'ter sprake is gekomen de beëdiging van de niet-militaire formatie der SS, nl. de Nederlandse SS, doet zich de vraag voor ofhet juist is daarbij aan te vangen, Mijns inziens verdient het overweging, dat niet SS-malmen, doch dat ik als eerste de eed van trouwafleg aan de Führer aller Germanen ... Gaarne zou ik hierover in een persoonlijk onderhoud het oordeel van de Führer vernemen.' 2