In juli had Arnold Meyer voor zijn oproep tot vorming van een Nederlands Legioen ter deelneming aan de strijd tegen de Sowjet-Unie nauwelijks weerklank gevonden in eigen rijen; later in die maand en in augustus had hij zich niet zonder kleerscheuren uit die penibele positie losgemaakt. Het aureool van de 'onfeilbare leider'
, dat hij althans .in de ogen van de meeste van zijn volgelingen bezat, was ietwat verbleekt. Zijn beweging ging verlopen. Vele leden staakten alle partij-activiteit, de 'Kamers'
die Meyer in het leven geroepen had, kwamen nauwelijks meer bijeen en als zij dat wèl deden, schitterden de meeste leden door afwezigheid.