De invasie van de Sowjet-Unie die, ongeacht het in augustus' 39 gesloten niet-aanvalsverdrag, sinds de herfst van '40 onder de code-aanduiding 'Pall Barbarossa' voorbereid was, zou de grootste militaire operatie worden welke Hitler ooit ondernomen had. Op 10 mei '40 had hij bij het offensief in West-Europa 89 infanterie- en 10 tankdivisies ingezet. In een jaar tijd had de Wehrmacht evenwel het aantal tankdivisies kunnen verdub belen: het waren er nu 20, waarvan 19 tegen de Sowjet-Unie gebruikt zouden worden (I stond onder Rommel in Noord-Afrika). Aan infanterie-divisies werden er 134 in Oost-Europa opgesteld, waarvan 15 gemotoriseerd waren. Ook de Luftwaffe was in een jaar tijds uitgebreid maar er zouden tegen de Sowjet-Unie niet wezenlijk meer vliegtuigen in de strijd geworpen worden dan ruim een jaar tevoren bij de veldtocht in het westen: ca. 4 000 toestellen, drie-vijfde van de gehele Luftwaffe; het resterende twee-vijfde bleefbij de verdediging van Noorwegen en West-Europa ingeschakeld alsmede bij de operaties in het Middellandse Zeegebied. Vooral ten aanzien van het leger was de coneentratie in Oost-Europa markant: 153 divisies voor Pall Barbarossa; 2 stonden er in Noord-Afrika, 7 op de Balkan, 38 in West-Europa, I in Duitsland.
Tegen de Sowjet-Unie zou Duitsland overigens niet alléén ten strijde trekken: Roemenië, dat in 1940 belangrijke gebieden aan de Sowjet-Unie had moeten afstaan, zou met ca. 15 divisies aan de invasie deelnemen,
']. N. Breunese: Dagboek, 21 juni 1941.
Fall Barbarossa werd door Hitler als de culminatie gezien van zijn gehele beleid, ja als de culminatie van de eeuwenlange geschiedenis van het Duitse volk. Sinds de Middeleeuwen hadden de Duitsers, met tussenpozen, strijd gevoerd met Slavische volkeren waarboven de meeste Duitsers zich als regel verre verheven gevoeld hadden. In Duitsland zelf was men met name de Polen als een minderwaardig slag mensen gaan zien, in Oostenrijk-Hongarije waren leden van de Duitse volksgroep als Hitler en Seyss-Inquart in hun jeugd al een diepe minachting gaan koesteren bijvoorbeeld jegens Tsjechen en Slowaken. Hitler had aan het in de negentiende eeuw tot ontwikkeling gekomen Duitse chauvinisme een van de hoofdlijnen van zijn betoog in Mein Kampf ontleend: wilde Duitsland de sterkste mogendheid ter wereld worden, dan diende het in geheel Oost-Europa een onaantastbare positie op te bouwen. Anders gezegd: de Sowjet-Unie moest vernietigd worden. Dan alleen zou, zo meende hij, Duitslands grondstoffenvoorziening gewaarborgd zijn en zou het Duitse volk ook voldoende Lebensraum bezitten.
De vernietiging van de Sowjet-Unie zou nog twee belangrijke bijkomende voordelen bieden: het communisme zou er zijn politieke basis verliezen en de mogelijkheid zou geschapen worden om tot de uitroeiing van het gehele Europese Jodendom over te gaan. Die' Vernichtung' (een doelstelling welke sinds het begin van de jaren '20 in Hitler leefde) was door hem al genoemd in zijn rede voor de Reiihstag op 30 januari '39; precies twee jaar later kwam hij er op terug, er, alweer voor de Reichstag, aan herinnerend, 'dass wenn die andere Welt von dem [udentum in einen allgemeinen Krieg gestürzt würde, das gesamte [udentum in Europa seine Rolle ausgespielt haben wird! Sie mogen auch heute noch lachen darüber, genau so wie sie [rüher uber meine Prophezeiungen lachten. Die kommenden Monate und Jahre uierden eru/eisen, dass ich auch hier richtig gesehen habe.'
