Drie weken na zijn terugkeer in Nederland richtte Mussert (I4 februari '4I) een bekendmaking tot alle leden van de NSB. Hij riep hierin op tot dienstneming in het al genoemde Nederlandse bataljon, 'dat'
, aldus Mussert, 'bestemd zal zijn om als een onderdeel van de Duitse Weermacht in dit jaar mede ten strijde te trekken'
. Er is, schreef hij, 'geen bezwaar tegen'
dat dat bataljon 'de eed van trouwaflegt aan de 'Führer aller Germanen.' De persoonlijkheid van de Führer moet onze waarborg zijn en is onze waarborg dat nimmer bevelen gegeven zullen worden in strijd met de eer en de belangen van ons VOlk.'3