Op dezelfde dag waarop Duitsland de Sowjet-Unie overviel, maakte Churchill duidelijk dat Engeland de Russen voortaan als bondgenoten beschouwde. Dat zijn Chiefs of Staff van mening waren dat de Duitsers misschien wel in drie tot vier weken in Moskou zouden zijn", achtte hij irrelevant: 'Any man or state who fights on against Nazidom will have our aid', zei Churchill in een radiotoespraak die op zondagavond uitgezonden werd, en wanneer Hider dacht dat de anti-communistische overtuiging van de overweldigende meerderheid van het Engelse volk (een overtuiging die Churchill niet verloochende) Engeland er toe zou bewegen, zijn doelstellingen te wijzigen, dat vergiste hij zich. 'We have', aldus de Britse premier, 'but one aim and one single, irrevocablepurpose. We are resolved to destroy Hitler and every vestige of the Nazi-regime. From this purpose nothing will tum us - nothing. We will never parley, we wil/never negotiate with Hitler or any of his gang. We shall fight him by land, we shall fight him by sea, we shall fight him in the air until, with God's help, we have rid the earth of his shadow and liberated its people from his yoke.'
Kloeke woorden! Ze waren miljoenen uit het hart gegrepen.
Niet minder strijdvaardig drukte koningin Wilhelmina zich uit die op dinsdagavond za juni via Radio Oranjesprak van een 'onverhoedse, verra9'maar wij weten dat het morgen of overmorgen de machtige bolwerken van onze beschaving en van de beginselen die ons heilig zijn, het Britse Rijk en de Verenigde Staten van Amerika, zullen zijn die de krachtproef van Hiders oorlogsmachine zullen hebben te doorstaan. Het is daarom dat, waar de omstandigheden daartoe mochten leiden, wij ook zullen strijden naast de bevolking van SowjetRusland. Wij zullen dit doen, trouw blijvende aan ons als gevolg van onze beginselen ingenomen standpnnt ten opzichte van het bolsjewisme. Want wij mogen nooit vergeten dat wij de beginselen en praktijken van het bolsjewisme afwijzen. Ja nog sterker wellicht dan voorheen willen wij onszelf zijn en met Gods hulp blijven tot in de verste toekomst.'
Aan het einde kwam een voorzichtig geformuleerde aansporing tot krachtiger verzet:
'Aan allen die met aandacht de gebeurtenissen volgen, moet het duidelijk zijn dat het meer dan ooit ons aller plicht is, alle krachten in te stellen om steeds gereed te zijn, voor zoveel in ons vermogen ligt, op het juiste ogenblik de vijand te bestrijden om onze gemeenschappelijke zaak te doen zegevieren. Wie op het juiste ogenblik handelt, slaat de Nazi op de kop.'
Toen Mussolini op zondagmorgen 22 juni kort na drie uur gewekt werd' met het ook voor hem volslagen verrassende bericht dat de Duitsers om half vier tot de aanval op de Sowjet-Unie zouden overgaan, zei hij tegen zijn vrouw: 'Dat betekent dat ide oorlog verloren is."
Niet anders reageerde, dunkt ons, de brede volksmassa in bezet Nederland. 's Morgens maakten Radio Hilversum en, wat misschien belangrijker was, de BBC bekend dat Hitlers strijdkrachten de Sowjet-Unie binnendrongen. Hoe de Russen daarop reageerden, vernam men niet: er was nog geen nieuws. Aan de ellenlange Duitse verklaringen dat de Sowjet-Unie op het punt gestaan zou hebben, Duitsland te overvallen, hechtten de meeste Nederlanders geen geloof: nieuwe leugens! Voor hen telde maar één feit: de oorlog was weer diezelfde Zweifrontenkrieg geworden die Duitsland in '18 verloren had, Hitler had er een vijand bij. En wèlk een vijand! Rusland! Napoleon had het niet klein gekregen, het zou Hitler evenmin lukken! Men zag de Duitse
Hillers Strategic,
In steden en dorpen groepten de mensen bijeen (het was stralend weer), de een stak de ander aan met verwachtingen die des te hoopvoller waren naarmate men met meer personen bijeen was. 'Toen mijn vrouw uit de kerk kwam'
, zo schreef een NSB'er, 'was zij vol over de triomfantelijke gezichten der Unie-klanten die zich bij voorbaat verheugden over een verslagen Duitsland."
