Bij zijn poging om naar Engeland terug te keren was van Hamel, zoals wij in ons vorige deel beschreven, medio oktober bij het Tjeukemeer samen met vier metgezellen (de Leidse studenten Hans Hers en [ean Mesritz, de Leidse hoogleraar prof. Baas Becking en mevrouw Marion Smit) door de Nederlandse politie gearresteerd en aan de Sicherheitspolizei uitgeleverd.' Ook had de Nederlandse politie op een eilandje in het Tjeukemeer de koffer met alle gegevens die van Hamel had willen meenemen, opgespoord: tal van spionagerapporten zaten er in, maar ook een geadresseerde brief die het de Sicherheitspolizei mogelijk gemaakt had, in Den Haag de adjudant-onderofficier Allers te arresteren, uit wiens woning van Hamel de zendverbinding onderhouden had, alsmede diens twee dochters; de verloofde van één harer, Jan van den Hout, die van Hamels zender had laten repareren, was enige tijd later in Duitse handen gevallen toen hij, net voor hij in Noord-Brabant wilde onderduiken, nog een keer bij de woning van Allers was langsgegaan.