Vaak waren in de geschiedenis oorlogen met blokkades gepaard gegaan. Engeland had er daarbij enkele eeuwen lang de gewoonte op nagehouden om alle voor een vijand bestemde goederen die aan boord van neutrale schepen vervoerd werden, als Z.g. eontrabande te bestempelen en dus in beslag te nemen; met die regel had het in het midden van de negentiende eeuw gebroken en enkele jaren vóór het uitbreken van de eerste wereldoorlog had een aantalmogendheden, waaronder Engeland, in Londen een verklaring opgesteld die het begrip 'contrabande'
nauwkeuriger definieerde, Men onderscheidde toen 'absolute contrabande'
(goederen die alleen voor oorlogsdoeleinden gebruikt konden worden en die men dus ill elk geval in beslag zou nemen), 'voorwaardelijke contrabande'
(goederen die Of voor oorlogsof voor vredesdoeleinden gebruikt konden worden en die men dus desgewenst in beslag zou nemen) en 'vrije goederen'
. Die Verklaring van Londen was, toen de eerste wereldoorlog uitbrak, nog niet geratificeerd; ze had dus geen
Blokkade van Duitsland
Contrabande
Duitsland
Frankrijk
Italië
Londen
Londen, verklaring van
Neurraliteir
Verenigde Staten
formele geldigheid. Bovendien bleek ze in haar uitgewerkte vorm niet toepasselijk: de volkenrechts-deskundigen door wie ze opgesteld was, hadden geen denkbeeld gehad van de eisen van de twintigste-eeuwse oorlogvoering: ze hadden o.m. textiel, rubber, glas, papier en ijzerertsen onder de 'vrije goederen'
gerangschikt: allemaal artikelen die men uiteraard een vredesbestemming kon geven maar waarvan men zich spoedig realiseerde dat ze voor de oorlogsproductie van vitaal belang waren. Trouwens, naarmate de oorlog in het algemeen meer en meer een totaal karakter aannam, verloor het onderscheid tussen de soorten eontrabande zijn betekenis - in diezelfde mate werd de positie der neutralen moeilijker. Dat was de les van de eerste wereldoorlog geweest.