De bekendste radiopropagandist van de bezetter, Max Blokzijl, zag's middags in Apeldoorn '
tienduizenden geestdriftigen' door de straten trekken: er werd een belangrijke voetbalwedstrijd gehouden, maar niet daarover waren de mensen zo opgewonden, maar over het grote nieuws dat zij vernomen hadden: 'ze slaakten strijdkreten, ze zongen overbekende liederen die', aldus Blokzijl, 'zelden met voetbal maar des meer met politiek te maken hadden.f In het grootste zwembad te Amsterdam blies iemand met een trompet zo hard als hij kon 'Oranje boven!'
; 'die zahllosen Badbesucher bezeugten ihre Sympathie durch [ohlen, Klatschen und Hurrarufe.'3
'Vandaag is er iets geweldigs gebeurd'
, noteerde een gevangene in Scheveningen, 'Duitsland is in oorlog met Rusland ... Dat is het begin van het einde, denkt iedereen ... Wat Napoleon niet gekund heeft, zal Hitler ook niet kunnen. Met een bijna licht gevoelzijn we gaan slapen."
Uiteraard streefde de bezetter er naar, de pers onmiddellijk vol te proppen met Duitse propaganda. Nog op zondagmiddag belegde het hoofd van de Presseabteilung, Janke, een extra-persconferentie waar hij aan een aantal haastig opgetrommelde journalisten sigaren en sigaretten schonk (die waren al schaars geworden plus de verzekering, 'wie der Krieg ausgeht: er kann nUT mit einem Sieg der deutschen Waffen enden.'5 Thema's voor artikelen waren er, zei hij, te over: het bolsjewisme was een permanente bedreiging voor de Europese beschaving; wat Duitsland ondernam, was in werkelijkheid een kruistocht voor het Christendom - en men had ternauwernood een grootscheepse Russische invasie voorkomen.a
De eerste hoofdartikelen die in de gelijkgeschakelde Nederlandse pers verschenen (Goedemans, de hoofdredacteur van De Telegraaf, was, wat de grote bladen betreft, de enige die zweeg), sloten in het algemeen bij deze frasen aan, zij het dat ze meer gedempt weergegeven werden. 'SowjetRusland kan de historische expansiezucht in Europa blijkbaar niet onderdrukken en Stalin'
, stond in von Ballusecks Algemeen Handelsblad te lezen, 'bezwijkt opnieuw voor de verleiding om ook de rest van de wereld willens of onwillens te bekeren en te beheersen."
'De Duitse tucht is in het oosten een geweldig kapitaal van Europa dat'
, aldus Het Vaderland, 'aan het geheel zowel als aan de aldaar levende volken afzonderlijk zal ten goede komen.P Even optimistisch was De Volkskrant: 'Wat thans op het spel staat, is de schepping van het continentale Europa, een statenbond, waarin we zelfs Polen, gelouterd enhervormd, kunnenzien herboren worden.P De Gelder lander vond het 'wel heel begrijpelijk dat het geduld van Berlijn thans uitgeput raakte.î" In diezelfde geest schreef De Standaard, daaraan de verzuchting toevoegend: 'Moge God onze verscheurde mensheid genadig zijn."
Ook het hoofdartikel dat mr. Huijts in de Nieuwe Rotterdamse Courant aan de invasie van de Sowjet-Unie wijdde, sprak van het 'dubbele spel'
dat Moskou gespeeld zou hebben, zij het dat Huijts er op wees dat de invasie alop Hitlers program stond in de dagen waarin Mein Kampf geschreven werd."
De berichtgeving in de pers werd een en alDuitse propaganda. De Presse abteilung gaf er een reeks nieuwe instructies voor uit. Op de 24ste werd verordineerd dat het woord 'Rusland'
in de nieuwskolommen niet meer gebruikt mocht worden: het moest steeds 'de Sowjet-Unie'
heten; bepaald werd ook dat in de pers afgedrukte kaarten van het oostelijk strijdtoneel niet méér van de Sowjet-Unie mochten tonen dan een deel van het Europese gebied met als grens een lijn van 'Petersburg'
(de naam 'Leningrad'
werd verboden) tot Odessa. Begin juli werd daaraan toegevoegd dat alleswat met de Russische cultuur samenhing, eveneens geheel uit de pers diende te verdwijnen. 'Mogen we ook niets over vroegere Russische kunst schrijven, bijvoorbeeld over Dostojewski?'
