In ons vorig deel beschreven wij, hoe de autoriteiten van de justitie (d.w.z. de procureurs-generaal bij de vijf gerechtshoven) zich tevoren rekenschap gegeven hadden, wie zij in geval van oorlog wensten te interneren. Van hen allen waren, met inschakeling van de politie in de verschillende gemeenten, lijsten met namen en adressen opgesteld. De procureur-generaal bij het Amsterdamse gerechtshof, mr. dr. J. A. van Thiel (onder wie de provincies Noord-Holland en Utrecht ressorteerden), had op die lijsten ca. vijfhonderd namen van vreemdelingen opgenomen en driehonderdacht-entwintig van Nederlanders. Hoe die twee groepen precies samengesteld waren, weten wij niet. De vreemdelingen waren vermoedelijk hoofdzakelijk Duitsers die functionaris of gewoon lid waren van de Reichsdeutsche Gemein schaft, de Nederlanders hoofdzakelijk functionarissen van de NSB en van12Lunteren, I." 369,378; 2Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)Politie, NederlandseReichsdeutsche GemeinschaftRijksduirsersThiel, J. A vanVoorst tot Voorst, J. J. G. vanVreemdelingenVrijheid'NICO VESTER'kleinere nationaal-socialistische partijen - hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend; ook een aantal voormannen van de Communistische Partij Nederland en van revolutionair-socialistische groeperingen moest opgepakt worden.' Mr. van Thiel had instructie gegeven dat de arrestaties in zijn ressort plaats moesten vinden in de nacht, volgend op de eerste oorlogsdag, en dat de ruim achthonderd gearresteerden dan overgebracht dienden te worden naar de voormalige rijkswerkinrichting te Hoorn.ê Elders in den lande waren overeenkomstige voorbereidingen getroffen. Uit de drie noordelijke provincies zou men de te arresteren personen overbrengen naar een kamp in Gaasterland, 3 uit Limburg, Noord-Brabant en Zeeland naar een kamp in Ellewoutsdijk dat op Zuid-Beveland gelegen was, recht tegenover Terneuzen."