En op nog een punt waren de Nederlandse verzoeken om hulp onverhoord gebleven. Op de lode mei had de Nederlandse luchtdoelartillerie, zoals wij al vermeldden, ongeveer de helft van haar munitie verschoten. De moderne zware batterijen waren een product van Vickers.
'Ik kreeg'
, aldus de landmacht-adjudant van minister Dijxhoorn, 'een noodkreet, bij te bestellen in Engeland. We dachten: straks komen de schepen met die munitie al binnen. Ik belde de Booy op, maar die moest enige tijd later laten weten dat Engeland niets kon leveren: wat wij nodig hadden, was van een afwijkend kaliber waarvan men niets voorradig had."