werd op de persconferentie gevraagd; Janke: 'Vorläufig nicht'7 - en Dostojewski werd niet meer genoemd. Maar al hielden de bladen zich ook stipt aan de afgekondigde voorschriften en verboden, zij bleven een zekere terughoudendheid betrachten: aan berichten en foto's over gruweldaden die door het communistisch bewind bedre
's op te nemen over '
de ongelofelijke gruweldaden en de verschrikkelijke sociale toestanden in de Sowjet-Unie Er zal', zo vernamen alle hoofdredacties, 'een speciale controledienst worden ingesteld om na te gaan of de bladen deze opdracht stipt uitvoeren. De Rijkscommissaris wenst er geen twijfel over te laten bestaan dat bladen die blijkbaar in oppositie staan, zeer streng gestraft zullen worden. Opgelegde boetes zullen minstens f 5 000 bedragen. In bijzondere gevallen kunnen bladen opgeheven worden en kan de verantwoordelijke hoofdredacteur gestraft worden.'
2
Beziet men de illegale pers als geheel, dan moet men constateren dat de reactie die zich op de zzste juni spontaan bij de brede massa voorgedaan had ('Hitler gaat in de Sowjet-Unie zijn ondergang tegemoet'
), er lang niet algemeen in naar voren kwam. Vrij Nederland zowel als Het Parool waren er van overtuigd dat de Sowjet-Unie verslagen zou worden, maar, schreef Vrij Nederland: 'Wij verwachten dat Duitsland, door Rusland te vernietigen, zichzelf in de eerste plaats zal vernietigen en ons daarmee de prachtigstestuk 4 komen wij op De Tijd terug. 2 Noot voor de redacties no. 577, II juli 1941 (DVK, 84'Pieter '
t Hoen' (Frans Goedhart) die, van een diepe weerzin tegen het Stalinisme vervuld, in mei en juni 'slapeloze nachten'
gehad had bij het vooruitzicht dat de Sowjet-Unie zich nauwer met Duitsland zou verbinden, wilde, zo schreef hij in Het Parool, -de toestand 'nuchter beoordelen'
, kwam tot' de conclusie dat het Rode Leger op geen stukken na opgewassen is tegen de Duitse Wehrmacht', maar putte troost uit de gedachte dat de wereldoorlog niet in het oosten uitgevochten zou worden:
'Wanneer Hitler in Rusland niets dan puinhopen vindt, dan wordt een bezetting van Leningrad, Moskou, Astrakan en Bakoe niets anders dan een Pyrrhusoverwinning voor hem ... De grote beslissing zal tenslotte toch in het westen moeten vallen."
De Vakbeweging, een illegaal blad dat sinds enkele maanden met steun van Koos Vorrink uitgegeven werd door L. J. van Looi", uitte zich optimistischer: 'Wij hopen dat het de Russen moge gelukken, de Duitsers een zware nederlaag te bezorgen Wij wensen het Russische leger in deze strijd veel succes, doch men verlange van ons geen bewondering voor de Russische politieke prestaties of politieke doelstellingen.'!
In het nummer van het Bulletin van het Marx-Lenin-Luxemburg-Front dat de groep-Sneevliet begin juli uitgaf, werd met geen woord van de in het oosten ontbrande strijd gerept; begin augustus verscheen een verklaring van de 'centrale leiding'
van het MLL-Front waaruit bleek dat Sneevliet geen behoefte had, zich op welke wijze dan ook met de Sowjet-Unie solidair te verklaren; wie dat wèl deed, zou 'onvermijdelijk aan het front van het Angelsaksische imperialisme worden ingeschakeld.'
5
Dat 'front van het Angelsaksische imperialisme'
was tot aan de invasie van de Sowjet-Unie ook door de communistische partij fel bestreden, met name in haar belangrijkste illegale blad, De Waarheid, dat onder hoofdredactie stond van Paul de Groot, de sterkste figuur in het driemanschap (de Groot, Loe Jansen, Jan Dieters) dat sinds de zomer van '40 leiding gaf aan de CPN. Begin mei '41, toen de Duitsers het centrum van Belgrado verwoest en Zuid-Slavië en Griekenland onder de voet gelopen hadden, schreef de Groot dat hij toch 'het meest'
getroffen was door 'de smerige rol van het Engelse en Amerikaanse imperialisme'
die zich beide 'weer in hun volle afzichtelijkheid en trouweloosheid vertoond'
hadden-: 'De Churchillaanhangers, zowel Albarda en zijn collega's in Londen als diegenen die hier moesten blijven'
, zo schreef hij twee weken later, 'voeren de oorlog voor '
Koningin en Vaderland', d.w.z. voor de winst van de couponknippers der Indische en Amerikaanse aandelen.P 'Churchill wil olie, goud en macht • .. Daarom voert hij oorlog, niet om een of andere wereldbeschouwing of vrijheidsgeest'3 - en een ongelukkig toeval wilde dat nog op 26 juni '
41 althans sommige edities van no. 17 van De Waarheid verschenen waarin 'sabotage'
afgewezen werd en met betrekking tot 'de Oranje-regering'
opgemerkt: 'dat het gevluchte zoodje gerust mag blijven waar het zit."
