De wijze waarop men Seyss-Inquarts bevel uitvoerde, kreeg in enkele plaatsen het karakter van een contrademonstratie : men sneed op een afbeelding die men in de lijst liet hangen, zorgvuldig de portretten van de koningin en prinses Juliana uit zodat de silhouetren zichtbaar bleven, of men verving hun afbeeldingen door die van prins Hendrik en van koningin Emma. Daar kwam bij dat tegen begrippen als 'Willielminastraat'
, 'Julianaplein'
enz. voorshands niets gedaan werd. Ook was het de bezetter bekend dat in nagenoeg alle kerken elke zondag voor de koningin gebeden werd; Seyss-Inquart overwoog een verbod maar liet het na: hij bezat nu eenmaal de instructie, conflicten met de kerkgenootschappen zoveel mogelijk te vermijden.