Voor hun eerste betalingen maakten de Duitse militairen en bestuursambtenaren gebruik van tijdelijk bankpapier, de Reichskreditkassenscheine. Die vloeiden, nadat hun geldigheid opgeheven was, uiteindelijk aan de Nederlandse Bank toe die er eind' 40 voor bijna f 80 mln aan verzameld had;
1 Ontboezeming van 'Allaert Beilinc'
, aangehaald in L. de Jong: Je Maintiendrai, dl. II (1942), p. 20-21. Het is niet bekend wie zich achter dit pseudoniem verborg.
Het Reichsieommissariat had de beschikking over een maandelijks krediet van £ 3 mln. Voor het dienstjaar '43 en '
44 vroeg Seyss-Inquart bovendien via zijn bureau in Berlijn ten laste van de Duitse begroting een naar verhouding klein extra bedrag aan van ca. 2 mln Rm: bij de zware lasten die toen op de Nederlandse staat drukten, voelde hij er blijkbaar niet voor, het maandelijkse krediet van £ 3 mln te laten verhogen. Uit zijn totaalkrediet van bijna £ 40 mln per jaar werden door de Reichskommissar niet alleen alle aan hem ondergeschikte diensten gefinancierd, maar ook de Duitse scholen in ons land en het in '42 in Den Haag opgerichte Deutsche Theater in den Niederlanden (dat per jaar een tekort had van bijna £ 4 mln).
Seyss-Inquart kreeg, naar het schijnt, als Reichsleommissar geen salaris: hij bleef zijn salaris als Reiihsminister ontvangen; bovendien mocht hij per maand £ 4000 opnemen voor representatieve uitgaven. Huize 'Clingendael'
was zijn dienstwoning. Ook de Generalkommissare, Bene en alle Beaujtragten, vermoedelijk ook anderen, waren in dienstwoningen gehuisvest. Wimmer had zijn intrek genomen op het landgoed 'Duinrell'
bij Wassenaar; Rauter woonde in diezelfde plaats in een villa (waar hij voor zijn chauffeur en paardenknecht alsmede voor de wacht een huisje bij liet bouwen); Huize 'Langenhorst'
, ook al bij Wassenaar, was de woning van Fischböck.
De Generalhommissare hadden een salaris van 1500 RI'/l. per maand (Bene ontving als gezant 3600 Rm.); bovendien ontvingen zij mèt Bene, Piesbergen en alle Beaujtragten 200 Rm. per maand extra voor hun representatieve uitgaven. Voor de inrichting van hun dienstwoningen ontvingen de Beauf trag ten in '40 een extra bedrag van £ 100 000; hoeveel de anderen voor dat doel ontvingen, is niet bekend. Generaal Christiansen had zulk een extrakrediet niet nodig: hij nam zijn intrek in 'Groot-Haesebroeck'
, het landgoed te Wassenaar van de in Amerika vertoevende Joodse groot-industrieel Daniël W 01£; ten behoeve van zijn gasten maakte de Wehrmachtbefehlshaber zich meester van het nabijgelegen landgoed 'De Wiltzangk'
, eigendom van S. van den Bergh Jr., een van de Joodse oprichters van het Unilever-concern die in Nice woonde; Christiansen verzuimde niet, de kostbare inventaris van
'Vele der van huis uit niet aan luxe gewende Duitse '
hoge omes' werden'
, aldus mr. H. C. van Maasdijk die hen van nabij gadegeslagen had,
'maar al te zeer geïmponeerd door de in Nederland ten toon gespreide welstand. Zo huurden zij grote huizen, wilden paard leren rijden en rijkelijk recipiëren, deden mee aan jachtpartijen en bemerkten wellicht zelfs nauwelijks hoe de gevaarlijke ongekende weelde ... meer en meer tot drijfveer van hun handelen werd. Veelal gereder nog dan de mannen namen de echtgenoten der door hun ambten zeer in beslag genomen functionarissen de hang naar het meedoen aan een duur leven over ... (Het was) een levensstijl die door zijn geforceerdheid opvallen en gemotiveerde laatdunkendheid bij een nauwlettend gadeslaand Nederlands publiek verwekken moest."
Het minste wat dat gestadig verarmende Nederlandse publiek zag (maar dat zag het dan ook overal), was dat het de Wehrmacht en de Duitse bestuursambtenaren aan weinig ontbrak; zij werden in elk geval goed gevoed. De Duitse militairen beschikten eind' 40 over meer rantsoenbonnen dan zij aan konden; wat zij aan voedsel nodig hadden, moest door de Nederlandse instanties steeds afgeleverd worden vóór de eigen bevolking aan de beurt kwam. Verscheidene malen kregen alle personeelsleden van het Reichs kommissariat (die ook al dagelijks voor één gulden een bonvrije middagmaaltijd konden nuttigen) extra-rantsoenen; 'in den letzten [ahren ist beobachtet worden', schreefPiesbergen vertoornd eind '43 in een circulaire, 'dass Gefolg schaftsmitglieder die Waren zum Teil zu Schwarzhandelspreisen verkauft haben. lch lasse keinen Zweifel darüber dass bei Wiederholung derartiger skandalöser Vorfälle auf das energischste eingeschritten werden wird.'4 Er zijn uit een vroegere periode verscheidene klachten van dezelfde Piesbergen dat diezelfde personeelsleden 'sich nUT wenig an der Arbeit der NSDAP, ihrer Gliederungen und angeschlossener Verbände beteiligen.'5
Er werd door veel Duitsers veel geprofiteerd en weinig geofferd.J. van der Leeuw:(Notitievoor het geschiedwerk).Rijksrecherche Groningen: p.v. inz.C. Christiansenokt.p.(DocH.van Maasdijk: 'Herinneringen'
, p.Rondschrijven,nov.c)Rondschrijven,maarta).