenant Klop wist opheldering te geven: de bespreking kon doorgaan. Ze leverde weinig op. Best en Stevens hadden gehoopt, 'de generaal'
te ontmoeten, in wie zij de leider van de Duitse oppositie zagen in plaats van hem waren twee officieren van lager tang verschenen die wel wisten te bevestigen dat er een 'samenzwering tegen Hitler'
bestond en zich ook inlieten op, aldus Best, 'a little general conversation on possible Allied peace terms', maar die toch kennelijk niet vall zodanig gewicht waren dat men met hen veel verder zou komen. Klop bracht hen naar de grens terug."
Natuurlijk waren Heydrich en dr. Knochen met opzet niet te hard van stapel gelopen. Zij mochten over het verloop van de eerste bespreking tevreden zijn: de Engelsen koesterden geen achterdocht, hadden althans geen achterdocht getoond. Berlijn zette dus het contact voort en Best en Stevens gingen er op in. Misschien had het gesprek in Arnhem de twee Engelsen wel teleurgesteld maar moesten zij daarom de hoop opgeven dat zij in een vol
Schellenberg was pas negen-en-twintig jaar oud: hij kon dus moeilijk de 'generaal'
verbeelden die Best en Stevens wensten te ontmoeten; hoe dan ook was het onwenselijk, die 'generaal'
te produceren want dan zou het Spiel veel te vlug aflopen. Dus kwam Schellenberg op het denkbeeld, behalve 'Leutnant Grosch' (Christensen) een veel oudere vriend, de Oostenrijker prof. de Crinis, directeur van de psychiatrische afdeling van het Berlijnse Charité ziekenhuis, uit te nodigen, mee naar Nederland te gaan om met zijn lange, voorname gestalte 'de rechterhand van de leider der oppositie'
te verbeelden, 'Schemmel'
zou diens 'adjudant'
kunnen zijn. De Crinis ging onmiddellijk op het aanbod in: als 'kolonel Martini'
zou hij 'kapitein Schemmel'
en 'luitenant Grosch'
vergezellen. 2
Op 30 oktober vond dan, nu in Den Haag, het nieuwe gesprek plaats tussen Best en Stevens en de Duitse 'samenzweerders'
." Weer waren er eerst moeilijkheden: het Duitse drietal werd zelfs gearresteerd, vermoedelijk in Arnhem; Klop ('Copper'
) wist hen spoedig te bevrijden.
Wat had 'Schemmel'
, de 'adjudant van de leider der oppositie'
, mee te delen? Volgens Best heel wat:
'He started by giving us a clear and convincing résumé d conditions in Germany and the degree in which the arllly had suffered in the Polish campaign. Losses in men and material had been high and the present lIIilitary and economic conditions made it impe
SD-Hauptamt
Maar, aldus 'Schemmel'
, de 'samenzweerders'
wilden eerst weten, tot welke vredesvoorwaarden Frankrijk en Engeland bereid waren.
Een lange discussie ontwikkelde zich, er werd een protocolopgesteld en majoor Stevens ging onmiddellijk de SIS-centrale in Londen opbellen. Een half uur later kreeg hij ten antwoord dat de minister van buitenlandse zaken, Lord Halifax, spoedig van zich zou laten horen.
Drie-en-een-half uur had het gesprek geduurd: het was tijd om uit te blazen. Payne Best zorgde te zijnen huize voor een voortreffelijk diner en hield, aldus Schellenberg, die nog in zijn mémoires dankbaar terugdacht aan de qualiteit van de oesters en van de wijn, 'eine nette kleine Tischrede die mein Freund de Crinis mit echten: WieHer Cliarnie beantwortete.'2 Fischer en luitenant Klop zaten mee aan tafel aan. De drie 'samenzweerders'
gingen slapen in de Voorburgse villa van Payne Bests compagnon, van der Willik; Bests vaste chauffeur, de Hagenaar J. F. Lemmens, reed hen er heen."
De volgende ochtend, 3 r oktober, werd het gesprek voortgezet. Lord Halifax had nog niet van zich laten horen : zodra hij dat gedaan had, moesten de 'samenzweerders'
natuurlijk onverwijld bericht ontvangen. Zij kregen dus een Engels radiozend- en ontvangtoestel mee plus een code. Dat alles konden zij ook gebruiken voor het doorgeven van militaire inlichtingen. Het Engelse toestel was, naar spoedig bleek, te zwak en deugde dus niet: via een eigen toestel" gaf de SD daarop van DUsseldorf uit het nodige Spielmaterial aan Payne Best en Stevens door", hetwelk dezen, menend belangrijke informatie ontvangen te hebben, graag ontcijferden en aan Londen deden toekomen.
