Veel behoefte aan contact met raadgevers had Meyer niet. Niet alleen in de
Einrhoven, L., t
Linthorst Homan, J.
Meijer, Arnold
Musserr, A. A.
Nationaal Front
Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
Quay, J. E. de
Schmidt, F.
Seyss-Inquart, A.
ogen van zijn volgelingen maar ook in zijn eigen ogen was hij 'de leider'
die, als het er op aankwam, uit eigen kracht en in eenzaamheid de koers diende te bepalen. Nationaal Front kende een 'Politieke Raad'
, maar dit adviserend college werd, na een aanlooptijd, in de hier behandelde periode door Meyer nauwelijks meer geraadpleegd. Dat hing, dunkt ons, niet alleen met Meyers zelfoverschatting samen maar ook met het feit dat hij eigenlijk niet wist wat hij zijn adviseurs te vertellen had; hij volgde een innerlijk tegenstrijdig beleid: overtuigd als hij was van Duitslands overwinning, zag hij de Duitsers als de vormgevers van het toekomstig Europa waarin ook hij een rol wilde spelen en trachtte hij dus bij hen in het gevlij te komen; 'anderzijds had hij'
, zo schreven wij in ons vorig deel, 'een instinctieve afkeer van het Derde Rijk en brachten die afkeer plus de behoefte, zich duidelijk van de NSB te distantiëren, hem er toe, aansluiting te zoeken bij het anti-Duitse, 'nationalistische'
element in de Nederlandse publieke opinie.' Hij zwalkte dus en zij die zwalken, kunnen geen koers aangeven; soms weten zij niet eens uit welke hoek de wind waait. 'Wij leefden als het ware in een luchtledig'
, zei Meyer op 21 juni tegen de leden van zijn Politieke Raad die bijna drie maanden lang niets van hem gehoord hadden. 'De aspecten wisselden met de dag en wat ik '
s morgens had kunnen vaststellen, was vaak in de namiddag reeds weer gewijzigd." Meyer had, anders gezegd, in het jegens hem gevoerde beleid geen enkele lijn kunnen ontwaren; "s morgens' had hij gemeend dat hij zich in de gunst der Duitsers ging verheugen en '
in de namiddag' kwam er weer een koude douche. Dat het één zowel als het ander een tactisch middel was om hem in het gewenste spoor te krijgen, was niet tot hem doorgedrongen; wèl had hij meer en meer het onbehagelijke gevoel gekregen dat op de Duitsers geen staat te maken viel.