Dirk Gerard Willem Spitzen was een beschouwelijk man. De lezer kwam hem als zodanig ook al tegen: nl. als de (voorzover bekend) enige secretarisgeneraal die zich later afvroeg of hij op de zçste mei '40 niet een onjuiste beslissing genomen had toen hij, Winkelmans advies volgend, besloot in functie te blijven.
Ook Spitzen was in '40 nog vrij jong: vier-en-veertig jaar. Hij was in '96 in Wageningen geboren, doorliep een der gymnasia in Den Haag, studeerde in Leiden, werd ambtenaar bij binnenlandse zaken, ging over naar het departement van waterstaat en werd daar in '39 tot secretaris-generaal benoemd. Ten tijde van de capitulatie was hij dus nog slechts kort in functie. Wij hebben de indruk dat zulks hem enigszins geremd heeft: van figuren als Snouck Hurgronje, Trip, Hirschfeld en Frederiks voelde hij zich de mindere. Zeven jaar na de oorlog noemde hij zich nog jegens Frederiks 'innig dankbaar . .. dat hij vanaf de eerste veertien dagen van de bezetting steeds heeft gezegd: over een week zijn de Duitsers vertrokken' (dat is een tikje gechargeerd weergegeven). 'Hij werd er door ons steeds om uitgelachen, maar dat heeft me toch een geweldige kracht gegeven.'!
Het is geen uitlating die van de kant van Spitzen van grote zelfstandigheid van oordeel getuigt. Misschien was Spitzen daar ook te fijnbesnaard voor.
1 Getuige D. G. W. Spitzen, Enq., dl. VII c, p. 546.'onpolitiek en technisch departement'
! kwam wel voor gewetensvragen te staan, maar niet voor zo klemmende als bijvoorbeeld justitie en binnenlandse zaken - niettemin vormden voor Spitzen de drie jaren secretaris-generaalschap onder de Duitsers bepaald niet 'een vreugdevol chapiter'
:
'De stemmen die opgingen en ons aanraadden: 'houd in Godsnaam vast, blijf dit doen al verlies je ook telkens de slagen die je meent nog te kunnen winnen, houd het vol', gaven moed, al raakte men zelf ook wel eens aan het weifelen.' 2
In later tijd ontleende Spitzen kracht aan het feit dat zijn departement op tal van wijzen steun kon verlenen aan verzetsgroepen:
'Ik heb vaak gezegd: maak mij niet wijzer dan ik ben, je hebt mijn zegen, je krijgt paperassen van mij, maar ik wil niet weten wat je doet ... Ik tekende verschillende papieren voor mensen die bij de grens moesten werken. Wat er echter gebeurde, wist ik niet; ik hielp daar echter de illegaliteit mee."
De stemming op zijn departement liet als regel niets te wensen over. Voor redelijk overleg was Spitzen zeer geporteerd; NSB'ers hield men geruime tijd met vereende krachten buiten de deur; alle benoemingen in de waterschappen wist Spitzen buiten de Duitsers om te doen, d.w.z.: 'er was één NSB'
er, mijn reclame-NSB' er, waardoor ik elke opmerking dat ik geen NSB' ers had benoemd, de kop kon indrukken. Deze man was echter door het waterschap om zijn kwaliteiten begeerd.ö Was dat alles verzet? 'Bovengronds verzet'
, vond Spitzen, 'is een te mooi woord er voor."
Bescheidenheid was een van zijn aantrekkelijkste eigenschappen.