Een eedsaflegging van de SS op Hitler zou, betoogde Mussert, alleen aanvaardbaar zijn indien vast zou staan dat (daar kwam zijn tekst op neer) die SS zijn doelstelling: Nederlands opgaan in een Grootgermaans rijk, zou prijsgeven. 'De voorstellen en eisen mij gedaan ten aanzien van de SS en de Inlichtingendienst der Beweging'
(Mussert wilde niet ongehoorzaam zijn: hij had de CID 'tot nader order'
stilgelegd) 'zijn'
, zo eindigde de nota,