Het verwachtingspatroon van een volk dat onderdrukt wordt, heeft met name in oorlogstijd maar een zwakke verbinding met de objectieve werke
1 Aangehaald in Butler: Grand Strategy, ell. II, p. 549.
Zo was het ook in bezet Nederland in de lente van '41: uitgelaten vreugde bij de omzwaai in Joegoslavië en, bij velen, diepe neerslachtigheid in de weken waarin in Noord-Afrika alle terreinwinst die de Engelsen in Wavells offensief behaald hadden, verloren ging en waarin op de Balkan en op Kreta bleek dat de Engelse strijdkrachten niet in de verte bij machte waren, de Duitse Blitzkrieg te weerstaan. Maar ook toen zag men lichtpunten: de Londense radio berichtte immers regelmatig dat de bommenwerpers van de Royal Air Force doelen in Duitsland bombardeerden. Die bombardementen konden toch niet zonder effect blijven!
Veel effect hadden ze in werkelijkheid niet.
In april werden enkele Nederlandse journalisten door de bezetter in de gelegenheid gesteld, er zich in het Ruhrgebied en in het Rijnland van te vergewissen dat het leven normaal zijn gang ging. De verslaggever van De Residentiebode wijdde er een artikel aan (23 april) waarin hij de spot dreef met de Engelse propaganda. 'Ik vind'
, schreefhij, 'dat er toch wel één dappere Nederlandse journalist mag zijn die de waarlijk heroïsche moed heeft om terwille van de waarheid-en-niets-dan-de-waarheid te sneven voor zijn land ... Welnu, wat de Engelse radio vertelt, herhaaldelijk vertelt, is waar. Ik weet wel dat ge niet twijfelt aan de pijnlijke accuratesseen juistheid van de Engelse zender. Maar toch moet het u deugd doen, nu in uw krant zelf te lezen wat de redacteur van die krant met eigen ogen aanschouwd heeft. Keulen, Düsseldorf, Duisburg, Bonn, noemt u maar op, Kruppwerken, de'Dit was Keulen'
, 'hier stond de Dom'
, 'hier werkten eens tienduizend arbeiders.'
Dit evident ironische artikel werd zo algemeen voor een beschrijving van de werkelijkheid gehouden, dat de losse nummers van De Residentiebode in een wip uitverkocht waren. Janke, hoofd van de Presseabteilung van het Reichskommissariat, maakte een dag later op zijn persconferentie 'die bedauerliche Feststellung ... dass hier viele Leute noch sehr krankhaft in ihrem Denken sind und eigentlich in ein Irrenhaus gehören.'l Bij wijze van strafmaatregel werden De Residentlebode en De Tijd (dit laatste dagblad had het ironische artikel overgenomen) ruim twee maanden lang verboden. Uiteraard werd dit verbod door menigeen als bewijs gezien dat de reportage wel degelijk beschreven had hoe het er bij de Duitsers uitzag." Daarom was zij ook met zoveel graagte gelezen: , '0 Engeland, sla toe dat zij het voelen! Verwoest ook Duitslands steden, spaar er geen. En zoek niet langer meer naar oorlogsdoelen, want elke Duitser is er immers een. Wreek, Engeland, uw zwaargetroffen steden! Verwoest hun steden, zonder onderscheid doe aan die schoften als ze aan ons deden! 0, Engeland, sla toe! Nu is het tijd!'
·
'Doe aan die schoften als ze aan ons deden!'
Het gedicht in Het Parool sloeg op de meidagen van 1940 en het sloeg voor. al op het bombardement van Rotterdam dat, naar men vrij algemeen veronderstelde, aan dertigduizend Rotterdammers het leven gekost had. Er was veel gebeurd in dat eerste bezettingsjaar. De druk nam toe. Reglementering greep om zich heen. Het leven werd schraler, ook in de lente van '41. In april werd de aardappel, het volksvoedsel bij uitstek, opeens gerantsoeneerd:
1 Verslag persconferentie, 24 april 1941 (DVK, 46). 2 'Keulen is onherkenbaar'
, schreefhet illegale Vrij Nederland beginjuli '41. 'Alleen de Dom staat nog overeind, met slechts één kleine kapel beschadigd. Langs de kaden van de Rijn zijn alle pakhuizen verdwenen. De fabrieken zijn vernield. Zó is het ook in de haven van Duisburg. Zó is het in Düsseldorf.'
