Wanneer wij dan thans gaan weergeven hoe de NSB zich in de lente van' 41 politiek opstelde, dan zullen wij met enige uitgebreidheid niet alleen het beleid van Mussert maar ook de groeiende tegenstellingen binnen de NSB dienen te beschrijven. Die aspecten zijn niet van belang ontbloot, maar men kan niet stellen dat zij de massa van het Nederlandse volk interesseerden. Het liet die massa sinds de zomer van '40 volmaakt onverschillig wat Mussert in bijzonderheden betoogde en wat zich precies aan conflicten in de NSB voordeed. Zij las noch Volk en Vaderland noch Het Nationale Dagblad. Zij ergerde zich alleen maar aan die 'troep landverraders'
die de bezetter hand- en spandiensten verleenden en kennelijk uit waren op het veroveren van de macht. Dat dit streven gepaard ging met een boeiende politieke worsteling (binnen het Duitse kamp, binnen de NSB en tussen de bezetter en de NSB), drong tot de massa van het Nederlandse volk niet door. Voor haar werd de NSB gerepresenteerd door de colporteurs die met Volk en Vaderland ventten en door de formaties van de WA die al in de zomer van '40 tot het uitoefenen van straatterreur overgegaan waren en die daarbij later in dat jaar concurrentie hadden gekregen van de z.g. SA van van Rappards NSNAP.
Rauter had op die terreur en de daaruit voortvloeiende ongeregeldheden veel tegen. Hij was het geheel eens met de secretaris-generaal van justitie,
' 41 had hij richtlijnen uitgevaardigd die nogal gedetailleerd aangaven wat '
de weerformaties' (daar hoorde ook de SA van de NSNAP toe) wèl en niet mochten doen en hoe de politie zich te gedragen had, maar die richtlijnen hielpen niet veel. De voortgezette straatterreur was een van de voornaamste redenen waarom Tenkink op 18 maart ,41 ontslag nam. Met dat al bleef Rauter zijn best doen, de WAin de hand te krijgen. Mussert deed hetzelfde en uit een aantal formaties werden leden die zich al te zeer misdroegen, verwijderd; veel verschil maakte dat niet. Inmiddels waren namelijk tamelijk wat criminele elementen in de WA opgenomen en de algemeen commandant, mr A. J. Zondervan (van wie verschillende, op matiging gerichte circulaires uitgingen), was een zwakke figuur die er niet in slaagde, zijn gezag gerespecteerd te krijgen. Dat zou trouwens ook een krachtiger figuur niet meegevallen zijn: het was nu eenmaal de functie van de WA, tegenstanders te lijf te gaan, en die straatterreur werd met name door Generalkommissar Schmidt graag gezien, ja bevorderd: zo had ook de NSDAP in Duitsland geageerd tijdens de Weimarrepubliek. wel leek Schmidt na enige tijd een zekere taakverdeling wenselijk: vermoedelijk eind mei liet hij de WA instructie geven, zich van relletjes tegen Joden te onthouden terwijl van Rappards SA juist aanwijzing kreeg, wèl tegen Joden op te treden. Schmidts bedoeling was duidelijk: de WA moest voor haar terughoudendheid waardering oogsten en de weerformaties van de tot verdwijnen gedoemde NSNAP dienden extra gediscrediteerd te worden. De WA-heerbanleider van Den Haag, J. E. Feenstra, meende overigens dat het bedoelde verbod 'het prestige van de WA een niet te onderschatten knak geeft, terwijl anderzijds moet worden toegezien dat door een onbetekenende groep als de NSNAP wèl schijnbaar goedgekeurde jodenacties worden uitgevoerd.'!
