Wij keren terug naar 13 mei en gaan nu in de Vesting Holland van zuid naar noord, beginnend met het Eiland van Dordrecht en omgeving.
Hier had op de rzde een nieuwelement zijn intrede gedaan in de strijd: de tanks van de ode Paneer-Division die in het begin van de avond de Moerdijkbrug waren gaan passeren. Vergeleken met de types die later in de tweede wereldoorlog gebruikt werden, waren die tanks niet zo zwaar - intussen betekende hun ingrijpen dat de Nederlandse troepen op het Eiland keer op keer onverwachts gepantserde monsters zagen opdoemen waartegen zij, als niet pantserafweergeschut bij de hand was, goed opgesteld stond en tijdig afgevuurd kon worden, volstrekt machteloos waren. Daar kwam bij (het Duitse opperbevel realiseerde zich, van hoe groot belang het was, de as Moerdijk-Rotterdam te versterken) dat ook de Luftwaffe aan deze sector op de 13 de weer met kracht, en ongestraft, ingreep. Zo groot was het qualitatieve overwicht van de Duitsers dat de nieuwe pogingen tot herovering van het Eiland die door het gros van de Lichte Divisie ondernomen werden, volledig mislukten. Erger nog: het gehele Eiland werd, met inbegrip van de stad Dordrecht, op de rjde door de Nederlandse troepen ontruimd en die troepen welke ten westen van de Dordtse Kil stonden, op Beijerland (de Groep Kil), trokken tegen het einde van de dag in verwarring terug in de richting van Voorne-Putten.
Van Beijerland uit was, zoals wij eerder beschreven, op de rzde bij het Wieldrechtse veer een klein bruggehoofd gevormd. In de nacht van de rzde op de rjde werd door de chefs van de staven van de Lichte Divisie en van de Groep Kil een aanvalsplan ontworpen, dat in hoofdzaak een herhaling was van het plan van de vorige dag. De troepen van de Lichte Divisie zouden van Dordrecht en van het gebied tussen Dordrecht en de Kop van 't Land uit zuidwest- en westwaarts aanvallen, richting Wieldrecht, en de Groep Kil zou een sterk detachement naar het bruggehoofdje sturen om van daaruit oost
1 Nierstrasz: Den Helder, p. 68; Bezemer: Zij vochten op de zeven zeeën, p. 40-41. 319
waarts op te rukken; zou men met beide aanvallen succes hebben, dan zou men dwars over het Eiland een cordon gelegd hebben, waarmee de autoweg Moerdijk-Dordrecht versperd zou zijn.
Alles liep mis.
De aanvalsgroep die zich in de vroege ochtend ten westen van de Kop van 't Land formeerde, werd van half vijf af meer dan een uur lang door Duitse duikbommenwerpers bestookt; van de schaarse Nederlandse artillerie ging een deel verloren; de boerderij waarin zich de commandopost van de aanvalsgroep bevond, vloog in brand. Korte tijd later (men was net bezig, de door de luchtaanval uiteengeslagen compagnieën opnieuw te ordenen) naderden uit het westen enkele tientallen tanks, voorzien van gele herkenningslappen (die werden door de Duitsers gebruikt om te voorkomen dat hun vliegtuigen de eigen tanks zouden beschieten of bombarderen) - het geel werd door sommige Nederlandse militairen voor oranje aangezien. Plotseling verspreidde zich het gerucht: 'De Fransen zijn er!'