(Vrij Nederland, 1, p. 4). 3 Het Parool, 6 (9 april 194 1), p. 3·
Niet zonder bezorgdheid zagen de autoriteiten de dagen van 10 tot 14 mei ,41 naderen. Tijdens de Februaristaking was in Amsterdam en omgeving duidelijk gebleken hoe men over de bezetter dacht; nadien hadden zich ook elders incidenten voorgedaan. Op Overflakkee was het op I maart tot een grote vechtpartij gekomen met een patrouille van de Wehrmacht en een week later was er een Kommando van de Duitse Ordnungspolizei uitgescholden dat als versterking naar het eiland gestuurd was; bij wijze van represaille waren toen ruim honderdtachtig mannelijke inwoners van Sommelsdijk die tussen de achttien en dertig jaar oud waren, gearresteerd en een maand lang in het concentratiekamp Schoorl opgesloten. Eind april was aan de gemeente Utrecht wegens anti-Duitse demonstraties een boete van f 50 000 opgelegd. Daar kwam bij (en het feit was de Duitsers niet onbekend) dat in de lente van ,41 nieuwe uitroepen en gebaren in zwang raakten die stuk voor stuk getuigden van vertrouwen in Duitslands nederlaag. De lettercombinatie 'O-z-o'
('Oranje zaloverwinnen'
) was al in de herfst van '40 populair geworden; ze werd in de lente van '41 zo vaak in advertenties gebruikt, zij het in schijnbaar onschuldige aankondigingen ('Onze zuurkooloverheerlijk'
bijvoorbeeld, en dan werden de letters O-z-o vet gedrukt), dat de Presse abteilung spoedig deed weten dat zij niet alleen tegen de stellers van dergelijke advertenties zou optreden maar ook tegen de directies van bladen welke ze opnamen. Populair werd ook de groet 'hallo'
, maar dan als afkorting van 'hang alle laffe landverraders op "
Het dragen van afbeeldingen van levende leden van het Oranjehuis (menigeen droeg een zilveren munt waarin de beeldenaar van koningin Wilhelmina uitgezaagd was) werd begin mei verboden; onmiddellijk nadien ging men er toe over, militaire knopen waar de Nederlandse leeuw op stond, als patriottisch insigne te dragen. Moest dat niet óók verboden worden? In de vergadering van de vijf procureursgeneraal met de leiding van het departement van justitie zei de procureurgeneraal bij het Haagse gerechtshof, de NSB'er mr. R. van Genechten, 'dat een dergelijk verbod toch weinig uithaalt daar, zodra het ene wordt verboden, het andere weer wordt bedacht."
1 Vergad. p.g.: Notulen IS mei 1941, p. S. Het desbetreffende verbod werd eind juni uitgevaardigd, gevolgd door het verbod, rood-wit-blauwe vlaggetjes als fietsvlaggetjes te gebruiken.
Van dat laatste een tekenend voorbeeld.
Begin mei kreeg de eigenaar van een Rotterdamse agentuuren commissiehandel die sinds 1930 'Oranjeklant'
als telegramadres gebezigd had en enveloppen placht te gebruiken die een rood-wit-blauw kruis droegen, aanzegging dat hij zowel het een als het ander onmiddellijk moest nalaten. Als telegramadres koos hij toen de woorden: 'Het moest'
, en het kruis op zijn enveloppen liet hij in zwart drukken. Omtrent dit alles zond hij een circulaire aan zijn cliënten. Een stroom van huldigende brieven volgde, 'een firma uit Amsterdam telegrafeerde: 'het spijt ons dat het moest'
" en bij de telefonische doorgave van dit telegram zei de telefoniste: 'het spijt ons ook dat het moest.' Een NSB'
er maakte de Sicherheitspolizei op de circulaire van de zakenman attent; deze, die al 'een kostbare lap oranje zijde had gekocht, voldoende om er minstens vijf prachtige japonnen uit te maken', werd prompt gearresteerd.!
