In het algemeen had men bij die Uniekringen er naar gestreefd (bij de plaatselijke raden was trouwens hetzelfde geschied), ze zo verscheiden mogelijk van samenstelling te maken: de Unie wilde breken met de 'hokjesgeest' die, in veel opzichten, de vooroorlogse Nederlandse samenleving gekenmerkt had; zij wilde bovendien de socialetegenstellingen' overwinnen' en beschouwde het als een eerste stap daartoe wanneer personen, uit verschillende maatschappelijke groepen afkomstig, begrip kregen voor elkaars problemen. Dit streven was een voortzetting van hetgeen Homan met de Groninger Gemeenschap begonnen was; het sloot ook aan bij andere vooroorlogse pogingen om de Nederlandse 'verzuiling' te doorbreken; het was, in het maatschappelijk vlak, in overeenstemming met de corporatieve denkbeelden die in katholieke kring waren gaan leven, ook bij de Quay, en het kwam tegemoet aan Einthovens hartgrondige afkeer van het 'gekonkel' der politieke partijen welker positieve arbeid deze autoritair denkende, ongeduldige man nagenoeg geheel ontgaan was. Gedrieën wensten zij een 'nieuw Nederland' te zien ontstaan en in het weekblad De Unie waren van meet af aan artikelen verschenen waarin richtlijnen aangegeven werden voor de opbouw van dat 'nieuwe land'. Men had zich daarmee een ambitieus doel gesteld waarvan de concretisering bijzonder moeilijk bleek te zijn. Ten dele hing dat samen met het feit dat in het hogere kader van de Unie en vooral ook op het Haagse Algemeen Secretariaat vogels van zeer diverse pluimage bijeen zaten. Er was aan discussiesen plannen geen gebrek. zelfs werd 'in overleg en samenspraak met de leiding van de Nederlandse Unie'1 door het lid Max van Poll, een vooraanstaande figuur in de RoomsKatholieke Staatspartij, sinds' 29 lid van de Tweede Kamer, een gloednieuwe Grondwet ontworpen die van de parlementaire demoeratie zoals zij zich in Nederland ontwikkeld had, niet veel heel Iiet-; het ontwerp kwam in
Einrhoven, L., tLinthorst Homan, J.Nederlandse UniePoll, M. J. M. vanQuay, J. E. deDe UnieVRIJ BAAN VOOR DE NSB!september '41 gereed maar bleef in een la liggen. Wèl verspreid werd in september een ander stuk, 'Grondslagen van de Nederlandse Unie' geheten. De Brouwer, de man van 'Brabantia Nostra' had er een eerste concept voor gemaakt dat' als te veel zwemend naar fascisme' verworpen was; verworpen als 'te behoudzuchtig' was ook een tweede concept van de 'hand van de adviseur van het Driemanschap, Tj. Krol, een van de voormannen van de Christelijk-Historische Unie; aanvaard was tenslotte een derde concept, opgesteld door mr. E. M. J. A. Sassen, lid van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, ds. H. G. Moll van Charante, predikant te Vught, en dr. van der Wielen, leider van het scholingswerk der Unie. Op dit stuk, 'Grondslagen van de Nederlandse Unie', volgde nog een vijftal andere waarvan er één gewijd was aan 'De corporatieve orde'.1 Het lijkt ons voldoende dat wij alleen op het eerste wat dieper ingaan, juist omdat er zo intensief beraad aan vooraf is gegaan en omdat men het als een synthese mag zien van de denkbeelden die bij de leiding der Unie leefden.