Enthousiast rende een deel van de troepen de Z.g. bondgenoten tegemoet - tegelijk opende de voorste Duitse tank het vuur. Plaatselijk ontstond paniek; velen gaven zich over, anderen renden weg. Achterwaarts wist men uitbreiding van de 3
De commandant van de Lichte Divisie, kolonel van der Bijl, was op de rzde tegen twaalf uur 's nachts tegenover Dordrecht vastgelopen bij het Papendrechtse veer dat niet in werking was. Om één uur kon hij oversteken: Hij begaf zich eerst naar de commandopost bij Dubbeldam die hij de vorige avond verlaten had, maar ging vandaar, nog in de nacht, op last van de commandant Vesting Holland, generaal van Andel, naar de Dordrechtse binnenstad waar hij zijn nieuwe commandopost vestigde in het bureau van de kantonnementscommandant, overste Mussert. Dat de aanval richting Wieldrecht mislukt was, werd de kolonel spoedig duidelijk; hij vreesde dat wat van zijn Lichte Divisie op het Eiland stond, door de Duitse tanks en vliegtuigen in de pan gehakt zou worden; aan generaal van Andel vroeg hij verlof, met zijn troepen noord van de Merwede terug te gaan; dat verlof werd verleend- - 's morgens om tien uur was de kolonel weer in de Alblag.;. serwaard, 's middags om één uur had de aanvalsgroep waar men de Duitse tanks voor Franse aangezien had, met achterlating van veelmateriaal en in grote verwarring (sommigen braken naar de Dordrechtse binnenstad door, anderen trokken naar Werkendam, één groepje bleefbij de Kop van 't Land zitten) zich via de spoorburg over de Merwede ten noorden van deze rivier teruggetrokken. Het betrokken bataljon (oorspronkelijk ca. achthonderd militairen) was toen tot honderdzestig man gereduceerd, 'de manschappen waren dodelijk vermoeid en hadden sedert de morgen van 10 mei'
(drie-eneen-halve etmaal geleden) 'slechts eenmaal warm gegeten'
i''
De spoorbrug over de Merwede werd op de rade opgeblazen."
Vanuit de Dordrechtse binnenstad had men's morgens op de rjde op enkele punten getracht, in de richting van het station en de spoordijk (de vorige dag in Duitse handen gevallen) door te breken. Telkens ging veel tijd verloren doordat de uitgehongerde en vermoeide troepen meenden uit huizen en tuinen door Vijfde Colonnisten beschoten te worden. Inmiddels werd de binnenstad ter verdediging ingericht.1n aile straten die er toegang toe gaven, werden barricades opgeworpen, sommige bruggen werden opgehaald; niet evenwel de bruggen waar pantserafweergeschut opgesteld stond; dat kon moeilijk dwars door de brugklep heen schieten. Het wachten was op de Duitsers. Inderdaad, ,s middags om drie uur trachtten ca. twaalfDuitse tanks in de
1 Nierstrasz:. Zuiclfront Vesting Holland, p. 133. 2 A.v., p. 148. ~ A'.v.., p. 135: 4 A.v., p. 220 •. 32'de wagencommandant wuifde terug, de vechtwagen reed tot kort voor de brug en opende toen een overweldigend vuur.'
2 Intussen kwam die tank de brug niet over.
Elders reden, ondanks heldhaftig verzet van kleine detachementen wielrijders en speciaal van de bedieningsmanschappen van het pantserafw-eergeschut, enkele tanks wel de binnenstad binnen (het daverde er van het schieten, puien stortten in, huizen en winkels vlogen in brand) maar in de wirwar van straten en stegen voelden de Duitsers zich niet veilig: zij trokken terug. Snel werden de bruggen opnieuw bezet, de barricades verhoogd, prikkeldraadrollen aangevoerd. Terstond gelastte overste Mussert om, met het oog op het vervoer van de gewonden, een deel van de rijwegen open te laten. 'Jullie ziet spoken'
, zei hij tot enkele officieren der wielrijders die hem op de Duitse tanks opmerkzaam maakten." Die officieren die de broer van ir. Mussert al enkele dagen lang als Vijfde Colonnist beschouwden, besloten daarop, zijn orders (kolonel van der Bijl had alle in Dordrecht nog aanwezige troepen onder zijn bevel geplaatst) in de wind te slaan.
Pas in het begin van de avond slaagde kolonel van der Bijl er in, de troepen van het tweede regiment wielrijders uit wier rijen velen in dé Dordrechtse binnenstad die middag stevig van zich afgebeten hadden, telefonisch te bereiken. De regimentscommandant gafhij opdracht tot de algemene terugtocht over de Merwede; deze waarschuwde overste Mussert. De overste had wellicht die dag, wellicht een der vorige dagen, tegen de commandant Ves., ring Holland gezegd: 'Generaal, ze denken dat ik een verrader ben omdat ik een broer van Mussert, de leider der NSB, ben, maar ik beloof u dat ik Dordrecht zal houden'?