Uiteraard werd de beraamde massamoord nergens duidelijk op schrift gesteld: als regel werd er de aanduiding 'Endlösung der Juden[rage' voor gebruikt. Het uitvoeren van die Endlösung werd door Hitler primair als taak gezien van het onder Himmler ressorterende machtsapparaat. Een van de grootste aan Himmler ondergeschikte diensten, het Reichssicherheitshauptamt, begon in de lente van '41 met de voorbereiding van de eerste fase der End lösung: het uitroeien van de Russische Joden. Daartoe werden vier z.g.'Germanen'
) gebracht zou worden. Ergens bij de Oeral zou tenslotte een soort Blutwall opgetrokken worden: versterkte nederzettingen die tot in de verre toekomst zouden voorkomen dat Europa te lijden zou hebben van invallen van Siberië uit. In het gebied bewesten die Blutwal! zouden Duitsers heersen. Niets zou geduld worden wat van de zijde van de volkeren der Sowjet-Unie op staatsvorming zou lijken; aan elke vorm van verzet van die volkeren zou van de aanvang af met massale executies en andere vormen van represaille de kop ingedrukt worden. 'Der Riesenraum, zei Hitler drie weken na het begin van de veldtocht (maar hij had het ook drie weken er vóór woordelijk zo kunnen zeggen), 'musse natûrlick so rasch wie mäglich befriedet werden; dies geschah am besten dadurch, dass man jeden der nut schie] schaue, totschiesse'è Voor de administratie van die 'Riesenraum' zouden Reichsleommissare benoemd worden die, als Seyss-Inquart in Nederland, nauw met de centrale bestuursinstanties van het Derde Rijk moesten samenwerken. Met de voorbereiding van deze bestuursaangelegenheden werd de partij-ideoloog Alfred Rosenberg belast die in een van de Russische Oostzee-provincies geboren was. Het aangeven van richtlijnen
Ziedaar de opzet - een opzet die aansloot bij de mentaliteit die door jarenlange propaganda en 'scholing'
bij miljoenen Duitsers aangewakkerd was. Wij behoeven zijn barbaars karakter nauwelijks te onderstrepen. Wat hier met de inzet van de voor die tijd modernste middelen voorbereid werd, was, naar de omvang, de grootste geconcentreerde rooftocht, tegelijk moordpartij, die de wereldgeschiedenis ooit gekend heeft.
Fall Barbarossa vergde dat er rust heerste in West-Europa. Er bleven daar, gelijk reeds gezegd, in totaal j S Duitse divisies achter waarvan 8, in ZuidwestFrankrijk opgesteld, tot taak hadden om, als de Engelsen in Portugal zouden landen, onmiddellijk Spanje binnen te rukken. De overige zouden Engelse landingspogingen elders moeten afslaan; uiteraard zouden zij ook gebruikt kunnen worden als het ergens tot opstanden zou komen.
In Nederland werd de militaire component van de bezettende macht danig verzwakt: de meeste en de beste troepen waren voor het oosten nodig. Wat zich hier te lande aan Waffen-SS-eenheden bevond, was in de lente van '41 grotendeels verdwenen, spoedig gevolgd door de drie enige legerdivisies die door slechts twee andere, de Bzste en de 719de, vervangen werden; de 719de had evenwel nog niet de helft van de kracht van een normale divisie en zij bezat ook vrijwel geen transportmiddelen.ê Al die troepenverplaatsingen hadden voor de Nederlandse Spoorwegen een omvangrijk 'weermachtsvervoer'
ten gevolge; het werd, aldus een mededeling van de directie aan de raad van commissarissen, 'vlot afgewikkeld'
."
Met de mogelijkheid dat de invasie van de Sowjet-Unie tot ernstige ongeregeldheden in West-Europa zou leiden, hield Hitler rekening. Hij wist dat met name de Franse communistische partij een sterke aanhang had; van die communisten was een versterkte verzetsactiviteit te verwachten. Daarnaast was waarschijnlijk dat andere groepen van de bevolkingen nieuwe moed zouden ontlenen aan het feit dat Duitsland zich opeens in een 'tweefronten-oorlog'
zou bevinden - hetzelfde type oorlog dat het in '14-'
18Szste divisie verdedigd, die van de Zuidhollandse eilanden en Zeeland door de 7I9de. 2 Nederl. Spoorw., raad van commissarissen: Notulen, 7juni 1941,
Er was er in bezet Nederland één: het doodvonnis tegen de eerste geheime agent van de Nederlandse regering, de luitenant-ter-zee der tweede klasse Lodo van Hamel.
