Op I mel 4I bracht J. N. Breunese, waarnemend commandant van de Nederlandse Arbeidsdienst (hij was nog niet officieel tot commandant benoemd), een bezoek aan de secretaris-generaal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming, prof dr. J. van Dam. Breunese en van Dam waren beide van Duitslands komende overwinning overtuigd, zij hadden beide een grondige afkeer van de NSB. 'VanDam'
, zo tekende Breunese aan, 'deelde mij mede dat de Duitsers zich langzamerhand van de NSB wilden losmaken, aangezien zij wel tot de overtuiging zijn gekomen dat grote dingen met de NSB in ons land niet kunnen worden bereikt, temeer niet omdat met een man als Mussert niet valt te werken. Zowel de rijksminister' (Seyss-Inquart), 'Schmidt als Wimmer zoeken thans naar Nederlanders die in politieke zin met Duitsland willen samenwerken, waartoe van Dam ook mij uitnodigde."