In '40 was Mussert eigenlijk niet verder gegaan dan te verklaren dat hij tegen dienstneming van Nederlanders bij de Waffen-SS
'geen bezwaar'
had. Uit de NSB en met name uit de WA, die daar natuurlijk in de eerste plaats voor in aanmerking kwam, waren naar verhouding slechts weinigen tot die dienstneming overgegaan. Kennelijk hadden Himmler, Seyss-Inquart en Rauter zich afgevraagd hoe zij Mussert tot meer positieve medewerking konden bewegen. Besloten was, hem voor een bezoek aan de Waffen-SS-op leiding bij München uit te nodigen. Het vond in de tweede helft van januari plaats. Seyss-Inquart en Rauter waren van de partij, maar ook Schmidt die geen vriend van de SS was, en uit het Nederlandse kamp reisden niet alleen Mussert en van Geelkerken samen met de gehele hogere staf van de WA naar de Beierse hoofdstad maar ook Rost, Feldmeijer en enkele van diens naaste medewerkers. Het Nederlandse gezelschap kreeg het eoncentratiekamp Dachau te zien dat hen als een keurig en ordelijk geheel trof. Mussert liet in het hotel te München waar hij logeerde, twee mappen met 'sehr wich tige Aujzeichnungen' liggen die prompt zoek raakten,' Himmler hield een toespraak waarin hij zei dat van een Anschluss van Nederland bij Duitsland geen sprake zou zijn en Feldmeijer was zeer tevreden over de afloop: 'Vruchtbaar bezoek'
, schreef hij aan zijn ouders, 'vooral voor onze SS ... Alles in orde."