Het staat wel vast dat dat laatste geschreven werd vóór de Groot uit de radio vernam dat de Sowjet-Unie door Duitsland overvallen was en dat zowel Churchill als koningin Wilhelmina zich met Duitslands nieuwe tegenstander solidair verklaard hadden. Dezelfde datum als boven sommige edities van no. 17 (26 juni 1941) staat namelijk boven edities van no. 18 waarin de oorlog, 'imperialistisch'
van karakter tot de zzste, opeens als 'een vrijheidsoorlog'
aangeduid werd: 'verenigt u, Nederlanders, zonder onderscheid van geloof of politieke richting voor de beslissende slag! Zet alles opzij wat ons scheidt."
Spoedig ging de Groot zich beroepen op 'Roosevelt, Churchill, koningin Wilhelmina, de ministers Albarda en van den Tempel'; hij betoogde óók dat het bondgenootschap van Stalin en Hitler 'nooit bestaan'
had." Aanwijzingen dat aan deze politieke reuzenzwaai instructies uit Moskou of van agenten van de Komintern voorafgingen, zijn er niet; wij zien daar ook de noodzaak niet van in: bij een geschoold
liet: 'De verzwakte arbeidersklasse moet de kapitalistisch-stalinistische bondgenoten aanvaarden die het lot haar opdringt, zoals hare majesteit wel genoodzaakt is, de bolsjewistische bondgenoot te aanvaarden.'
(De Vonk, II (eind sept. 1941), p. 2).
1 De Waarheid, 13 (2 mei 1941), p. 3. 2 A.v., 14 (18 mei 1941), p. 7. 3 A.v., 16 (16 juni 1941), p. 4. 4 A.v., 17 (26 juni 1941), p. Ia. 5 A.v., 18 (26 juni 1941), p. 2. 6 Manifest van De Waarheid, begin juli
Nog vóór de eerste reacties van communistische kant in de vorm van gestencilde blaadjes en manifesten verspreid werden, had de bezetter een groot aantal communisten gearresteerd. In de maanden die aan de invasie van de Sowjet-Unie voorafgingen, was de Suherheitspolizei er in geslaagd, diep inhet illegale apparaat van de CPN door te dringen. In Groningen waren ca. honderdtachtig communisten gearresteerd, in Amsterdam ca. honderdveertig, in Den Haag hetzelfde aantal, in Leiden acht-en-twintig. Ook in Arnhem hadden arrestaties plaatsgevonden. Alleen van de Haagse weten wij met zekerheid dat zij 'in samenwerking met de Haagse politie'
verricht werden" - vermoedelijk werd daarbij alleen dat gedeelte van het korps ingeschakeld dat in de z.g. Documentatiedienst geconcentreerd was.
Het gros van de bovenbedoelde arrestaties richtte zich tegen verspreiders en vaste aincmcrs van De Waarheid en van andere uitgaven van de illegale CPN zoals Het Noorderlichtin Groningen enDe Vonk in Den Haag. Zij waren het gevolg van speurwerk dat als regel door V-Männer verricht was. De illegale CPN was immers aldus opgebouwd dat functionarissen en kaderleden wier namen tevoren bekend geweest waren, ook aan de Nederlandse autoriteiten, over het algemeen niet in het illegale werk betrokken waren.
Juist die functionarissen en kaderleden wilde de bezetter na de invasie van de Sowjet-Unie arresteren. Hij duchtte communistische agitatie in de bedrijven, wellicht ook op straat; de gehele Nederlandse politie kreeg op 24 juni via de Nederlandse superieuren instructie, 'om tegen dergelijke demonstratieverschijnselen onmiddellijk en met grote kracht op te treden'
; deed zij dat
1 'Pas als de Komintern na enige weken radiografisch haar koerswijziging bekendmaakt en Goulooze het bericht doorgeeft dat niet de proletarische revolutie maar de nationale bevrijdingsstrijd het doel moet zijn, gooit', aldus Harmsen, 'het driemanschap het roer om.'
