Om een in een vroeger hoofdstuk gemaakte onderscheiding opnieuw te gebruiken: de Radioraad wilde eendracht, niet eenheid. Doordat evenwel de omroepverenigingen het onderling niet eens werden, kon de raad niets bereiken en waarnemend voorzitter de Gaay Fortman achtte dat des te bedenkelijker omdat hij sinds begin juli wist dat Dubois ijverde voor een plan om de gehele radio-omroep in de Nozema te laten opgaan. Dubois voerde in die tijd verscheidene besprekingen in Den Haag en het is plausibel dat van Poelje de functie van directeur van het staatsbedrijf dat hij wilde oprichten, ook al aan Dubois toegedacht had. Deze zelfknoopte in augustus in zijn woonplaats Hilversum zo nauwe relaties met de Rundfunkbetreuungs stelle aan, dat hij in de laatste week van die maand aal)- de Gaay Fortman kon meedelen, 'dat hij ieder ogenblik zijn benoeming wachtende was tot een functie waaraan de Duitsers een heel hoge titel en een in Nederland ongekend salaris wilden verbinden'
; hij zou 'directeur-generaal van de omroep'
worden."