Er was toen al gebleken dat de meeste leden van het dagelijks bestuur gevoelig waren voor Duitse pressie. Ondanks het protest van baron van Tuyll van Serooskerken van Zuylen (een principieel man van 'wie wij in ons vorige deel vermeldden dat hij naar aanleiding van de Ariƫrverklaring in oktober '
40 zijn functie als gedeputeerde neerlegde) had het bestuur zich bereid verklaard, een in opdracht van de Duitsers door twee marine-officieren georganiseerde Nederlandse Zeereddingsdienst onder verantwoordelijkheid van het Rode Kruis te laten werken. Het stond allerminst vast dat men op de vaartuigen van die dienst voldoende controle kon uitoefenen (het personeel van het loodswezen had en bloc geweigerd, zich te laten aanmonsteren) en men wist niet eens ofhet Rode-Kruis-karakter van de dienst door de Engelse regering erkend zou worden; die erkenning kwam inderdaad nimmer binnen.