Het was de Engelse radio die in de lente van '41 voor nieuwe middelen ging zorgen om de vijand en zijn handlangers te tarten. Radio Oranje begon in maart met de wekelijkse uitzending van een politiek cabaret, 'De Watergeus'
, waarin bij voorkeur aan oude, bekende wijzen nieuwe teksten toegevoegd werden, 'telkens hoorde je die de dag daarna op straat fluiten of zingen door deugnieten van fietsjongens. Natuurlijk genoot het publiek met volle teugen'ê. Er werd druk geluisterd naar de uitzendingen uit Londen: vrij algemeen wist men waar die 'deugnieten van fietsjongens'
op doelden. Begin april, kort dus na het begin van 'De Watergeus'
, nam de Nederlandse sectie van de BBC een initiatief van de Belgische over: de luisteraars in bezet gebied aansporen, de letter V ('Vlor Victory!') op muren en schuttingen te schrijven. De eerste aansporingen in die geest waren door de Belgische sectie medio januari uitgezonden. Toen in Londen bericht binnenkwam dat zij opgevolgd waren, ook in Nederland (waar druk naar de Vlaamse uitzendingen geluisterd werd), ging ook de Nederlandse sectie van de BBC het V-teken propageren, zelfs op rijm: 'Vooruit, voortaan doet allen mee: schrijft V's waar ge kunt vinden, en vormt twee vingers tot een V bij 't groeten van uw vrinden! Dan wordt ons vaderland weer vrij,
's in veelvoud vecht ook gij! Victorie! Vlug: vangt aan!'!
. 'Neuerdings', zo berichtte begin juni het geheime weekrapport van de Sicherheitsdienst, de 'Meldungen aus den Niederlanden', 'ist in verschiedenen Stellen des Landes eine neue Grussform der königstreuen Nieder länderjestzustellen. Beim Gruss wird der rechte Arm erhoben und dabei der Zeige- und Mittelfinger in V-Farm gespreizt, was
'Vrijheid'
und
'Victorie'
bedeuten sol1.'2 .
Volgens een aan de Wehrmachtbefehlshaber, generaal Christiansen, uitgebracht rapport weerklonk daarbij soms de roep: 'Verkade!'
- en dat begrip sloeg dan op de initialen uit de zin: 'Vrijheid en recht kennen alleen de Engelsen!'
3
Waar kwam dit alles op neer? Hierop, dat de anti-Duitse gezindheid die sinds de zomer van' 40 gegroeid was, zich in het dagelijks leven steeds sterker in kleine, uitdagende demonstraties ging uiten. Zouden het in de herdenkingsdagen van 10 tot 14 mei '41 wellicht grote demonstraties worden?
De provinciale en gemeente-besturen ontvingen instructie van Binnenlandse Zaken, er op toe te zien dat de bevolking op generlei wijze uiting zou geven aan haar 'gevoelens van rouw'
; dat was, 'zowel in het belang van ons land en van elke Nederlander alsook in het belang van de noodzakelijke goede samenwerking met de Duitse autoriteiten bepaald ongewenst en mitsdien ontoelaatbaar'
; 'plechtigheden bij oorlogsgedenktekenen, bijeenkomsten ter herdenking van gevallenen, inzamelingen ten behoeve van de oorlogsslachtoffers en dergelijke'.
moesten 'onvoorwaardelijk achterwege b1ijven.'
4 De pers ontving van de Duitsers instructie, in generlei vorm foto's uit de meidagen van '
40 op te nemen, 'gewenst alleen is: foto's van de goede verstandhouding der Nederlandse bevolking met de Duitse soldaten."
