1 Notitie, 27 okt. 1941, van Rabl voor Seyss-Inquart (Vu], Abt. Rechtssetzung:
Dam, J. van
Frederiks, K. J.
Gemeentebesturen
Goering, H.
Hooykaas, J. P.
Italië
Rabl, K.O.
Rüstungsinspektion Niederlande
Seyss-Inquart, A.
VO 8V41
leven uitstrekte, werd zij georganiseerd door het onder Hirschfeld ressorterende rijksbureau voor non-ferro metalen dat de nodige centrale magazijnen inrichtte. In die magazijnen zouden uiteindelijk ook de goederen verzameld worden die de burgerij diende in te leveren. Het genoemde rijksbureau had echter niet de outillage om de inleveringsplichtigen op te roepen, te controleren of zij verschenen, na te gaan of de meegebrachte voorwerpen voor inlevering in aanmerking kwamen en de metaalwaarde te vergoeden. En die gehele actie moest in acht weken voltooid zijn! Wie moest zich met de organisatie belasten? De distributiedienst ? Hirschfeld voelde er niets voor. Binnenlandse Zaken kwam hem te hulp. De gemeentelijke bevolkingsregisters waren al enkele maanden bezig met het uitreiken der persoonsbewijzen: daar waren extra krachten voor aangetrokken. De organisator van die uitreiking, J. L. Lentz, hoofd van de rijksinspectie der bevolkingsregisters, verklaarde zich gaarne bereid de metaalinzameling te laten geschieden door het apparaat der bevolkingsregisters. In korte tijd had hij, dag en nacht doorwerkend, de nodige uitvoeringsvoorschriften opgesteld waarin tal van detailkwesties die uit Seyss-Inquarts verordening voortvloeiden, geregeld werden. Men moest vogelkooien inleveren -; maar wàt als er vogels in zaten? Lentz bepaalde dat men de vogelkooien mocht behouden als men vogels hield, maar weer niet wanneer men de koperen of bronzen kooien door ijzeren of hop ten kon vervangen. Lentz bepaalde dat men kleine voorwerpen van koper, nikkel, tin of lood die verzilverd waren (bijvoorbeeld kleine kandelaars, sigarenaanstekers, briefopeners) niet behoefde in te leveren, maar weer wèl presenteerbladen en grote kandelaars. Zo bracht hij tal van verfijningen aan. Hij liet er ook voor zorgen dat vijf-en-dertig museumdeskundigen benoemd werden die ingeleverde voorwerpen eventueel zouden toetsen op hun historische, artistieke of antiquarische waarde. En hij bedacht hoe hij de burgerij moest oproepen. Daartoe liet hij aan de hand van de woningregisters die zich bij de bevolkingsregisters bevonden, de hoofdbewoners van alle woningen schriftelijk oproepen om de artikelen die onder de inleveringsplicht vielen, zelf af te komen geven aan verzamelplaatsen die in elke gemeente ingericht werden (o.m. met weegschalen!). Wij geven een enkel cijfer. De afdeling bevolking, verkiezingen en burgerlijke stand van, de Haagse gemeentesecretarie schreef in korte tijd meer dan 2IO 000 oproepingen uit, zorgde voor 90 verzamelplaatsen en nam meer dan tweehonderd hulpkrachten plus nog honderd deskundigen op metaalgebied in tijdelijke dienst.