1 Hooykaas' voornamen waren eigenlijk Isaäc Petrus; bij het begin van de bezetting had hij, van het Oude Testament naar het Nieuwe overstappend, 'Isaäc'
vervangen door '[ohannes'. 2 Dat was ook later zijn mening. Zeven jaar na de bevrijding zei Hooykaas aan de Enquêtecommissie: 'Ik weet heel weinig gevallen waarin door Seyss-Inquart en Wimmer duidelijk inbreuk op het volkenrecht is gemaakt, wanneer u dat recht objectie£interpreteert' (Enq., dl. VII c, p. 600).
Dam, J. van
Goedewaagen, T., I.' 287n, 288n, 38111,400, 402; 2
Hooykaas, J. P.
Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
Nederlandse Oostcornpagnie
Oosrinzet
Seyss-Inquart, A.
Spitzen, D. G. W.
Trip, L. J. A.
DE SECRETARISSEN-GENERAALEind april weigerde hij, de verordening te ondertekenen die Goedewaagen het recht gaf, straffen uit te delen aan journalisten die niet voldoende in de pas liepen. Dat betekende dat van Hooykaas geen medewerking te verwachten was bij de nationaal-socialistischeherordening van Nederland die SeyssInquart voor ogen stond - een herordening die op tal van terreinen met drastische strafbepalingen gepaard zou gaan. Daar kwam nog bij dat Hooykaas spoedig met de aanmatigend optredende Rauter overhoop kwam te liggen. Op de dag waarop Duitsland de Sowjet-Unie overviel (22 juni), stond dan ook al enige tijd vast dat Hooykaas als hoofd van het departement zou verdwijnen. Seyss-Inquart had besloten, de leiding van Justitie aan een NSB' er op te dragen, mits een geschikte candidaat gevonden kon worden. Dat laatste was gelukt: op dringend verzoek van Mussert had prof mr. J. J. Schrieke die sinds '34 in Leiden Indisch staats- en administratief recht doceerde, zich beschikbaar gesteld. Op zijn persoon komen wij in ons volgende deel terug. Hier willen wij slechts vermelden dat Schrieke zich na de meidagen van '40 bij de NSB aangesloten had. Hij werd per I juli '41 benoemd, Hooykaas werd weer raadadviseur.