- nu weigerde hij aanvankelijk kolonel van der Bijls order op te volgen; tenslotte verliet ook hij Dordrecht en in de nacht van 13 op 14 mei stak om drie uur de laatste pont met Nederlandse troepen de Merwede over; beide ponten werden nadien tot zinken gebracht. Er bevond zich toen nog 'een vrij groot aantal achterblijvers'
in de stad: militairen die alle verband kwijtgeraakt of van uitputting ingeslapen waren,"
Het was een zeer gedund en gedemoraliseerd restant van de Lichte DivisieJ.J.J.J.3'Handen omhoog!'
riep hij. 'Ik laat me niet door een kapitein arresteren!'
protesteerde de overste, 'Schiet me maar kapot als je een kerel bent!'
De kapitein ging twijfelen aan de juistheid van zijn optreden maar toen overste Mussert, zich omdraaiend, de luitenant vroeg: 'Wie bent u?'
en daarbij zijn handen liet zakken, loste deze vier schoten op hem; overste Mussert stierf enkele uren later."
VanDordrecht uit had men op de 13 de niets tegen de Moerdijkbrug kunnen ondernemen. Er was die ochtend nog één bommenwerper over, 'een T-5. Onder bevel van luitenant Swagerman (dezelfde die op 10 mei voor de kust van het Westland met zijn toestel in zee gestort was) kreeg dit vliegtuig opdracht om, onder bescherming van twee G-I-jagers, de Moerdijkbrug aan te vallen met twee mijnbommen. Om 5 uur 19 steeg Swagerman van Schiphol op, Hij wist de brug te bereiken, zijn eerste bom miste, zijn tweede kwam vlak naast een brugpijler in het water terecht, maar ontplofte niet. Het trof ongelukkig dat juist in die tijdsspanne de Luftwaffe, zoals wij al weergaven, zeer actief was boven het Eiland van Dordrecht. Samen met een van de jagers werd Swagermans toestel, door een groep veel snellere Messer schmitts achtervolgd en ingehaald, op de terugtocht bij Ridderkerk neergeschoten; de commandant en alle bemanningsleden kwamen om het leven. Het wapen der Militaire Luchtvaart was zijn laatste bommenwerper kwijt."
Nog vóór de T-S zijn hoogst riskante opdracht kreeg, had (om half twee 's nachts) generaal-majoor van Voorst tot Voorst van Den Haag uit gelast om de Moerdijkbrug met alle in Beijerland beschikbare artillerie onder vuur te nemen." Die beschieting was op de rzde al begonnen; zij werd nu voortJ.J.323
Kon het water, zo vaak in de historie Nederlands bondgenoot, soms helpen om het de Duitsers moeilijk, zo niet onmogelijk te maken, de autoweg over het Eiland van Dordrecht te gebruiken? Op aanraden van de hoofdopzichter van het waterschap Hoekse Waard werd, met speciale machtiging van generaal Winkelman, met geschutvuur getracht, dwars over de Kil een sluisje van een van de westelijke polders op het Eiland te vernielen; dat mislukte. Een tweede sluisje bij Wieldrecht werd tegen het einde van de ochtend van het bruggehoofdje bij het veer uit wèl vernield, maar het was eb en de doorlaatopening was klein. Om vijf uur 's middags zou de vloed opkomen. Om de doorlaat te vergroten diende men enkele ijzeren platen door te branden. Geschoolde krachten en lasapparaten waren ter plaatse niet aanwezig."
Bovendien werd het bruggehoofdje (van de in de nacht afgesproken versterking der bezetting was niets terecht gekomen) om half twee door acht Duitse tanks weggevaagd.
