Bijzonder moeilijk, inderdaad. De koningin bevond zich in Engeland en met 'de nationale geestelijke stromingen'
(wat waren dat precies?) was er geen contact. Dat laatste kon verholpen worden, contact met de koningin leek uitgesloten zolang de oorlog duurde. Voor Homan ging het er overigens naar uitzien dat Duitsland bezig was die oorlog te winnen: men moest zich dus op samenwerking met die overwinnaar instellen, een samenwerking die hij zijnerzijds bevorderde in en door zijn toeschietelijke verhouding met von Bonin die al eerder ter sprake kwam. Maar hoe kon men het gehele land tot aanvaarding van die samenwerking brengen? Die vraag was het welke Homan in zijn voortgezette contacten met Reinink en de Quay aan de orde bleef stellen - contacten waarin nu ook Einthoven (persoonlijk al aan Homan en de Quay bekend) betrokken werd. Wij weten van die contacten weinig af; wél, dat er in de eerste weken van juni door hen vieren (en door elk hunner weer met vele anderen) 'geregeld'
overleg gepleegd werd.ê Het is onze indruk dat de drie anderen minder hard van stapel liepen dan Homan. wel kwamen zij gevieren tot de conclusie dat het, met het oog op de pretenties van de NSB en gegeven het zwijgen der traditionele partijen, wenselijk was, een nieuwe politieke beweging in het leven te roepen, maar in het program dat zij opstelden, werd over de verhouding tot het Derde Rijk niets gezegd: het bepleitte slechts binnenlandse hervormingen - hervormingen overigens, voor welker verwezenlijking een nieuw bewind noodzakelijk zou zijn of waaruit althans een nieuw bewind zou resulteren; schaarde de overgrote meerderheid van het volkzich achter dat program, dan zou dat feit, zo werd blijkbaar vertrouwd, ook door de koningin aanvaard worden.