Dwars tegen dat alles in werd die bevolking in verscheidene streken des lands in illegale pamfletten opgeroepen om op de lode of op de rade mei ten tekenvan rouw de gordijnen dicht te doen en zoveel mogelijk thuis te
En nu hoort u Vrijbuiter .' .. Rijmen en praatjes uit de Engelse radio tijdens de oorlogsjaren
'Meldungen aus den Niederlanden',
WBN,
Lagebericht
'velen'
de gordijnen.ê In Gouda deed men dat op de rode mei 'in sommige wijken'
zo algemeen, 'dat van een demonstratie gesproken kon worden.P In Enschede werd op de rade mei in minstens één groot bedrijf ,s middags twee minuten lang de arbeid neergelegd. Een dag tevoren, op 13 mei, werd in Maassluis een vlaggenparade van de Kriegsmarine door een jongeman die zich temidden van een groepje van dertien jeugdigen bevond, met een fluitje verstoord; de dertien werden ter plaatse gearresteerd en samen met drie jongeren uit Vlaardingen die ook aanwezig geweest waren en enkele dagen later werden opgehaald, naar een concentratiekamp gezonden; aan Maassillis werd eenboete van f 100 000 opgelegd, de bevolking moest twee weken lang om acht uur 's avonds binnen zijn en de burgemeester werd door een NSB'
er, die tegelijk regeringscommissaris werd, vervangen+
Onze gegevens zijn, wat het land als geheel betreft, onvolledig. Wij kunnen er slechts aan toevoegen dat op zaterdag 10 mei alom in den lande de graven van Nederlandse militairen onder bloemen bedolven werden, dat op zondag I I mei niet minder dan zeventienduizend personen naar het punt trokken waar het felst gevochten was: de Grebbeberg, en dat in Zeeland, vermoedelijk ook in de andere provincies, het kader van de NSB instructie ontvangen had om de namen en in elk geval de adressen te noteren van diegenen die hun gordijnen gesloten hadden; die gegevens diende men
'ten spoedigste'
door te geven aan de geheime dienst der NSB, de z.g. Centrale Inlichtingen Dienst- die in Den Haag haar hoofdbureau had.
Wat men in bezet gebied publiekelijk niet mocht uiten, werd op de avond van de rode mei met duidelijkheid gezegd door koningin Wilhelmina. In een toespraak voor Radio Oranje- herinnerde zij aan hetgeen een jaar tevoren geschied was; zij repte van 'het stelsel van verraad en verraders, zowel door de vijand als door een geringe groep laaghartige Nederlanders op de meest geraffineerdewijze in praktijk gebracht'; zij roemde 'de dappere weerstand, door onze, door die schurken in de rug aangevallen weermacht geboden' ('schurken'
-wie had dat woord ooit inhet koninklijk vocabulaire aangetroffen?); zij kondigde aan dat voor 'de handvol verraders ... in een bevrijd Nederland geen plaats meer zal zijn.' Dat laatste werd vrij algemeen aldus geïnterpreteerd dat alle NSB'
ers na de bevrijding uit Nederland gedeporteerd zouden worden; men was er niet rouwig om.
Boven memoreerden wij de Duitse instructie aan de pers, geen foto's te plaatsen die aan de meidagen van '
40 zouden herinneren. Die instructie behelsde nog een algemene toevoeging: 'foto'
s van oorlogsgebeurtenissen, welke dan ook', mochten tijdens de herdenkingsdagen niet gebracht worden, 'tenzij er belangrijke gebeurtenissen plaats vinden die een publikatie van dit nieuwe, actuele materiaal vereisen.'
Welnu, aan de militaire fronten speelde zich tussen 10 en 14 mei '41 niets van betekenis af maar in de politieke sector deed zich een gebeurtenis voor die als in de hoogste mate actueel ervaren werd, zij het dat de Duitsers er spoedig een bedremmeld zwijgen 'roe deden.
Wij bedoelen de aankomst van Rudolf Hess in Engeland.
Rudolf Hess, een van Hiders eerste medestanders, was kort na de vestiging van het Derde Rijk plaatsvervangend leider geworden van de NSDAP. In de toespraak die Hitler enkele uren na het begin van de aanval op Polen had gehouden, had hij Hess officieel uitgeroepen tot zijn tweede opvolger (Goering was de eerste)voor het geval hij, Hitler, mocht komen te overlijden. 3 Formeel was Hess daardoor min of meer de 'derde man'
geworden in het
1 Rondschrijven, 7 mei 1941, van de leider van het district Zeeland aan alle groepsleiders (BRve: Dossier J. A. Dekker, H 352/49, map IV, 68 rood). 2 Tekst: Enq., dl. VII a, p. 408--09. 3 Onze samenvatting van de affaire- Hess is hoofdzakelijk gebaseerd op het werk van]. Douglas-Hamilton: Motivefor a mission. The story behind Hess's flight to Britain (1971).