Een half uur later stak, iets verder zuidelijk, een Duitse patrouille de Kil over en om drie uur zetten Duitse tanks met hun JO-cm geschut een hevige beschieting in van het dorp's Gravendeel. Vlammen sloegen op uit huizen en uit de gashouder, de watertoren werd zwaar beschadigd, de spits van de kerktoren stortte met waarnemingspost en al in, de vier waarnemers kwamen een kwartier later ongedeerd uit het puin te voorschijn. De burgerij vluchtte weg en sleepte een deel van de troepen mee die met hun paniek de meer westwaarts opgestelde compagnieën infecteerden. Ook de artilleriecommandant van de Groep Kil, een overste, verliet's Gravendeel. Het wegrijden van zijn auto deed een nieuwe paniek ontstaan. Militairen, in de voorafgaande nacht met vrachtauto's ter versterking aangevoerd, beklommen de auto's en verdwenen in de richting van Maasdam. Officieren en onderofficieren rukten zich de sterren en strepen af, 'een ieder deelde mee, dit op bevel van een ander te hebben gedaan.P
's Avonds kwam het tot een overeenkomstige paniek bij de Barendrechtse hefbrug. Vier Duitse tanks waren vurend de brug opgereden; drie werden
1 A.v., p. 182. 2 A.v., p. 184-85. 3 'Gevechtsbèricht van de Groep Kil'
, Enq., dl. I b, p.
Geen Duitser vertoonde zich.
Wat deed, in Rotterdam, kolonel Scharroo met de orders die hem kort na middernacht bereikt hadden? hlij moest de belangrijkste, om de stad gelegen bruggen op 13 mei voor vernieling voorbereiden; hij moest hetzelfde trachten te doen met de Willemsbrug en met de spoorbrug die het noordelijk stadsdeel met het Noordereiland verbonden. Daartoe was allereerst noodzakelijk dat de Duitsers die zich aan de Boompjes in het pand van de Nationale Levensverzekeringsmaatschappij bevonden (zie kaart VI op pag. 25), verdreven werden; die zaten daar nu al drie etmalen.
Overste Wilson, op 12 mei in Rotterdam aangekomen, had, gelijk wij eerder weergaven, het Algemeen Hoofdkwartier verzocht, voor een aanval op de bruggen de beschikking te geven over één vers bataljon 'onder een energieke commandant'
; het ude bataljon van het regiment jagers was er voor aangewezen. Om half twee in de nacht van 12 op 13 mei vertrok dat3 2'Doodop'
kwam het in de vroege ochtend in Rotterdam aan, 'de soldaten zaten met een bord eten in hun hand te slapen.'!
Aanvallen met die troepen? Uitgesloten.
Inmiddels waren in Hoek van Holland Engelse hulptroepen gearriveerd: het bataljon van de Guards. Deze beroepsmilitairen hadden motorfietsen en lichte pantserwagens bij zich. Generaal Winkelman wenste dat het bataljon onmiddellijk naar Rotterdam vertrok; ook de Engelse consul-generaal in de bedreigde Maasstad drong daar op aan, maar de commandant, zich beroepend op uit Londen ontvangen orders, weigerde: hij mocht desnoods naar Den Haag gaan, maar niet naar Rotterdam. Persoonlijk begafhij zich in de middag inderdaad naar Den Haag waar hij beweerde dat de Moerdijk in Franse handen was 2 en Rotterdam dus geen bijzondere gevaren liep - zijn bataljon bleef in Hoek van Holland waarheen hijzelf in de nacht van 13 op 14 mei terugkeerde.
In die omstandigheden moest kolonel Scharroo voor de aanval op de Maasbruggen toch weer een beroep doen op Nederlandse troepen die van de lode mei af alle spanningen van de strijd doorstaan hadden. Twee detachementen mariniers, beroepsmilitairen, maar nu in khakikleding en niet in hun al te opvallend donkerblauw uniformê, werden, nauwelijks was het die ochtend licht, in de strijd geworpen. Weer ontbrak veel aan de coördinatie; de detachementen rukten na elkaar op, niet gelijktijdig; effectieve artilleriesteun ontbrak; van mortieren, ter plaatse aanwezig, werd geen gebruik gemaakt. Desondanks wist een van de twee detachementen, na met een vlet de Scheepmakershaven overgestoken te zijn (die, als alle havens in dit stadsgedeelte, vol brandende schepen lag"), via de ruïnes van huizen de Boompjes te bereiken. Op de oprit van de Willemsbrug werden door de mariniers al mitrailleurs in stelling gebracht, toen plotseling van over de Maas en uit het gebouw van de levensverzekeringsmaatschappij een hevig vuur losbarstte. Doden en gewonden vielen - en de mariniers trokken terug. Zes raakten op de Willemsbrug geïsoleerd; één hunner sneuvelde, één werd gewond. De vier overigen vonden door het opzij schuiven van een ijzeren plaat een benarde schuilplaats onder het wegdek, op het landhoofd van de brug. Vandaaruit konden zij af en toe Duitsers onder vuur nemen. Meer dan een dag lang bleven zij er zitten, beurtelings de gewonde verzorgend 'met niet meer dan de zuurtjes van enkeleJ.'uit een kapotgeschoten winkel had weten te grissen op weg naar de brug.'!
