1 Vergad. p.g.: Notulen, 8 mei 1941, p. 2. 2 Getuige]. P. Hooykaas,Enq., dl. VIIc, p. 60S·
Dam, J. van
Goedewaagen, T., I.' 287n, 288n, 38111,400, 402; 2
Hooykaas, J. P.
Koninklijke Marechaussee
Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)
Oosrinzet
Procureurs-generaal
Rauter, H. A.
Rost van Tonningen, M. M.
Schrieke, J. J.
Snouck Hurgronje, A. M .
WA (NSB)
Winterhulp Nederland
situatie Nederlands-Indië niet uit het oog moet worden verloren' (m.a.w.: men moest Duitsland te vriend houden om Japans aanspraken op Indië te kunnen afwijzen). 'Men ziet dat van Duitse zijde in brede kringen zeer wel in'
, meende Hirschfeld, 'en men koestert daar ook de wens dat Nederland en Nederlands-Indië één geheel blijven.'
Schrieke zei dat hij zich nog niet voldoende ingewerkt had, in elk geval wees hij het argument af dat Nederland nog met Duitsland in oorlog was. Dat argument werd daarentegen door Snouck in zijn slotwoord onderstreept: men had jegens de bezetter 'het standpunt van loyale coöperatie'
ingenomen, ja 'in vele gevallen ... actieve medewerking' verleend, maar rijkspolitie afstaan of haar vertrek bevorderen? Nee, zei Snouck, 'dit gaat te ver."