Oostelijk front, begin oktober 1941
'Moskou is gevallen'
zou binnenkomen en secretarisgeneraal Schrieke stelde aan zijn ambtgenoten voor dat in dat geval van alle departementsgebouwen gevlagd zou worden.'
De Nederlandse publieke opinie reageerde in september bijzonder labiel. Weer vlogen wilde geruchten door het land: er werden data genoemd, nog in diezelfde maand, waarop Duitsland, naar men met zekerheid wist, zou moeten capituleren; er zou onderhandeld worden over vrede; Goering zou in een concentratiekamp gezet zijn, Goebbels zou zelfmoord hebben gepleegd, Himmler slachtoffer zijn geworden van een aanslag. 'Wie dagelijks ziet en meedraagt het nameloze leed van duizenden ademt verlicht op'
, schreefFrans Goedhart in Het (illegale) Parool, 'als men hem zegt dat generaal Blomberg in Duitsland de leiding van een opstandige beweging op zich genomen heeft, dat de staat van beleg is afgekondigd in München en Berlijn (en) dat Goering gearresteerd is ... Het zoemt door de lucht, het gerucht, en iedereen luistert en iedereen zegt: Walmeer zou het afgelopen zijn? En velen geven antwoord In september is het afgelopen, zeggen zij, in september - in september - in september, en het zoemt door de lucht: in september is het afgelopen. En het is of zich van de ene dag op de andere een aanstekelijk optimisme van de publieke opinie heeft meester gemaakt. De een zegt tegen de ander: 'Het gaat goed, hè?'
En men lacht en men knipoogt en men slaat elkaar op de schouders tot, alweer van de ene dag op de andere, de ommekeer komt en men ineens beseft dat het toch niet zo goed gaat. Dan verandert het jongensachtige optimisme even snel in een defaitisme en wrevelig pessimisme."hebben in de industriegebieden. Er is maar één vergelijking mogelijk, zo zeide hij: 'Rotterdam'
.' (Het Parool, 22 (II sept. 1941), p.
'Kiew gevallen'
, noteerde de schrijfster Henriëtte Mooy medio september,
'het betekent niet dat ze heel Rusland nu zouden hebben; met de kaart voor je, kan je dat toch wel zien, alsje tenminste niet suf-verslagen de vorderingen zit na te staren. Iedereen laat merken moedeloos te zijn, dom, want dan wordt allesnog erger. Ik tom er wel tegen op, maar ik ben zowat de enige, ik ben moe, ik ben kriegel.'
1
Drie weken later:
'Hitler juicht: 'De vijand is al gebroken en nooit zal hij zich meer opheffen'
. De Duitsers juichen mee. Wij niet, integendeel. Iedereen zit diep in de put ... Overal de ellendigste discussiesen ik zie wel dat ik bijna alleen sta met mijn 'de hoop niet opgeven'
. Maar het is van mij misschien meer buitenkant-houding dan juiste-kijk, want wàt weet ik? En toch, tegen allesin, en toch verliest-ie het.' 2
Alle formidabele tegenslagen ten spijt, waren de Russische heersers een gedecideerde centrale leiding blijven geven. Van eind jnni af werden miljoenen dienstplichtigen onder de wapenen geroepen. wel baarde hun transport grote moeilijkheden maar men was toch in staat, telkens nieuwe divisies te formeren die, als de Duitsers dachten: 'Nu zijn we er definitief doorheen!'
