pat bestuur had, onmiddellijk nadat Verwey naar zijn departement teruggekeerd was, een brief van generaal Seyffardt ontvangen. Het was min of meer een ultimatum: binnen twee dagen wilde Seyffardt weten of het Rode Kruis bereid was, materiële en financiële hulp te bieden voor een medische afdeling van het Vrijwilligerslegioen. Dat was zelfs Offerhaus en Thoden van Velzen te gortig: per kerende post werd aan Seyffardt bericht dat het Rode Kruis alle medewerking weigerde. Seyffardt liep met die brief naar de Duitsers en in een bespreking met Wimmers Referent op medischGetuigeC.van Tuyll van Serooskerken van Zuylen,dl.c, p.De notulen van dit deel van de vergadering werden later bij het Rode Kruis verdonkeremaand; bij het departement van sociale zaken bleef evenwel een kopie bewaard.Csg: Notulen,juliNederlandse Rode Kruis (Nederland)OosrinzetSeyffardt, H. A.SSThoden van Velzen, H. H.Tuyll van Serooskerken van Zuylen, F. C. C. vanVerwey, R. A.Vrijwilligerslegioen NederlandNA DE 22STE JUNIgebied, dr. Gero Reuter, kregen dr. van den Berg en Thoden van Velzen te horen dat Seyss-Inquart bijzonder ontstemd was. welvond Reuter Seyffardts Legioen 'eine lächerliche Geschichte':'die willen pas eind augustus vertrekken en dan is de oorlog daar allang voorbij", maar daarom nam de Reichskommissar de zaak niet minder hoog op. Dr. van den Berg suggereerde daarop dat de Duitsers de medische voorraden van het Franse leger die zij in '40 in het zuiden van ons land aangetroffen en aan het Rode Kruis afgestaan hadden, alsnog als oorlogsbuit ten behoeve van het Legioen zouden vorderen; tegen Thoden van Velzen zei hij dat vooral niet méér mocht worden gegeven - vervolgens ging hij met vakantie. Van Lynden kwam terug en onder diens voorzitterschap moest het bestuur zich op 25 juli opnieuw over de gehele zaak beraden. Ter tafellag een formeel bevel van SeyssInquart die medewerking eiste aan een ambulance 'voor het Legioen'; ter tafellag óók een mededeling van Verwey dat het gehele college van secretarissen-generaal voorstander was van het zenden van een ambulance 'naar het oostelijk front', plus een bericht van prof. François, volkenrechts-adviseur van het college, dat tegen uitzending van een ambulance 'naar het oostelijk front' geen volkenrechtelijke bezwaren bestonden.