Bij zijn poging om naar Engeland terug te keren was van Hamel, zoals wij in ons vorige deel beschreven, medio oktober bij het Tjeukemeer samen met vier metgezellen (de Leidse studenten Hans Hers en [ean Mesritz, de Leidse hoogleraar prof. Baas Becking en mevrouw Marion Smit) door de Nederlandse politie gearresteerd en aan de Sicherheitspolizei uitgeleverd.' Ook had de Nederlandse politie op een eilandje in het Tjeukemeer de koffer met alle gegevens die van Hamel had willen meenemen, opgespoord: tal van spionagerapporten zaten er in, maar ook een geadresseerde brief die het de Sicherheitspolizei mogelijk gemaakt had, in Den Haag de adjudant-onderofficier Allers te arresteren, uit wiens woning van Hamel de zendverbinding onderhouden had, alsmede diens twee dochters; de verloofde van één harer, Jan van den Hout, die van Hamels zender had laten repareren, was enige tijd later in Duitse handen gevallen toen hij, net voor hij in Noord-Brabant wilde onderduiken, nog een keer bij de woning van Allers was langsgegaan.
Uit Leeuwarden werden van Hamel en de zijnen spoedig overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen. Onderweg wist van Hamel de anderen toe te fluisteren dat hij alle schuld op zich 'zou nemen. Dat hij spionage bedreven had, was zonn~klaar; dat hij niet de 'van Dalen'
was wiens naam op zijn paspoort stond (met de fatale, niet bestaande geboortedatum 29 februari 1915), eveneens.' Hij werd ongenadig mishandeld - hij zweeg. Zwakker kwam hij te staan toen het hoofd van de afdeling contraspionage
Toen zijn dossier afgesloten werd, hadden Schreieder en Haubrock op hun kernvragen nog steeds geen antwoord gekregen. In de weken die volgden, slaagde van Hamel er tweemaal bijna in, uit de gevangenis te ontsnappen; één van die twee keren voerde hij met veel Geschnauz Hers die hij uit diens cel had laten halen, z.g. als gevangene met zich mee. 'Voor de buitenpoort waar we al waren, stopte net Haubrock',
Begin april' 41 vond in het gebouw van de Hoge Raad het proces plaats. 'Op weg naar het Plein zaten we'
, aldus Hers,
'in de auto midden tussen de soldaten en er reden soldaten op zijspan naast ons. Ik zat tegenover Lodo. Hij gaf ons even een blik die zei: zullen we proberen, toch onder het zeil weg te duiken? Een soldaat zag het en we kregen met de kolf een slag tegen onze knie. In de wachtkamer zei van Hamel tegen Allers dat het hem zo speet dat ze door hem er bij betrokken waren. De aanklager was geschikt. Haubrock kreeg enorm op zijn donder dat hij bij het onderzoek zo weinig te weten was gekomen. Lodo maakte bij het proces een enorme indruk. Hij stond kaarsrecht voor zijn rechters. Voor de aanklager de eis stelde, werd aan Lodo opnieuw gevraagd of hij wilde zeggen wat zijn opdracht was, hoe zijn code in elkaar zat, enzovoort. Hij weigerde pertinent. 'Als goed Nederlands officier'
, zei hij, 'eis ik het recht op, datgene niet aan de vijand mee te delen wat het land kan schaden.'
Je kon een speld horen vallen.I"
Van Hamel kreeg de doodstraf, Hers en van den Hout levenslange tuchthuisstraf, de oude Allers tien jaar, Mesritz drie jaar. Baas Becking en mevrouw Smit werden vrijgesproken, de twee dochters van Allers naar het Frauenkonzentrationslager Ravensbrück overgebracht. Allers en Mesritz stierven in gevangenschap.
Door te zwijgen had van Hamel tientallen het leven gered: drie inlichtingengroepen had hij opgericht; hun fmanciering had hij via de bankier mr. E. E. Menten gewaarborgd. Maar geen naam, geen adres had hij prijsgegeven.
Zijn vader, prof. mr. J. A. van Hamel, deed na het doodvonnis een beroep op de voorzitter van het college van secretarissen-generaal, jhr, mr. A. M. Snouck Hurgronje: kon het college wellicht op gratie aandringen? Snouck voelde daar niet veel voor. 'Spionage is iets heel ergs'
, zou hij gezegd hebben." De Nederlandse regering te Londen, ingelicht via de Zweedse die in Berlijn de Nederlandse belangen waarnam, gaf zich samen met de Engelse grote moeite, haar eerste agent uitgewisseld te krijgen tegen een Duitse agent die in Engeland gearresteerd was.
