Bevreesd dat de Duitsers nagenoeg onmiddellijk onder hûn leiding een imitatie van de Kulturleanuuer zouden gaan oprichten, nam van Poelje al in mei maatregelen om alle kunstenaars in een eigen organisatie samen te brengen. Dit werd de Nederlandse Organisatie van Kunstenaars, die onder voorzitterschap kwam te staan van de secretaris van het hoofdbestuur der PTT, mr. J. F. van Royen, een in kunstenaarskringen bekende en geachte figuur, zelf amateur-drukker van bibliofiele uitgaven; vijftig organisaties met bijna zevenduizend leden sloten zich bij de Nok aan. Het was echter zowel van Poelje als van Royen onbekend dat de eigenlijke initiatiefnemer, de architect Hein von Essen (die tweede voorzitter werd), de gehele opzet tevoren met de Duitsers besproken had. Dat van Essen pro-Duits was, bleek spoedig: in augustus verscheen van zijn hand een brochure [Iienheid der Nederlandse kunstenaars eis tot behoud der Nederlandse cultuur) die deJ. ].Adriaanse, J. J.Departement van Onderwijs, Kunsten en We- tenschappenEssen, H. vonJodenLotsy, K. J. J.Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)Nederlandse Organisatie van KunstenaarsNederlandse VoetbalbondOntslag/uitsluiting jodenPoelje, G. A. vanRoyen, J. F. vanDE AANLOOP TOT DE NEDERLANDSE UNIENieuwe Orde warm aanprees en allerlei Nazi-terminologie bevatte; het departement had hier een subsidie voor verleend. De conservator van de Amsterdamse gemeente-musea, W. J. H. B. Sandberg, had er toen genoeg van; de Nederlandse Organisatie van Klmstenaars had zich ook al niet tegen de eerste antisernietische maatregelen verzet, en met de woorden 'Ik houd meer van het ras van Christus dan van CIrristenen van ras', liep Sandberg in september uit een vergadering van de organisatie weg, samen met de schilder Huib Luns.'