In steden en dorpen groepten de mensen bijeen (het was stralend weer), de een stak de ander aan met verwachtingen die des te hoopvoller waren naarmate men met meer personen bijeen was. 'Toen mijn vrouw uit de kerk kwam'
, zo schreef een NSB'er, 'was zij vol over de triomfantelijke gezichten der Unie-klanten die zich bij voorbaat verheugden over een verslagen Duitsland."
De bekendste radiopropagandist van de bezetter, Max Blokzijl, zag's middags in Apeldoorn '
tienduizenden geestdriftigen' door de straten trekken: er werd een belangrijke voetbalwedstrijd gehouden, maar niet daarover waren de mensen zo opgewonden, maar over het grote nieuws dat zij vernomen hadden: 'ze slaakten strijdkreten, ze zongen overbekende liederen die', aldus Blokzijl, 'zelden met voetbal maar des meer met politiek te maken hadden.f In het grootste zwembad te Amsterdam blies iemand met een trompet zo hard als hij kon 'Oranje boven!'
; 'die zahllosen Badbesucher bezeugten ihre Sympathie durch [ohlen, Klatschen und Hurrarufe.'3
'Vandaag is er iets geweldigs gebeurd'
, noteerde een gevangene in Scheveningen, 'Duitsland is in oorlog met Rusland ... Dat is het begin van het einde, denkt iedereen ... Wat Napoleon niet gekund heeft, zal Hitler ook niet kunnen. Met een bijna licht gevoelzijn we gaan slapen."