In de vergadering ten departemente was door in 't Veld aan Homan meegedeeld dat tussen de voormannen van de zes grote democratische partijen allerlei besprekingen gaande waren; hem was aangeraden, zijn licht op te steken bij de voorzitter der liberalen, de Leidse hoogleraar Telders, hem uit zijn studententijd al bekend. Homan zocht Telders op 27 juni op. Hij kreeg van deze te heren, dat de zes grootste partijen inderdaad al ver gevorderd warerf met de vorming van een nationaal blok en dat gewerkt werd aan een gemeenschappelijk manifest. 'Houd met uw actie op', betoogde Telders min of meer. 'Niemand heeft u mandaat gegeven. Niet uw groep maar de politieke partijen zijn de constitutionele vertegenwoordigers van ons volk.' 'Ik heb daarop geantwoord', aldus Homan, 'dat ik dat laatste principieel ontkende, aangezien een politieke partij als zodanig geen officiƫlebetekenis heeft. Overigens verklaarde ik mij bereid, besprekingen hierover mede te maken. '3 Van die bereidheid deed Homan mededeling aan Einthoven, de Quay en Reinink en voor Einthoven was zulks aanleiding om zich terugJ.J.5Algemeen HandelsbladEinrhoven, L., tLinthorst Homan, J.De MaasbodeDe Nederlandse GemeenschapPers, legaleQuay, J. E. deReinink, H. J.Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP)Telders, B. M.Utrechts DagbladVeld, J. in 'rTELDERSte trekken. 'Ziezo, nu gaat er wat gebeuren', dacht deze (wij volgen zijn eigen relaas), 'nu komt er dus een combinatie die een zekere wilsvorming bij die Duitsers op tafel kan leggen. Waarom zou ik daar bij blijven? Ik hoor helemaal niet in dat gezelschap thuis. Politiek is nooit mijn vak geweest. Ik ... ben naar mijn werk teruggegaan." Rouwig was Einthoven daar niet om: hij had niet veel op met de heren politici, Telders inbegrepen.