De onderhandelingen werden door het Führerbefehl doorkruist.J.J.
Enkele dagen na zijn zes-en-twintigste verjaardag, op een middag om twee uur, werd aan van Hamel meegedeeld dat hij drie uur later gefusilleerd zou worden. Om kwart over twee begon hij aan zijn afscheidsbrief aan 'Mijn Lieve, Lieve Ouders':
, ... Ik heb alles gedaan wat een mens doen kon. . .. U kunt gerust zijn. Er is bitterheid noch haat in mijn hart. Gods wil geschiedt en zal altijd geschieden en wij zijn slechts Zijn werktuig. Daarvoor moeten wij Hem dankbaar zijn en dat ben ik ook.
Dat besef zal u wellicht boven de smart doen uitleven en de kracht geven om deze mijn laatste brief te lezen, en even goed te begrijpen als u mij altijd hebt begrepen.
Dag Lieve Moeder, Dag Lieve Vader, de,band die mij met u en uw kinderen bindt wordt niet verbroken doch is sterker dan ooit. Heel innig omhelst u, uw liefhebbende en gehoorzame zoon.'
Dan de naam: 'Lodo'
.
Enkele dagen later verschenen in De Telegraaf en het Algemeen Handelsblad de advertenties waarmee de ouders berichtten dat hun zoon 'het leven heeft moeten laten ... Geen rouwbeklag'.
Daar stond in De Telegraaf een trotse streep onder. De Nieuwe Rotterdamse Courant had, toen zij de advertentie ontving, bij de Duitsers geïnformeerd of deze wel in de haak was; ze mocht niet opgenomen worden.
Van Hamel was op 16 juni gefusilleerd.
Eén dag later ging van het Oberkommando der Wehrmacht de definitieve instructie uit: Fall Barbarossa, 22 juni, half vier's morgens.
Stalin, de Russische dictator, was gewaarschuwd; hij was dat al maandenlang.
De Duitsers waren zich bewust geweest dat het feit dat zij zoveel strijdkrachten naar Oost-Europa overbrachten, niet onopgemerkt zou blijven. Teneinde de tegenstander in verwarring te brengen, hadden zij door verscheidene kanalen het bericht verspreid dat die eoncentraties een rookgordijn'41 vernomen dat Hitler tot de invasie van de Sowjet-Unie besloten had. Enkele weken later werd de Russische ambassade in de Amerikaanse hoofdstad ingelicht, toen er via kanalen van de in Londen gevestigde Tsjechische regering een duidelijke bevestiging gekomen was uit Praag.'
In het al eerder gememoreerde gesprek met prins Paul, de regent van Joegoslavië, zei Hitler begin maart dat hij in juni of juli de Sowjet-Unie zou aanvallen; een desbetreffend bericht uit Belgrado leidde er toe dat Churchill begin april Stalin in een persoonlijke brief waarschuwde. In diezelfde tijd was men er bij de Russische ambassade in Berlijn volstrekt zeker van dat Duitsland zou aanvallen. Dat werd aan Moskou bericht. Voorts kwamen daar reeksen waarschuwingen binnen van communistische inlichtingendiensten en geheime agenten uit het gehele gebied tussen Finland en Roemenië, ook uit Duitsland. Van Tokio uit wist een van de belangrijkste Russische spionnen, de Duitser Richard Sorge, in maart te berichten dat tot de aanval besloten was; in mei gafhij de sterkte van de Duitse strijdkrachten op, op IS juni de voorlopig vastgestelde aanvalsdatum: 22 juni,"
Stalin legde al die waarschuwingen naast zich neer; beter gezegd: hij plaatste ze in een ander perspectief. Waarschuwingen van 'imperialistische mogendheden'
als de Verenigde Staten en Engeland golden voor hem als verdacht: die waren er, meende hij, slechts op uit, oorlog tussen de SowjetUnie en Duitsland te provoceren. Hij zou niet aanvallen - maar dat Hitler dat wèl zou doen vóór deze Engeland verslagen had, leek Stalin zo absurd dat hij alle berichten over Duitse troepenconcentraties in Oost-Europa en ook die eoncentraties zelf als aanwijzingen zag dat Hitler voornemens was,
Tot het afsluiten van zulk een accoord was Stalin bereid.