Het zou onjuist zijn om aan te nemen dat, wat de NSB betrof, gewelddadige acties tegen tegenstanders uitsluitend van de WA uitgingen: soms gingen gewone leden (leden dus van wat in de NSB de 'Politieke Organisatie'
of 'PO'
genoemd werd) daartoe over. Verwarrende situaties konden daardoor ontstaan. Toen bijvoorbeeld in Maastricht beginjuni op een zondagavond een 'Kameraadschapsavond'
van de NSB gehouden werd, verlieten later op de avond verscheidene NSB' ers de zaal omdat zij gehoord hadden dat op een naburig plein NSB'
ers door Nationaal Fronters gemolesteerd werden; de opperhopman van de WA hield daarentegen volgens zijn
'op hardhandige wijze rustige voorbijgangers'
te gelasten, door te lopen. Toen zij in de zaal terugkwamen waar de 'Kameraadschapsavond'
gehouden was, ontwikkelde zich tussen enkele gewone leden 'en een opperhopman van de WA de volgende dialoog: Gewoon lid I:
'Die snert-WA! Wat heb je er aan? Nu hebben we ze niet meer nodig als die toch niet optreden.'
Gewoon lid II: 'De PO heeft het alweer opgeknapt en de WA heeft alweer niets gedaan.' WA:functionaris:
'Wij hebben ons aan de orders gehouden.'
Gewoon lid I:
'Jullie zijn het Leger des Heils en de Duitsers zeggen OIlS steeds: jullie moeten er op slaan.'
WA-functionaris:
'u luistert naar de verkeerde Duitsers. U moet naar de Duitse autoriteiten luisteren.'
Gellloon lid II: 'De Beaufiragte heeft mij gezegd: sla er op enjaag de Joden overal uit.' WA:functionaris: 'Ik weet zeker dat de Beaufiragte dit niet gezegd heeft. Overigens is ons verboden, iets tegen de Joden te ondernemen. Het moet rustig zijn. Ik heb dit verleden week uit de mond van de algemeen commandant, Zondervan, gehoord.' Gewone leden I en II:
'Ach Zondervan! Een meestertje in de rechten .. .'
1
Onze gegevens over de 'straatterreur zijn onvolledig, maar het verdient de aandacht dat na de Februaristaking althans in sommige WA-formaties gemeend werd dat men hardere middelen moest gebruiken dan tevoren. 'We zijn er steeds op uit'
, schreef begin maart'een Utrechtse WA-man aan zijn dochter in Duitsland, 'om de eerste tik te geven. Waren we vroeger' nog zo humaan om eerst op vlezige gedeelten te slaan, tegenwoordig gaat het persé direct op de kop om een gaatje in de schedel te maken.f Oudere mensen, ook vrouwen, werden niet ontzien. Zo werd eind maart in Maastricht een gepensioneerd postambtenaar, oud-reserve-majoor, die met een rood-wit-blauw speldje op rustig in een café zat, door een halfdronken NSB' er die zijn speldje wilde wegrukken, gemolesteerd: de oude man kreegRapport z.d. (kort najuniaanJ. Zondervan (a.v.,Brief,maartvanH.(Doea-r).'enige minuten'
was blijven liggen; 'dat wij ons nu al gaan verlagen tot mishandeling tegenover vrouwen, nee, dat wil er bij mij niet in als Nationaal-Socialist."
In Scheveningen werd enkele weken later een meisje dat op een terras zat en dat, toen de WA-kapel voorbijtrok, de vingers in de oren gestoken had, eerst door een NSB' er gestompt, vervolgens snelde een WA-patrouille op haar af; een WA-man trok de stoel onder haar uit, een ander sloeg haar haar consumptie uit handen, een WA-hopman verbrijzelde het glas waar zij uit dronk. Het meisje, aldus een NSB'er, ooggetuige, 'bleef onder dit alles zeer kalm .. Het enige wat zij meerdere malen heeft gezegd, is: 'U bent wèl beschaafd!'