Het had niet veel gescheeld of de Duitsers hadden het gebouw van de Nationale Levensverzekeringsmaatschappij prijsgegeven. Een man of vijftig, zestig had er zich verschanst; ze zaten er nagenoeg geïsoleerd"; in de nacht van zondag op maandag hadden ze enige versterking ontvangen van het Noordereiland maar doordat de WilIemsbrug onder vuur lag, konden munitie en levensmiddelen hen alleen via een onder het brugdek gespannen kabel bereiken 3 veel was het niet. Ze stonden op het punt zich over te geven ('men had de witte vlag reeds gereed'
) - toen weken de mariniers+ Door dat laatste feit was het kolonel Scharroo onmogelijk, de al klaar liggende springmiddelen naar de omstreden bruggen over te brengen. De uitvoering van generaal Winkelmans opdracht was mislukt.
Dat deed de vraag rijzen, wat nu verder de taak was der Nederlandse troepen.
Op de ochtend van de r jde wees overste wilson er generaal-majoor van Voorst tot Voorst telefonisch op, dat voortgezette hardnekkige verdediging tot de geleidelijke vernietiging der stad zou leiden. Ten antwoord gaf generaal Winkelman's middags kolonel Scharroo persoonlijk de instructie om het oprukken van Duitse troepen over de Maasbruggen tot elke prijs te voorkomen en '
desnoods tot de laatste man stand te houden." Een eis tot overgave, na overleg met Oberstleutnant von Choltitz overgebracht door de kapelaan van de parochie op het Noordereiland en door een beambte van het Meteorologisch Instituut dat in dat zwaarbeproefde stadsdeel gevestigd was, werd door kolonel Scharroo afgewezen."
Misschien luwde hier en daar in Rotterdam op die vierde oorlogsdag de algemene nervositeit; het kwam althans minder vaak tot schietpartijen van Nederlanders op Nederlanders. Een bange vraag van veel algemener betekenis was gerezen, al door overste Wilson gesteld: wat zou het einde zijn als men Rotterdam benoorden de Maas hardnekkig blééf verdedigen? Dicht bij de rivier woedden al felle branden, tramwagens stonden er verlaten, de straten waren er met glasscherven bezaaid. Zou de stad straks wijk voor wijk verdedigd, wijk voor wijk vernietigd worden?
Schuin over de rivier, ter hoogte van Vlaardingen, werden met machtiging van generaal Winkelman, de olie-installaties bij Pernis op de middag van
Over de acties die op de r jde en 14de mei tegen de restanten van de zzste Luitlande-Division ingezet werden, kunnen wij kort·zijn.
