De impuls die Colijn vóór zijn internering aan de Anti-Revolutionaire Partij gegeven had, werkte door. Want de opheffing van de politieke partijen waartoe Seyss-Inquart op 30 juni '41 overging en die hij enkele dagen later bij verordening bekend maakte," was een slag in de lucht. Acht partijenBrief,febr.aangehaald in J. J.Boot:(1967), p. 133-34. 2 Colijns stoffelijk overschot i's in juni '
47 in Den Haag herbegraven. 3 VO 120/41 (Verordeningenblad, 1941, p.
Colijn, H.
Ilrnenau
Seyss-Inquart, A.
werden 'ontbonden'
! - practisch betekende dit slechts dat de nog aanwezige landelijke partijbureaus door de Sicherheitspolizei gesloten en eventueel aanwezige fondsen in beslag genomen werden; plaatselijk werden overeenkomstige taken op aanschrijving van de procureurs-generaal door de Nederlandse politie verricht; dat deed die politie in een groot aantal gevallen bijzonder traag. Al die materiële waarden werden door de commissaris voor de niet-commerciële verenigingen en stichtingen, de NSB'er MüllerLehning, geliquideerd; de geestelijke bleven.