Hiders ambivalentie jegens de Engelsen was Hess niet onbekend: hij wist dat de Führer vaak met waardering gesproken had over de prestaties die de Engelsen bij de opbouw van hun Empire verricht hadden; hij wist ook dat Hitler van mening was dat, als Engeland verslagen was,'niet Duitsland maar in de eerste plaats de Verenigde Staten en Japan van de desintegratie van het Britse Rijk zouden profiteren. Terwijl evenwel Hitler in de loop van '40 tot de conclusie gekomen was dat Duitslands overwinning onverbrekelijk verbonden was met Engelands nederlaag, zette zich in de tot monomanie geneigde geest van Hess steeds meer het denkbeeld vast dat een hernieuwd duidelijk vredesaanbod (waarbij Duitsland natuurlijk heer en meester zou blijven op het vasteland en met name de vrije hand zou behouden in OostEuropa) tot een accoord zou kunnen leiden; in elk geval moest daartoe, meende Hess, een laatste, een allerlaatste poging ondernomen worden - en was het dan niet zijn historische opdracht, zulks te doen en daarbij desnoods het eigen leven te riskeren?
Na het einde van de eerste wereldoorlog had Hess (die officiergeweest was in het regiment waarin Hitler het tot korporaal gebracht had) in München tot de leerlingen behoord van een Duitse ex-generaal, dr. Karl Haushofer, die aan de universiteit in de Beierse hoofdstad een nieuw modieus vak doceerde: de Z.g. geopolitiek; haar voornaamste stellingen kwamen wonderwel overeen met de wensen van Duitse chauvinisten. Hess kwam als student vaak ten huize van prof. Haushofer en deze was het die, na Hiders mislukte Putsch van november '23, Hess naar Oostenrijk hielp ontsnappen. Nadien bleef Hess met prof. Haushofer en diens gezin in contact; na de Machtubernahme kreeg die relatie de betekenis van protectie doordat prof Haushofer met een halfJoodse vrouw getrouwd was. Ook prof. Haushofers oudste zoon, dr. Albrecht Haushofer, kon van die bescherming profiteren: hij werd, op voor
Albrecht Haushofer bezat tal van internationale contacten, vooral in Engels-conservatieve kringen. Tot zijn Engelse kennissen behoorde een Schotse edelman, de latere hertog van Hamilton, die goede relaties had met het Engelse hof en in regeringsmilieus. Toen nu Hess in de herfst van '40 overwoog hoe hij Engeland kon winnen voor een compromis met Duitsland, besloot hij, Albrecht Haushofer via een kennis in Portugal een brief te laten schrijven aan Hamilton. Haushofer die er zich terdege van bewust was dat de N azileiders niet alleen door de Engelse regering maar door de overgrote massa van het Engelse volk als een bende misdadigers beschouwd wcrden (zo was Haushofer hen zelf ook gaan zien), verwachtte geen succes van die stap maar wilde Hess zijn medewerking niet onthouden; de brief werd, vermoedelijk met medeweten van Hitler, eind september verzonden. Hij werd prompt door de Engelse censuur vastgehouden - Haushofer kreeg geen antwoord. Maar Hess gaf zijn project niet op. Hij was een bekwaam piloot. Eind' 40 besloot hij, naar Schotland te vliegen teneinde via Hamilton tot de Engelse koning door te dringen. Op het vliegveld te Augsburg liet hij aan een snelle Duitse jager, een Messerschmitt-s io, extra-benzinetanks monteren; hij schreef in januari' 41 een persoonlijke brief aan Hitler die hij aan zijn eigen adjudant overhandigde en steeg op. Was hij binnen vier uur niet terug, dan diende die adjudant zich naar Hitler te begeven. Vier uur later stond de adjudant al op het punt, naar Hitler te gaan, toen opeens de Messerschmitt van Hess weer verscheen: deze was teruggekeerd in verband met de slechte weersomstandigheden die hij onverwachts aangetroffen had. Hij bleef bij zijn plan - en Hitler lichtte hij niet in.
