Met uitzondering van de bladen van de Arbeiderspers waarin, tot ergernis van tal van lezers, met betrekking tot de bijeenkomst in de Ridderzaal gerept werd van 'stemmingsvolle eenvoud ... in een met Nederlands historie zo nauw verknocht bouwwerk", droegen de reportages die de grote dagbladen opnamen, een zuiver feitelijk karakter. In de hoofdartikelen kwam het woord 'droefheid' alleen in De Standaard voor, maar ook dit anti-revolutionaire blad 'hoopte van harte' dat er 'goedwillende samenwerking' zou komen.ê Het woord 'hoopte' getuigde, zeer voorzichtig, van enige reserve. 'Wordt een nieuw Europa opgebouwd op de grondslag van 'nationale eer en gemeenschappelijke arbeid', dan is Nederland bereid ieder offer te brengen dat noodzakelijk is', schreef De Telegraap De Nieuwe Rotterdamse Courant, getroffen door de 'welwillendheid' die men in Seyss-Inquarts woorden gelezen had, merkte op: 'het Nederlandse volk kan er zich slechts over verheugen, wanneer zijn instellingen waaraan het gehecht is, worden ontzien/" Zo ook het Algemeen Handelsblad dat, over de vorming van een nieuw Europa sprekend, toevoegde: 'In dat nieuwe arbeidsproces zalons volk zich met des te groter overtuiging kunnen inschakelen, naarmate het naar de geest zichzelf kan blijven." In het katholieke blad De Tijd ontbraken dergelijke reserves: de geest die uit Seyss-Inquarts woorden sprak, kon door De Tijd'onder de huidige omstandigheden niet anders dan gewaardeerd' worden." Het Vader land oordeelde nog positiever: 'Ons is geen overheersing maar samenwerking aangeboden ... Een terugkeer tot het oude is, wat er ook gebeure, in ieder geval uitgesloten!' Het blad wilde 'rustig en met kalm vertrouwen de aangeboden samenwerking ... aanvaarden." In de bladen van de Arbeiderspers werd al hoopvol gerept van 'het toekomstig samengaan (met Duitsland) waartoe het lot de beide naties blijkt te hebben voorbestemd." De katholieke Maasbode waarschuwde daarentegen tegen kruiperigheid: 'Met kruipen brengt men het niet ver, noch in letterlijke, noch in figuurlijke zin' ,9 en de christelijk-historische Nederlander uitte zich nog iets duidelijker: 'Niemand, ook niet het Duitse bestuur, verwacht van ons dat wij ons verlangen naar onafhankelijkheid onder eigen bewind verlocchenen."?De volkskrant was het openhartigst: 'Iedere Nederlander', schreefhet blad, 'heeft de bitterheid gevoeld en ondergaan dat een vreemdeling in de Ridderzaal het hoogste regeringsgezag op zich heeft genomen.U!
Algemeen HandelsbladArbeiderspersDe MaasbodeMilitäruertualtung; 2De Nederlander, (na de oorlogNieuwe Rotterdamse Courant (tijdelijkSeyss-Inquart, A.De StandaardDe TelegraafDe TijdHet VaderlandVisser, 1. E.Het VolkDe VolkskrantDE 'MILITÄRVERWALTUNG' KOMT EN GAAT