Die restanten hadden zich in hoofdzaak op drie punten verschanst: in Overschie (zie kaart XXVI op pag. 239) ongeveer vijfhonderd man, bij het Wassenaarse Slag ongeveer driehonderdvijftig, bij het dorp Valkenburg onge- . veer zeshonderd(zie kaart XXV op pag. 235).3 De groep bij het Wassenaarse Slag werd op de twee laatste gevechtsdagen naar verhouding met rust gelaten; men wist aan Nederlandse kant niet precies waar zij zich bevond en zulks bemoeilijkte het inzetten van offensieve acties. De twee andere groepen kregen het evenwel vrij zwaar te verduren, speciaal de groep te Overschie die op de 13de tot driemaal toe van Rotterdam uit aangevallen werd, soms met fanatisme, maar helaas steeds met slechte coördinatie, zodat de aanvallers per slot niet veel-opschoten. Gevaarlijker zou het voor de Duitsers kunnen worden indien de rste divisie uit de buurt van Delft met kracht naar Over':' schie zou doorstoten. Om drie uur in de nacht van 12 op 13 mei werd die aanval ingezet. Toen vernam de divisiecommandant zowel van de commandant van het Iste legerkorps als van generaal Winkelman dat hij de actie moest afbreken en mef zijn divisieeen deel van het door de generaal gelaste pantserafweerfront moest gaan opbouwen; op dat punt komen wij terug. De commandant Vesting Holland, generaal van Andel,.hoorde hier eerst van om twee uur"s middags. Hoogst verontwaardigd was hij - en zijn protest had succes: generaal Winkelman keurde goed, dat de actie tegen de Duitsers te Overschie door een deel der Nederlandse troepen hervat werd.s
Tot die hervatting kwam het op dinsdag 14 mei - niet zonder moeilijkheden, De ondercommandanten van het regiment jagers die hier moestern aanvallen, bleken nl. alleen de beschikking te hebben over oude stafkaarten
1 A.v., p. 168-69. 2 J. L. Veldman: De voorziening van aardolieproducten in Neder landgedurendede tweede wereldoorlog (1950), p. 41. 3 Kamerling: Vesting Holland ... luchtlandingstroepen, p.' 338-39, gecorrigeerd door de brief, 6 okt. 1969,. van het hoofd van de sectie luchtmacht-historie van het hoofdkwartier der Koninklijke Luchtmacht, 4 A.v., p. 20.
Zo ook bij Valkenburg. Hier was pas tegen het einde van de middag van 14 mei een nieuwe, stevige aanval in voorbereiding; hij werd niet meer ingezet. Welwas op 13 mei de beschieting van het dorp hervat. Voor de ongeveer driehonderd Nederlandse krijgsgevangenen en voor de burgerij werd het een onhoudbare toestand. De krijgsgevangenen, in een garage samengeperst, moesten zelf zien hoe ze aan eten kwamen; soms mochten een paar man fourageren. 'Hebben enige weckflessen met ingemaakte groenten gevonden'
, schreef één hunner op de 13 de, 'De andijvie is, geloof ik, bedorven. Maar als je honger hebt, eet je alles, zelfs halfverrotte peen! Kippen worden geslacht. 'n Lammetje loopt rond, die zal ook wel gevild worden. Geloof dat artillerie weet dat we hier liggen, want alles om ons heen wordt platgeschoten. Boerderijen zien we door de raampjes der garage afbranden. Duitse soldaten gaan broederlijk met ons om ...
Dinsdag 14 mei. Leef nog steeds en ben gezond, doch wederom slecht geslapen ... Ik bemachtig een sigaar en een stukje kip ... Hoera, om negen uur krijgen we brood. Het is wel niet veel, maar het stilt de honger enigszins. Twee uur: één fles inmaak snijbonen delen onder vijf-en-twintig man! Wemaken ruzie om het nat. Hoe lang nog ?,s
Die laatste vraag stelden zich met name ook de mannelijke inwoners van Valkenburg die eveneens door de Duitsers gevangen werden gehouden. Zij die ouder waren dan vijf-en-zestig en alle vrouwen en kinderen kregen evenwel dinsdagmorgen verlof, naar Katwijk te trekken. 'Ouden van dagen die moeilijk lopen konden, zag men op handkarren zitten, één zat er zelfs in een kinderwagen.öDe 'armzalige stoet'
werd door misverstanden van Nederlandse kant nog beschoten ook - ja de vluchtelingen werden aanvankelijk door Nederlandse troepen met de bajonet tot halverwege Valkenburg teruggedreven voor ze zich dan toch naar Katwijk mochten begeven." Evacuatie van gewonden werd door de commandant van het Iste legerkorps niet toegestaan: eerst moest, zei hij, de Duitse bezetting van Valkenburg capituleren.
Dat weigerde zij.6
1 A.v., p. 314. 2 A.v., p. 3II. 8 B. van Hemert: Dagaantekeningen vliegveld Valkenburg, p. 2-3. A. C. de Wilde: 'Uit de geschiedenisder gemeente Valkenburg Z-H'
, p. 24. s A.v., p. 24-25. 6 Kamerling: Vesting Holland ..• luchtlandings troepen, p. 329.