(G. W. Harmsen: Daan Gou/ooze (1967), p. 100) Deze passage wordt door de boven gegeven citaten weerlegd. 2]. B. Veefkind Jr.: 'Mededeling'
(24 sept. 1946), p. 25 (Doe 1-1844, e-IO).
De namen en de adressen van de te arresteren personen werden door de Sicherheitspolizei ontleend aan gegevens die in de jaren '20 en '
30 door de Nederlandse geheime dienst, de Centrale Inlichtingsdienst, verzameld waren; in veel gevallen werden deze aangevuld met gegevens van de gemeentelijke politiekorpsen. De arrestaties vonden hoofdzakelijk plaats in de nacht van 24 op 25 juni. In Amsterdam, waar men: vijf-en-zeventig personen oppakte, waren daarbij' 1 00 Mann hollándische Polizei' betrokkenê van wie echter sommigen diegenen die gezocht werden, hielpen ontsnappen." In Friesland waren de te arresteren personen 'ausgesucht in Verbindung und Zusammenarbeit mit den Burgermeistern und dem Generaistaatsanwaül+ In een deel van Noord-Holland werden alle arrestaties door de Alkmaarse politie verricht onder leiding van de waarnemend commissaris van politie, een NSB'er; in Hengelo (Overijssel) was het evenwel een niet-NSfi'er, óók commissaris van politie, die persoonlijk een communistisch ex-gemeenteraadslid dat in eerste instantie geweigerd had, naar het bureau te komen, per fiets ophaalde.
Wij hebben de indruk dat de slachtoffers van deze actie, ook de meeste communisten onder hen, door de arrestatiegolf volledig verrast werden. In Den Haag had men Louis de Visser, fractievoorzitter van de CPN in de Tweede Kamer, met nadruk aangeraden onder te duiken; hij had geaarzeld en was nog zijn koffertje aan het pakken toen hij van huis gehaald werd. N u moet bij dit alleswel bedacht worden dat, door de gebrekkigheid van het Nederlandse documentatiemateriaal, in een aanmerkelijk aantal gevallen personen opgepakt werden die al jaren tevoren de banden met de CPN ver
Onmiddellijk na de nacht van de 24ste op de z yste ontvingen de burgemeesters in de provincie Utrecht instructie, alle namen en adressen van plaatselijk bekende CPN' ers aan de commissaris der provincie op te geven. Wij moeten wel aannemen dat het verzamelen van namen en adressen ook elders voortgezet is want aan de vierhonderdtwintig personen die men in eerste instantie gearresteerd en naar het kamp Schoorl overgebracht had, waren eind augustus honderdvijf-en-zeventig nieuwe toegevoegd. De behandeling in het kamp was vrij redelijk. Er was geen voedseltekort; ook de communisten waren over de activiteiten van de kok, een hotelier uit Schoorl die 'overtuigd sociaal-democraat'
was, zo tevreden dat de Visser, die zijn gevoel voor humor niet verloren had, hem de belofte deed: 'Wij zullen u straks minister van voedselvoorziening maken."
Bovendien hadden bezwaarschriften van familieleden en van Nederlandse autoriteiten tegen het' opsluiten van diegenen die al jaren tevoren alle banden met de CPN verbroken hadden, in veel gevallen succes, zulks tot ergernis van Lages, hoofd van de Aussenstelle Amsterdam der Sicherheitspolizei und SD, die van mening was dat althans allen die in opdracht van zijn dienst opgepakt waren, 'restlos als gefähr/iche Eiemente' beschouwd moesten worden." Van de ca. zeshonderd arrestanten ~erden in totaal ca. tweehonderd vrij gelaten. Ongeveer tweehonderd anderen werden in augustus naar een nieuw kamp overgebracht dat bij Amersfoort ingericht was, de overigen volgden en de meesten hunner werden later uit Amersfoort naar concentratiekampen in Duitsland getransporteerd waaruit slechts een minderheid naar Nederland terugkeerde, vermoedelijk niet meer dan ongeveer een derde. Dat zou betekenen dat de met zo vèrgaande medewerking van Nederlandse instan