Die bereidheid toonde hij met een reeks maatregelen die men als opvallende politieke signalen mag kwalificeren.'
Voor de grondstoffenleveranties aan Duitsland uit en via de Sowjet-Unie (een deel van die grondstoffen kwam uit Frans Indo-China en werd via Wladiwostok aangevoerd) werden expresse-goederentreinen ingelegd; eind april erkende Stalin het Vichy-bewind, begin mei liet hij de gezanten van Joegoslavië, Noorwegen en België (Nederland onderhield geen diplomatieke betrekkingen met de Sowjet-Unie) uit Moskou uitwijzen, begin juni, na de val van Kreta, de Griekse gezant; daarentegen werd in mei het pro-Duitse bewind in Irak (dat zich slechts enkele weken handhaafde) onmiddellijk door hem erkend. Het meest sprekend was misschien wel het met nadruk onderstreepte bericht (6 mei) dat hij persoonlijk de leiding van de regering ter hand genomen had (men kon dus zaken met hem doen), en veel pleit er voor dat hij er voor zorgde dat de Duitse ambassade te Moskou begin juni vernam dat hij op 5 mei in een vertrouwelijke toespraak voor alle eindexaminandi der militaire academies van het Rode Leger betoogd had dat de Sowjet-Unie niet sterk genoeg was om een grote oorlog te voeren en dat dus een nieuw compromis met Duitsland geboden kon zijn waarbij de Sowjet-Unie, aldus Stalin, zich bescheidener diende op te stellen dan in het verleden.
Medio juni: weer een duidelijk signaal.
De burgers van de Sowjet-Unie die sinds het Duits-Russisch niet-aanvalsverdrag van eind augustus '39 in hun pers vrijwel geen artikel meer aangetroffen hadden dat men anti-Duits zou kunnen noemen, vernamen op de rade uit een bericht van het officiële persbureau Tass dat niet alleen de Sowjet-Unie maar ook Duitsland zich stipt hield aan de bepalingen van het verdrag en dat 'naar de opvatting van Sowjet-Russische kringen de geruchten als zou Duitsland de bedoeling hebben, het verdrag te annuleren en een overval op de Sowjet-Unie te ondernemen, van alle grond ontbloot' waren.ê
Wèl was het zo dat Stalin de troepen die aan de westelijke grens van de
1 In Engelse regeringskringen hield men zozeer rekening met de mogelijkheid dat Stalin zich tot nieuwe, nog grotere leveranties van de Sowjet-Unie verplichten zou, dat voorbereidingen getroffen werden om de Russische aardolie-installaties bij de Kaspische Zee (de aardolie-voorziening beschouwde men als de Achilleshiel van de Duitse oorlogseconomie) van Irak uit te bombarderen. 2 Geschichte des grossen Vaterldndischen Krieges der Sowjetunion, dl. I, p. 474.
Hoe sterk was de Sowjet-Unie?
Er was onder de impuls van het conununistisch bewind met name sinds het einde van de jaren '20 een omvangrijke zware industrie opgebouwd; de ontwikkeling van landbouwen veeteelt was daar ver bij achter gebleven. Die zware industrie had in de eerste plaats de grondslag gevormd voor een moderne bewapening. Aan de strijdkrachten was in hun politieke scholing voordurend voorgehouden dat de Sowjet-Unie vroeg oflaat met 'de kapitalistische buitenwereld'
in gewapend conflict zou geraken, maar 'die Erziehung zum Hass gegen den wahrscheinlithsten Gegner, den deutschen Faschis mus, war', aldus de auteurs van de Geschichte des grossen Vaterländischen Krieges der Sowjet-Union, 'eingeschränkt worden."