, 'Gehaat zijn wij al genoeg'
, voegde de NSB' er aan zijn rapport toe, 'laten we ons in Godsnaam niet ook nog belachelijk maken.i''
Alleen al uit het Limburgse Tegelen werden eind mei vier recente gevallen van door WA-mannen bedreven mishandelingen aan de leiding van de Nederlandse Unie bericht en dat was 'slechts een greep uit verschillende gevallen. Mannen noch vrouwen werden door de kerels ontzien, terwijl de politie (ingevolge haar instructies) machteloos de terroriserende benden haar gang moest laten gaan:'4
Fel was allerwege de verontwaardiging. Tegenacties bleven niet uit. Medio mei werd in de stad Groningen een groep van tien SA-leden der NSNAP achtervolgd door een grote volksmenigte waaruit 'Zoeken jullie Hess?' '
Oranje boven!' en '
Ozo' geroepen werd. Toen de WA medio juni op een zondag door Meppel marcheerde, 'hadden de meeste bewoners als welkom de vuilnisemmer aan de straat gezet."
De drie WA-mannen die in oud-Scheveningen woonden, konden zich al in maart, aldus één hunner, 'niet op straat begeven zonder '
uitgejouwd te worden ... De politie kijkt rustig toe hoe een en ander zich voltrekt." Begin juli kwam het bij het boven al gememoreerde optreden van de WA-kapel in Scheveningen tot vechtpartijen waarbij ook het paviljoen van de 'Witte Sociëteit'
door de
Joden werden in bijzondere mate slachtoffer van het optreden der WA en SA, met dien verstande dat de WA zich, gelijk reeds vermeld, van eind mei af hier en daar van anti-Joodse acties onthield.
In de eerste maanden van '41 was de WA er in de grote steden van het westen des lands toe overgegaan, eigenaars van café's, restaurants en hotels te dwingen, op of bij hun deur een bordje 'Verboden voor Joden'
of 'Joden niet gewenst'
op te hangen. In 'maart werd die actie tot andere delen van het land uitgestrekt; dit leidde o.m. tot incidenten in Maastricht, Eindhoven, Breda en Den Briel waar caféhouders in eerste instantie weigerden, de bordjes op te hangen. In Den Briel gebruikten de WA-mannen 'het dreigement dat zij de inventaris zouden vernietigen indien het bordje niet werd opgehangen.'!
In april kwam het in Den Haag tot een systematische actie. Twee caféhouders hadden hier op het bordje 'Joden niet gewenst'
het woordje 'niet'
doorgestreept (heerbanleider Feenstra lichtte onmiddellijk Knolle, het hoofd van de Sicherheitsdienst, in), elders bleken de bordjes één of twee dagen nadat zij onder pressie aangebracht waren, weer verdwenen te zijn. Alleen al op de z rste april werd er door een patrouille van vier WA-mannen bij vijf-en-vijftig café's en bars voor gezorgd dat de bordjes weer kwamen te hangen. Medio mei hingen ze evenwel nog steeds niet bij het hotel-restaurant 'De Witte Brug'
en bij het restaurant 'Royal'
, hoewel, aldus Feenstra's klacht, 'diese beiden Lokale [ûr das grösste Teil von Angehörigen der deutschen Wehrmacht besucht werdenl? Ook bij de grote hotels en café's in Scheveningen hingen toen nog maar nauwelijks bordjes. Van de directeur van hotel 'Rauch'
kreeg een WA-hopman te horen: 'Voor mijn part zat mijn terras vol Joden, dan verdien ik tenminste wat.'
3 Vier weken later waren in heel Den Haag de meeste bordjes wéér verdwenen.J.
Veel van deze door de WA ontketende acties leidden tot kleine volksoplopen. Het brutale optreden van de gelaarsde kerels wekte bij het volk een diepe weerzin: 'Het slijpt de bijl voor deze gore daders, wachtend de dag dat het 'Geenjoden!' ruilt voor '
t vlammend opschrift: 'Wee de landverraders!' Dan slaat het neer wat onze staat bevuilt'
aldus Rie Cramer die de tere tekenstift opeens verruild bleek te hebben voor een door ziedende verontwaardiging gedreven pen.'
