Maar de generaal dacht er niet aan om te vertrekken en zijn staf stijfde hem in die houding. Het was, aldus het hoofd van de afdeling operaties, majoor Wilson, 'voor de naaste medewerkers van de opperbevelhebber ... duidelijk, dat 'onze generaal'
nooit zou accepteren dat de regering zich bemoeide met zuiver militaire aangelegenheden die tot de competentie van de opperbevelhebber behoorden.' Die naaste medewerkers waren '
hem dankbaar voor zijn vastheid van karakter en zijn besluit om niet te wijken voor opvattingen die naar zijn (en onze) overtuiging onjuist waren.l"