Het hotel in Valkenburg waar Colijn op 30 juni '41 onder bewaking naar toe gebracht werd, was bepaald geen lustoord; het eten was er miserabel, de bediening slecht en de hotelier en zijn vrouw leefden als kat en hond. Colijn was toen twee-en-zeventig jaar; hij leed aan suikerziekte en 'had enkele malen last gehad van hartkrampen en benauwdheid. Aan de twee bewakers die aan hem toegevoegd waren, was instructie gegeven dat zij elke dag een wandeling van precies twintig kilometer met hem moesten maken. Colijn
Anti-Revolutionaire Partij (ARP)BuchenwaldColijn, H.Dubois, ds. A.GijzelaarsGijzelaars, IndischeSchoorlVisser, L. deWilde, J. A. deNA DE 22STE JUNIhad daar geen bezwaar tegen. Met een van die twee bewakers kwam hij trouwens spoedig in een hartelijk contact, 'hij was voor mij als een vader', zei de man later, en ook: 'Hij voorspelde mij toen dat Amerika in 1944 klaar zou zijn voor de grote inval in Europa.'! Na een paar weken kreeg mevrouw Colijn verlof, zich bij haar man te voegen. Maar het verblijf in Valkenburg duurde niet lang. De Sicherheitsdienst vernam dat Colijn overal waar hij zich in het Geuldal vertoonde, met eerbied begroet werd en dat de kerkgangers die de diensten in het protestantse kerkje te Valkenburg bijwoonden, plachten op te staan zodra Colijn binnenkwam. Dat soort demonstraties was de bezetter niet welkom.