De bordjes 'Joden niet gewenst'
hadden de bedoeling, in café's, restaurants en hotels een scheiding aan te brengen tussen Joden en niet-Joden. Dat werd ook elders geprobeerd, met name op de abattoirs door slagers die NSB' er waren. In Amsterdam waar in maart getracht werd, de Joodse handelaren zowel van het abattoir als van de Centrale Markthallen te verdringen, beloofde burgemeester Voûte dat hij aan de onrust een einde zou maken, 'in afwachting'
, zo heette het in de notulen van het college van secretarissengeneraal, 'dat het Jodenvraagstuk meer definitief zou worden geregeld."
Kort tevoren had te Utrecht de leider van het Agrarisch Front der NSB, E. J. Roskam, aan wie de toegang tot het abattoir ontzegd was, de directeur van deze instelling toegevoegd dat hij terug zou komen zodra hij wilde en dan desnoods met steun van tweehonderd SS- en WA-mannen' en dan mag u de politie opbellen maar dan staan die mensen er werkloos bij, ook al zou ik een Jodenlijk dat ik gemaakt heb, nog in mijn handen hebben." Enkele dagen later zorgde de Ordnungspolizei er voor dat alle Joden het Utrechtse abattoir verlieten. In Eindhoven kreeg de kringleider van de NSB in eerste instantie op het abattoir te horen, dat' de niet-Joodse slagers ... hun messen zouden gebruiken indien werd getracht, de Joden van de terreinen van het slachthuis te verwijderen.é In de zomer werden de Joden in Zwolle van de veemarkt verdrongen als gevolg van een actie die door een NSB'er uit Kampen geleid werd; deze begaf zich terstond naar Groningen waar hij aanRie Cramer:p.Csg: Notulen,maartG.W. ter Pelkwijk:p.Vergad.p.g.: Notulen,aprilp.
Seyss-Inquarts naaste politieke adviseur ging het niet alleen om de scheiding in het maatschappelijk leven: de terreur moest de Joden het gevoel geven dat zij nergens meer veilig waren. In juni dwong de WAin Den Haag de directie van 'De Bijenkorf'
, in de lunchroom de Jodenaparte tafeltjeste geven waar zij alleen door Joods personeel bediend werden; in twee bridgeclubs werd aan de WA beloofd dat de Joodse leden een apart zaaltje zouden krijgen. Op straat trad de WA toen niet tegen Joden op. Dat deed wèl de SA van de NSNAP. Eind juni plunderde zij een aantal Joodse winkels in het centrum van Den Haag, 'en de agenten mogen niets doen dan toekijken'
, noteerde een ambtenaar. 'Koud word jevan woede bij zulke gelegenheden."
Vier weken later werd een lokaal dat als synagoge gebruikt werd (de synagage in de Wagenstraat was begin februari in brand gestoken), door de SA volledig geplunderd. Tegen dit en ander gewelddadig optreden deed mr. Visser als voorzitter van de Joodse Coördinatie-Commissie samen met de secretaris, mr. H. Edersheim, zijn beklag bij een van de Referenten van Schwebel, Seyss-Inquarts Beauftragter in Den Haag. 'Ich haben die Herren kurz abgefertigt', rapporteerde de Referent aan Schmidts Generalleommissariat+ Omstreeks diezelfde tijd werd door een tiental andere NSNAP' ers een reeks gewelddaden bedreven in de Achterhoek: politieke tegenstanders werden ernstig mishandeld, in Borculo werd, na overleg met de Ortskommandant, de synagoge in brand gestoken. Iets overeenkomstigs gebeurde eind juli in Deventer, maar hier waren het NSB'ers die de actie uitvoerden; de kringleider van de NSB had de leiding. De gehele inventaris van de synagoge werd vernield, 'het leek wel of er;een bom in was gevallen.'!
In Oldenzaal pleegden NSB' ers in die tijd een aanval op een hotel, 'waarbij de Joodse gasten uit hun bed werden gesleurd en met koffers en al op straat werden gesmeten."
In augustus werd in Enschede 'iedere week voor enige duizenden guldens aan ruiten bij Joden ingegooid."
En er is meer, wellicht veel meer gebeurd dan wij hier konden weergeven.
