Nog op dezelfde dag waarop hem het bericht van de staatsgreep in Belgrado bereikte, besloot Hitler, Joegoslavië militair te vernietigen en het land in brokken te verdelen. Vanuit het noorden en, in het oosten, van Bulgarije uit zouden Duitse strijdkrachten Joegoslavië binnendringen. De gebieden die vóór de eerste wereldoorlog deel hadden uitgemaakt van het oude Oostenrijk-Hongarije zouden grotendeels aan Gross-Deutschland toegevoegd worden, maar ook Hongarije en Bulgarije zouden gebiedsuitbreiding krijgen. Het grootste deel van Joegoslavië zou Hitler aan Mussolini overlaten, alleen het vroegere Servië zou onder Duitse Militärverwaltung geplaatst worden, Kroatië tenslotte (waar een fascistische stroming bestond) zou autonomie krijgen.
AI die territoriale regelingen stelde Hitler op 3 april vast.
Drie dagen later, op zondag de öde, werd het offensief ingezet. Het was door de Duitse militaire staven snel geïmproviseerd - en niet zonder bezorgdheid: zouden de Duitse tanks in het goeddeels bergachtige terrein dat zich uitstekend voor de guerrilla leende, wel snel genoeg kunnen oprukken? Hitler voorzag een langdurige en misschien wel moeilijke strijd. Maar het viel hem mee. Het Joegoslavische centrale bestuursapparaat werd op de ochtend waarop de strijd ontbrandde, lamgeslagen door een zware luchtaanval op het centrum van Belgrado waarbij enkele duizenden slachtoffers vielen. De mobilisatie van de Joegoslavische troepen liep in het honderd; .hele regimenten, met name die welke afkomstig waren uit Kroatië (waar men zich steeds bij Servië achtergesteld gevoeld had), weigerden te vechten; de guerrilla, waarvoor niets voorbereid was, kwam niet van de grond en zelfs in bergachtige streken werd verzuimd bruggen op te blazen. Na elf dagen capituleerde het opperbevel, koning Peter II en minister-president Simowitsj ontkwamen ternauwernood per vliegtuig naar Griekenland.
In dat laatste land (dat, evenals Joegoslavië, op 6 april aangevallen werd) rukten de Duitsers iets minder snel op: hier en daar boden Griekse maar vooral ook Britse eenheden hardnekkige weerstand; dan gaf de Duitse superioriteit in de lucht en te land de doorslag. Het Griekse opperbevel
En een nieuwe tegenslag volgde.
Al enkele maanden lang hadden Hiders naaste militaire adviseurs er op aangedrongen dat tegelijk met of spoedig na de operaties op de Balkan het eiland Malta veroverd zou worden dat, zolang het in Engelse handen was, de toevoer naar de Duits-Italiaanse strijdkrachten in Noord-Afrika bemoeilijkte. Hitler legde dat advies naast zich neer. Op raad van generaal Student (die inmiddels hersteld was van de verwonding die hij op dinsdagavond 14 mei '40 in Rotterdam opgelopen had) besloot hij, met inzet van Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen Kreta te veroveren. Op 20 mei daalden de eerste parachutisten op het eiland neer; tien dagen later was het geheel in Duitse handen, zij het dat het Luftlandekorps (dat een bijzonder gedurfde operatie uitgevoerd had) deerlijk gehavend was. Maar ook de Britten hadden, eerst bij de verdediging, later bij de evacuatie van Kreta, zware verliezen geleden, niet alleen aan troepenen voorraden maar ook aan marine-eenheden en koopvaardijschepen.
Vanmaand tot maand werd de gehele Britse positie in het Midden-Oosten ernstiger bedreigd.
Eind april had Rommels Afrika Korps Wavells strijdkrachten die verzwakt waren door de divisies die naar Griekenland overgebracht waren, weer naar de Egyptische grens teruggedrongen; alleen de havenstad Tobroek bleef in Britse handen. In mei moesten de Britten een pro-Duitse opstand in Irak neerslaan. Zij begonnen toen ook, met steun van Franse strijdkrachten die zich aan de zijde van generaal de Gaulle geschaard hadden, moeizaam door te dringen in de Franse kolonie Syrië waar de machthebbers trouw gebleven waren aan het Vichy-bewind.
Of de Engelsen op den duur Egypte en het Suezkanaal zouden kunnen behouden, leek zeer de vraag.