Wat Mussert van Rauter te horen kreeg, ontstelde hem diep. Rauter zei hem namelijk dat Hitler op voorstel van Himmler goedgevonden had dat de leden van de Nederlandse SS een eed op de Führer zouden afleggen, gelijkluidend aan die welke afgelegd was door de Nederlanders die tot de Waffen SS toegetreden waren: 'leh sehwöre Dir, Adolf Hitler, als germanischer Führer Treue und Tapferkeit. leh gelobe Dir und den von Dir bestimmten Vorgesetzten Gehorsam bis in den Tod. Sowahr helfe mir Gott.' Van Himmler had hij vernomen, zei Rauter, dat Mussert met deze eedsaflegging accoord ging. Dat werd door Mussert onmiddellijk en met klem ontkend. Maar Rauter had nog meer noten op zijn zang: niet een door Hitler al goedgekeurd voorstel van de Reiehsführer-SS, maar een wens van deze laatste: de wens namelijk dat de groet 'Houzee'
voor Nederlandse SS'ers opgeheven zou worden en vervangen door een geheel andere groet: 'Heil Hitler.