Inde eerste dagen van november (de datum staat niet vast) liet Lord Halifax van zich horen. Zijn antwoord (dat wij niet kennen), was, aldus Payne Best, 'carejülly worded and rather non-conunitial', maar het leek de Britse minister van buitenlandse zaken in elk geval de moeite waard, op de gelegde contacten verder in te gaan. Payne Best en Stevens mochten hun Duitse
The
Menioiren, J.
Wat wist generaal van Oorschot nu van dit alles af? Voor de Enquêtecommissie heeft de generaal verklaard dat luitenant Klop hem na het gesprek te Arnhem (het gesprek van zaterdag 21 oktober) verslag uitbracht, naar wij aannemen: op maandag 23 oktober; dathij, generaal van Oorschot, toen begreep 'dat het Spielerei was', gezegd zou hebben: 'Ik geloof dat ze je voor de gek houden'
en Klop alleen maar had toegestaan, nog één bijeenkomst bij te wonen, 'en het volgende dat ik van hem heb vernomen, was dat hij bij Venlo gewond of gedood is'2 - dat was op 9 november. Voerde generaal van Oorschot dat te zijner verdediging aan 1 Wij zijn veeleer geneigd, het een pijnlijk en bezwarend feit te achten dat hij volgens zijn eigen getuigenis twee-en-een-halve week lang (van 23 oktober tot 9 november) met geen woord informeerde naar het doen en laten van een zijner officieren die bij een zaak betrokken was die de chef van GS III volgens eigen zeggen als hachelijk was gaan beschouwen en die in werkelijkheid hachelijker was dan hij vermoedde (als hij het vermoeddeê) heel wat hachelijker.
Want wat was het geval? Bij hun vernuftig Spiel lag" zoals wij uiteenzetten, de interesse van de Duitsers aanvankelijk geheel op de sector van de contra-spionage. In dat opzicht hadden zij al reden tot tevredenheid daar het, aldus later Schellenberg, 'tatsáchlich' immer in den einze/net! Besprechungen gelang, immer u/ieder Namen VOIl IIlÖg!iChCll Agenten in Deutschland und vor allent die Arbeitsmethode... ill Erfahrttng zu bringen:' Daar was een tweede motief bijgekomen: het verlangen om via dit kanaal de Engelse minister van buitenlandse zaken, Lord Halifax, in de kaart te kijken. Maar ook een derde. Vier besprekingen waren in Nederland gevoerd en bij de twee laatste (Arnhem en Den Haag) had luitenant 'Copper'
door zijn contact met Neder!"""'I 1 Payne Best: The VeIIIo incident, p. 13. 2 Getuige J. W. van Oorschot, Enq., dl. II c, p. 448. 3 In een brief van 22 augustus 1948 aan Payne Best schreef van Oorschot: 'I liever expected orforesaw the trouble IVe got into' (CollectieWalter Leschander, Hoover Institution 011 War, Revolution and Peace). • Amerikaans Militair Tribunaal Neurenberg, verhoor van W. Schellenberg op II mei 1948, Enq., dl. II b, p. 97.'samenzweerders'
niet in hechtenis genomen of gehouden werden. In Den Haag was met alle duidelijkheid gesproken over de uitschakeling van Hitler en het ten val brengen van het Naziregime. Kon men dat alles niet construeren als bewijs dat het officiële Nederland gedoogde dat op zijn territoir en met zijn medeweten, zo niet met zijn medewerking, activiteiten plaats vonden die zich rechtstreeks richtten tegen het Derde Rijk en die dus te gelegener tijd gesignaleerd konden worden als een flagrante inbreuk op de verplichtingen der neutraliteit r
Bij wie dat derde motief het eerst een rol ging spelen, weten wij niet; evenmin, op welke datum Hitler persoonlijk omtrent de voortgang van het Spiel ingelicht werd. Het ligt voor de hand, te veronderstellen dat hij, zodra hij er van vernam, besefte, welk tegen Nederland gericht, politiek gebruik hij van het Spiel kon maken en dat dat Spiel hem ook hoogst welkom was. Want, zoals wij eerder weergaven: in september had hij al besloten, 'sobald als ntöglich' ook Nederland aan te vallen; op I9 oktober was zijn eerste plan voor Fall Gelb uitgewerkt, op de zçste het tweede: Limburg bezuiden Venlo zou Duits opmarsgebied worden. Indien in de eerste dagen van november ook hem gerapporteerd werd dat die twee niets-vermoedende officieren van de Secret Intelligence Service bereid waren, nota bene in Venlo een nieuw gesprek te voeren, kan hij dat moeilijk anders beschouwd hebben dan als een gunstige bestiering van het lot. En wij zijn geneigd, het niet als toeval te beschouwen dat op of omstreeks diezelfde zondag 5 november waarop Hitler na zijn woedeuitbarsting tegen generaal von Brauchitsch bepaalde, dat het offensief voor Fall Gelb op I2 november ingezet zou worden, dr. Knochen vernam dat Heydrich (naar Knochen aannam: op bevel van hogerhand) opdracht gegeven had, zo enigszins mogelijk de twee Engelse officieren te ontvoeren": had men Best en Stevens eenmaal in handen, dan zou men hun de nodige bekentenissen kunnen afpersen of in de mond leggen. Natuurlijk, een ontvoering uit Venlo was uitgesloten, maar misschien zouden zij onvoorzichtig genoeg zijn om zich tot besprekingen aan of vlakbij de grens te laten verleiden.
