Hiders ambivalentie jegens de Engelsen was Hess niet onbekend: hij wist dat de Führer vaak met waardering gesproken had over de prestaties die de Engelsen bij de opbouw van hun Empire verricht hadden; hij wist ook dat Hitler van mening was dat, als Engeland verslagen was,'niet Duitsland maar in de eerste plaats de Verenigde Staten en Japan van de desintegratie van het Britse Rijk zouden profiteren. Terwijl evenwel Hitler in de loop van '40 tot de conclusie gekomen was dat Duitslands overwinning onverbrekelijk verbonden was met Engelands nederlaag, zette zich in de tot monomanie geneigde geest van Hess steeds meer het denkbeeld vast dat een hernieuwd duidelijk vredesaanbod (waarbij Duitsland natuurlijk heer en meester zou blijven op het vasteland en met name de vrije hand zou behouden in OostEuropa) tot een accoord zou kunnen leiden; in elk geval moest daartoe, meende Hess, een laatste, een allerlaatste poging ondernomen worden - en was het dan niet zijn historische opdracht, zulks te doen en daarbij desnoods het eigen leven te riskeren?