, snel-geïmproviseerde posities innamen die zij met toenemende hardnekkigheid verdedigden. Met het verloren gaan van geheel Wit-Rusland en de gehele Oekraïne werd spoedig rekening gehouden. Het vee kon men niet afvoeren maar wèl werd besloten tot de evacuatie van de machinerieën van alle grote industriële bedrijven en electrische centrales. Ook uit het bedreigde Leningrad werden belangrijke industriële bedrijven verplaatst. Versterkt door leden van de communistische partij zwoegden honderdduizenden arbeiders dag en nacht om alles wat men naar het oosten wilde overbrengen, te demonteren en naar gereedstaande goederentreinen over te brengen. Verwarring was onvermijdelijk, menigmaal deden zich op de stations en op de lange trajecten tussen de stations gigantische opstoppingen voor: op een gegeven moment moest men alleen al op de spoorweg die van Moskou naar het zuidoosten leidde, bijna vierhonderd goederentreinen op de
1Henriëtte Mooy:
De evacuatie uit Wit-Rusland slaagde slechts gedeeltelijk, die uit de Oekraïne verliep veel beter. In een enorme en bewonderenswaardige krachtsinspanning zouden in totaal tot eind november meer dan vijftienhonderd grote industriële bedrijven naar het oosten verplaatst worden: ruim tweehonderd naar het gebied van de Wolga, bijna zevenhonderd naar de Oeral, de rest naar Siberië, Kazakstan en Centraal-Azië. Zij zouden voor de industriële productie in die gebieden (die vóór de Duitse invasie al bijna een derde bedragen had van de totale industriële productie) een belangrijke aanvulling vormen. Dat vergde tijd. Primitieve nieuwe fabrieksgebouwen moesten opgetrokken worden, vaak uit hout, er was een groot tekort aan geschoolde arbeiders, vooral aan monteurs (van de arbeiders der geëvacueerde bedrijven had slechts een derde met de evacuatietreinen mee kunnen rijden) en de toevoer van grond- en hulpstoffen liet in het eerste halve jaar van de oorlog veel te wensen over. Het gevolg van dit alles was dat de industriële productie van het gehele land in november gedaald was tot op een derde van het peil van juni; de munitievoorraden raakten op, de nieuwe productie kwam slechts langzaam op gang. Dan was met de door Duitsland bezette gebieden bijna 40% van het graan- en bijna 85% van het suikerbietenareaal verloren gegaan; de rundveestapel was tot drie-vijfde, de varkensstapel tot twee-vijfde gedaald. Grote moeilijkheden voor de voedselvoorziening zouden hieruit voortvloeien. Ondanks dit alles durfden Stalin en de zijnen, naarmate de herfst vorderde, vertrouwen dat zij niet alleen Leningrad maar ook Moskou zouden kunnen behouden.
Het werd een dubbeltje op zijn kant.
Het offensief dat de Duitsers eind september in de richting van Moskou inzetten, zag er zo gevaarlijk uit dat het medio oktober tot verschijnselen van paniek kwam in de Russische hoofdstad; die werden snel bedwongen. Bijna alle departementen en het corps diplomatique werden naar Koeïbisjew aan de Wolga verplaatst; ook uit Moskou werden nu, afgezien nog van universiteiten, wetenschappelijke instituten, bibliotheken, musea en theaters, belangrijke industriële bedrijven naar het oosten geëvacueerd samen met meer dan tweehonderdduizend geschoolde arbeiders. Later in oktober werd een groot deel van de stadsbevolking aan het werk gezet teneinde, evenals bij Leningrad het geval was, alle wegen grondig te versperren en dwars door het terrein verdedigingslinies aan te leggen die een Duitse doorstoot naar de hoofdstad zouden bemoeilijken.
Die doorstoot kwam. Op 22 november bereikte de Duitse voorhoede de buitenwijken
Oostelijk front, begin december
Verdedigen.
De grote aanval was mislukt.
Zou men in '42 de Sowjet-Unie dodelijk kunnen treffen? Hitler kon er slechts op hopen. Eén ding was duidelijk: werd het voor' 41 gestelde doel in '
42 niet bereikt, dan zou Duitsland, tenzij het verdeeldheid kon zaaien in het kamp der tegenstanders, op den duur de Zwei[rontenkrieg verliezen waaraan nu ook, na de Japanse aanval op Pearl Harbor, de Verenigde Staten met inzet van al hun krachten zouden gaan deelnemen. En in het verre Nederland, in Haarlem, maakte een kachelhandelaar (die prompt gearresteerd werd) van zijn etalage één groot sneeuwveld, bezaaid met miniaturen van kapotte wagens, paardenkadavers en soldatenlijken; hij zette een vulkachel in het midden met een steek als van Napoleon er boven op en 'die Passanten', aldus de Sicherheitsdienst, 'verstanden es und [reuten sich.'l