Het leek Dubois of zijn droom uit de jaren' 20 werkelijkheid zou worden: een nationale omroep en hij directeur-generaal! En toch: vlak voor de grote sprong ging hij aarzelen. Hij bezat het Duitse aanbod, maar deed hij er wijs aan, het te aanvaarden? Hij had geen grein sympathie voor de NSB - als hij weigerde, zou dan niet een NSB' er benoemd worden? Zo onzeker voelde hij zich dat hij links en rechts advies ging vragen. De secretaris van het hoofdbestuur der PTT, mr. J. F. van Royen, zei hem: doen. Ook de Quay en Homan 'waren'
, aldus later Dubois, 'van oordeel dat ik de benoeming met het oog op het landsbelang moest aanvaarden.'
Daarentegen werd die aanvaarding hem door prof Oranje en mr. Donner sterk ontraden. Donner zei, 'dat principieel ieder contact met de Duitsers uit den boze was.'