Dat waren zij.
Klop ('Copper'
) ging op dinsdag 7 november 'Schemmel'
en 'Grosch'
aan de grens ophalen. Zij deelden hem daar mee dat ze het riskant vonden om naar Venlr, te gaan: kon de bespreking niet aan de grens plaats vinden? Er lag daar, honderd meter oostwaarts van de Nederlandse douanepost en
1 Proces-verbaal, 4 febr. 1949, van verhoor van H. H. Knochen op I, 2 en 3 febr. 1949, a.v., dl. II b, p. 82.'Backus'
: daar kon men toch ook een rustig gesprek voeren! Klop zag geen gevaren en op zijn aanraden reden Best en Stevens naar café 'Backus'
."
Diezelfde dag, misschien al op de öde, was SS-Sturmbannführer Naujocks de situatie ter plaatse gaan opnemen. Naujocks had zijn sporen verdiend: hij was het geweest die ruim twee maanden tevoren, in de nacht van 3 I augustus op I september, de gefingeerde aanslag gepleegd had op de Duitse zender bij Gleiwitz welke wij in ons vorig deel beschreven - nu had hij opdracht gekregen, de overval op Best en Stevens voor te bereiden en uit te voeren. Samen met Naujocks waren er elf SS'ers voor aangewezen. De Gestapo-chef in DUsseldorf, dr. Hasselbacher, werd op 7 november ingelicht, dr. Knochen kwam uit Berlijn naar Düsseldorf: hij ging op de 8ste met Naujocks en Hasselbacher naar de grens. Daar werd, naar wij aannemen, besproken hoe de overval precies uitgevoerd kon worden.ê
Schellenberg ('Schenmlel'
) had op de 7de zijn opzet kunnen verwezenlijken: 'Copper'
had Best en Stevens overgehaald, naar café 'Backus'
te komen. Nu kwam het er op aan, de Engelsen zo belangrijke ontwikkelingen in het vooruitzicht te stellen dat zij bereid zouden zijn, opnieuw naar café 'Backus'
te komen. Ook dat lukte. De 'leider van de Duitse oppositie'
, de 'generaal'
, had, zei 'Schemmel'
, die dinsdag niet kunnen komen, maar hij wilde de twee Engelsen de volgende dag in hoogsteigen persoon belangrijke documenten overhandigen, bovendien overwoog hij, naar Londen te vliegen voor persoonlijke besprekingen met Lord Halifax; Best en Stevens vonden dat verheugend: van de volgende dag af zou, zeiden zij, op Schiphol een vliegtuig klaar staan om de 'generaal'
onmiddellijk naar Engeland te brengen",
Helaas, toen men elkaar op woensdag 8 november voor de tweede maal in café 'Backus'
ontmoette, was de 'generaal'
wéér verhinderd. Uiteraard had 'Schemmel'
er een even sluitende als aanlokkelijke verklaring voor: koningin Wilhelmina en koning Leopold van België hadden op de 7de een vredesoproep gepubliceerd, Hitler had, zei hij, die 8ste zijn generaals bijeengeroepen, onder hen de 'leider van de oppositie'
, maar de volgende dag zou deze zich dan eindelijk persoonlijk komen presenteren: donderdag 9 novem
'Schemmel'
, de staatsgreep tegen Hitler plaats vinden."
Afgesproken werd, dat men elkaar donderdag de ode opnieuw zou ontmoeten, uiteraard in café 'Backus'
, niet al te vroeg: de 'generaal'
moest helemaal uit München komen. Vier uur's middags was een goede tijd.