1 Telexbericht, 7 aug. 1941, aan Schmidt (RK, Telexberichten, 174179). 2 Telexbericht, 7 aug. 194I, van Schmidt (a.v. 173981). 3 A. van Boven: Jan Jansen in bezetgebied, p. 65. • Brief, 24juli 1941 (GKzbV, HA Polito Aufbau, 8 c). 5 PRAZwolle: p.v. inz. E. F. Sandberg (2 okt. 1946), p. 39 (Doc-I-1474 A, a-r), G. J. 1. Kokhuis: Twente 1940-1945 (1969), p. 47. 'Vergad. p.g.: Notulen, 28 aug. 1941, P·4·
Ook ten aanzien van de gewelddadigheden die door NSB' ers bedreven werden tegen leden van Nationaal Front en van de Nederlandse Unie kan ons beeld niet volledig zijn. Onze algemene indruk is dat NSB'ers en Nationaal Fronters soms, maar NSB'ers en Unieleden bepaald veelvuldig met elkaar slaags raakten, hoewel minder frequent dan in de herfst van '40. Wèl werden nog steeds regelmatig bij de bureaus van de Unie en bij de Uniewinkels de ruiten ingegooid. Medio mei' 41 was dat bij het districtsbureau in Venlo al zesmaal geschied ('de zevende keer zal ook nog wel volgen'
);' In de nacht van 30 april op I mei was op de ruit van het districtsbureau te Roermond met rode menie geschreven: 'Hier heerst de Engelse ziekte.' '
Toen wij de verf verwijderden', aldus de bureauleider, 'hadden we genoeg belangstelling, zelfs kocht een jongen vlug twee scheermesjes om mee af te krabben.f Maar laat ons op dinsdagavond 25 maart naar café 'Dominicain'
in Maastricht gaan. Vijfleden van de Unie, onder wie de districtschefH. Bus, zitten aan een tafeltje; vier NSB'ers komen binnen, nemen aan twee tafeltjes in de buurt plaats en voeren luidkeels het volgende gesprek:
'Ken jij Bus van de Unie?'
'Wat is dat voor een vent?'
'Waarom zit hij bij die Unie-bende?'
'Natuurlijk trekt hij daar de nodige centen van. Die ploerten van de Unie zijn zo erg als die vuile Joden. We moeten het nog beleven dat al die Unie-ploerten geweerd worden uit alle café's, net als die vuile Joden. Voor die Bus hebben we een goede deksel klaar. Het concentratiekamp is al voor hem klaar.'
Enzovoort, enzovoort."
Vier dagen voor die kenmerkende dialoog plaats vond, op 21 maart, was het in Nieuwenhagen bij Heerlen tot een ernstig incident gekomen. Een groep van ca. twintig Unie-colporteurs was er slaags geraakt met vijf-entwintig WA-mannen. Na afloop van het gevecht eisten de WA-mannen van twee toegesnelde marechaussees dat tegen de Unie-colporteurs procesverbaal opgemaakt zou worden. Een nieuw gevecht ontstond waarbij een NSB'er een van de marechaussees zijn dienstpistool wist te ontnemen. Daarmee opende hij, toen versterkingen arriveerden, het vuur dat meteenBrief,meivan het districtsburea Venlo der Nederl. Unie aan het gewestelijk bureau (Nederl. Unie,a). • Idem,meivan het districtsbureau Roermond (a.v.).Rapport,maartdoorBus (a.v.).
In de voorafgaande overzichten zijn lang niet alle gemeenten des lands genoemd. Onze gegevens zijn onvolledig doch wij willen wel aannemen dat formaties als de WA en de SA niet overal en constant tot gewelddadigheden overgingen, maar plaatselijk en met tussenpozen. De pers zweeg. Dat betekende niet dat niet honderdduizenden de verhalen over die straatterreur te horen kregen: er waren steeds voldoende ooggetuigen bij. Wat men dan vernam, had niet zozeer het effect van intimidatie, eerder wekte het een verbeten woede op met name tegen de NSB - een woede die de gehele beweging, leider Mussert incluis, verder in het isolement dreef