De Sowjet-Unie telde in '41 ca. 9 miljoen beroepsmilitairen en dienstplichtigen. Van hen bevonden zichin juni 4.7 miljoen onder de wapenen: 1 miljoen in het Verre Oosten (tegen Japan), 2.5 miljoen aan de westelijke grens, 1.2 miljoen in het binnenland en aan de overige grenzen. De vloot was voldoende voor verdedigingsoperaties tegen niet te sterke tegenstanders. De Russische luchtmacht was grotendeels verouderd, zij het dat in de eerste helft van '41 meer dan 2 500 moderne toestellen afgeleverd werden, hoofdzakelijk jagers; ook bij die moderne toestellen was evenwel de radio-apparatuur zo slecht dat de bemanningen er maar zelden gebruik van maakten. Ook de meeste tanks waren verouderd; daarentegen kwamen van twee nieuwe types die krachtiger waren dan de beste Duitse tanks, in ,40 en in de eerste helft van '41 tweeduizend exemplaren gereed. De Russische infanterie bezat goede geweren, maar met de productie van de lichtere en vaak effectievere machinepistolen was nog geen begin gemaakt. De mortieren, voor de infant~rie een belangrijk eigen hulpmiddel bij aanval
1
Niettemin: hoeveel er kwalitatief ook aan de Russische strijdkrachten ontbrak, zij hadden de Duitsers op de zzste juni en volgende dagen een warme ontvangst kunnen bereiden als zij daarop ingesteld waren geweest. Dat laatste was niet het geval. De Duitse aanval werd door niemand verwacht. Dat bleek ook uit de troependisposities. Van de twee-en-een-half miljoen militairen die, gelijk gezegd, achter de westelijke grens opgesteld stonden, bevond zich één derde op ca. 500 km afstand van de grens; deze troepen zouden per trein westwaarts vervoerd moeten worden. Er waren evenwel slechts weinig spoorwegen en als regel zouden de troepen mèt al hun uitrusting op IOO tot ISO km van de grens uitgeladen moeten worden: dan veranderde de spoorbreedte en voor het resterende traject was er geen rollend materieel. De troepen die dichter bij de grens lagen, waren ook al \ in de diepte opgesteld en wel over een afstand van 100 tot ISO km. Aan de grens zelf stonden slechts delen van 40 infanterie- en 2 cavalerie-divisies die gemiddeld vijftig kilometer grens te bewaken hadden. Zij waren primitief gehuisvest, hun officieren woonden in boerenhoeven, vaak op Ia km afstand van de onder hen ressorterende militairen. Bij die grenstroepen waren tankformaties ingedeeld waarvan vele tankchauffeurs niet meer dan twee uur rij-ervaring bezaten. Achter het aanleggen van de nodige verdedigingslinies had men niet veel haast gezet; projecten voor de bouw van grensversperringen waren maar voor een vierde deel uitgevoerd. Men was wèl bezig, de bestaande vliegvelden uit te breiden en nieuwe aan te leggen, maar daar was uit voortgevloeid dat de in het westen aanwezige jagers en bommenwerpers op een gering aantal vliegvelden geconcentreerd stonden; aan de camouflage was daar maar weinig gedaan. De meeste luchtafweerkanonnen waren trouwens onbemand, want een groot deel van het kader van de luchtafweer alsook van de veldartillerie bevond zich in juni voor oefeningen ergens in Wit-Rusland. Er was, tenslotte, geen enkel operatieplan dat met de mogelijkheid van een krachtige aanval uit het westen rekening hield en onder de kaders hadden, aan het eind van de jaren '30, de 'zuiveringen'
In de loop van zaterdag de z rste juni drong zich op grond van berichten welke die dag Moskou bereikten, aan Stalin de indrukop dat de Duitsers zich op allerlei punten gereedmaakten, de Russische grens te overschrijden. Nog hield hij een grootscheeps offensief voor onwaarschijnlijk: was Hitler misschien op grensincidenten uit? Laat in de avond werd een instructie opgesteld voor de Rode vloot en voor de bevelhebbers in de grensdistricten : de oorlogsschepen moesten voorzorgsmaatregelen nemen, de artilleriestellingen aan de grens bemand worden, de troepen gealarmeerd, de vliegtuigen verdekt opgesteld eli de verduistering van steden en militair belangrijke complexen voorbereid; in geen geval moest men zich evenwel door 'provocaties'
tot handelingen laten verleiden 'waaruit grote complicaties kunnen voortvloeien."
In de nacht van zaterdag 2I op zondag 22 juni werd die instructie om half één telegrafisch doorgegeven. Zij had de meeste bevelhebbers voor wie zij bestemd was, nog niet eens bereikt toen, klokke half vier, de westelijke grensdistricten van de Sowjet-Unie door de vernietigende slag van de Blitz krieg getroffen werden.