Is het nu billijk, in de zwakkere economische positie waarin Nederland zich ging bevinden (de positie die wij in de aanhef van deze paragraaf schetsten), toch dat element van overmacht te zien? Het is een argumentatie die niet alleen tijdens, maar ook na de oorlog vaak verkondigd is, dat laatste bij de processen die op het gebied van de economische collaboratie vielen. 'Wij hebben alleen maar getracht'
, zo heette het dan, 'het beste voor Nederland te bereiken. Wilde men voorkomen dat de werkgelegenheid en het voorzieningspeil in ons land katastrofaal daalden, dan was heroriƫntatie van ons economisch bestel op Duitsland onvermijdelijk en daarin mogen verschijnselen als het aanvaarden van Duitse orders ook op militair gebied en als de arbeidsinzet niet alleen hun verklaring maar ook hun rechtvaardiging vinden.'