Op zaterdag 10 mei' 41 steeg Hess bij het vallen van de avond opnieuwop. Hij bereikte Schotland, cirkelde daar enige tijd rond, sprong per parachuut uit zijn toestel, werd door een boer gevonden en onder zijn aangenomen naam ('Oberleutnant Alfred Hom') als krijgsgevangene opgesloten in Glasgow. Hij zei daar dat hij onmiddellijk een gesprek wilde voeren met Hamilton. Deze die in Schotland bij de Engelse luchtmacht diende, reisde zondagmorgen I I mei naar Glasgow, kreeg te horen dat hij niet 'Alfred Hom'
maar Rudolf Hess voor zich had, raakte daarvan overtuigd, luisterde (zonder syrnpathie) naar diens denkbeelden over een Duits-Engels accoord en vloog nog diezelfde avond naar Churchill. Churchilllegde de avances van .Hess naast zich neer; besloten werd, vooreerst over diens aankomst te zwijgen. Volstrekte zekerheid dat' Alfred Hom'
inderdaad Rudolf Hess was, had men trouwens niet.
In de ochtend van zondag II mei arriveerde de adjudant van Hess te Berchtesgaden. Dringend vroeg hij Hitler te spreken. Aan deze overhandigde hij de door Hess geschreven brief Een ongearticuleerde, haast dierlijke kreet weerklonk. 'Dann, aldus Hitlers architect Speer, 'brüllte Hitler: 'Sojort Bormann! Wo ist Bormann? !'1Deze moest onmiddellijk Goering, Ribbentrop, Goebbels en Himmler waarschuwen. Hitler was zich scherp bewust dat het eigenmachtig verdwijnen van Hess een raadselachtige indruk zou maken niet alleen op de Duitsers maar ook op hun bondgenoten en dat dat verdwijnen bij hen evenveel aanleiding zou geven tot defaitistische bespiegelingen als tot overwinningskreten bij hun tegenstanders. Maar was Hess inderdaad in Engeland aangekomen? Verdwenen was hij wèl en daarover kon men niet blijven zwijgen zonder allerlei risico's te lopen. Dus maakte de partijleiding op maandag 12 mei bekend dat Hess twee dagen tevoren als 'slachtoffer van hallucinaties'
(zo stond het in de Nederlandse pers) per vliegtuig opgestegen was; men nam aan dat hij bij zijn vlucht verongelukt was.
De derde man in de Nazistaat 'slachtoffer van hallucinaties'
? Een vreemde zaak! En ze werd nog vreemder toen de BBC op de avond van diezelfde maandag meedeelde dat Hess in Schotland geland was waarheen hij zich, aldus het korte bericht, vrijwillig had begeven. Een nieuw, lang communiqué van Berlijn volgde: Hess zou van plan zijn geweest, de vernietiging van het Empire te voorkomen; aan de eerder genoemde 'tragische hallucinaties'
zou hij al jarenlang geleden hebben.
Aangestipt zij nog dat de adjudant van Hess en de beide Haushofers gearresteerd werden.ê dat de ontbinding gelast werd van tal van organisaties (van astrologen en natuurgeneeskundigen bijvoorbeeld) die bij Hess een zekere bescherming gevonden hadden, en dat Hitler bepaalde dat Hess, zo hij ooit terugkwam, zonder vorm van proces doodgeschoten moest worden.
1 A. Speer: Erinnerungen (1969), p. 189. • Karl Haushofer werd na enkele dagen vrijgelaten, zijn zoon Albrecht eerst na acht weken. Albrecht kwam nadien in een steeds intensiever contact met Duitse verzetskringen, vluchtte uit Berlijn na de mislukte aanslag op Hitler van juli '44, dook onder in Beieren, maar werd daar in december '44 ontdekt; kort voor de verovering van Berlijn door de Russen werd hij doodgeschoten. Karl Haushofer en zijn vrouw pleegden zelfmoord in maart' 46. Iii Engelse gevangenschap trachtte Hess tweemaal vergeefs zich van het leven te beroven; nadien veinsde hij dat hij zijn geheugen verloren had. Eerst tijdens het naoorlogse Neurenberger proces tegen de voornaamste Duitse oorlogsmisdadigers gaf hij die fictie op.