Als oplossing werd gezien dat de samenleving meer organisch ingericht ' zou worden. Tegen 'het anorganische, massa-atomisme' stelde de Unie '
het organische gemeenschapspersonalisme als levensvorm en levensinhoud voor de mens'. Daarbij behield het individu overigens een 'zelfstandige verantwoordelijkheid'
die door zekere rechten gewaarborgd moest worden: in de eerste plaats de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing en de 'vrijheid om de kinderen in diezelfde godsdienst en levensbeschouwing op te voeden en te laten opvoeden; in de tweede plaats de vrije keuze vanTeksten inUnie,a.
Brouwer, J. de
Krol, Tj.
Moll van Charante, H. G.
Nederlandse Unie
Sassen, E. M. J. A.
Wielen, H. G. W. van der
GRONDSLAGEN VAN DE NEDERLANDSE UNIElevensstaat en van beroep, en het persoonlijk bezit. De politieke rechten werden niet gespecificeerd aangegeven; wel werd 'de aanwezigheid van een gezonde Volksinvloed'
bepleit maar hoe die aanwezigheid zich positief manifesteren zou, werd in het midden gelaten; negatief werd slechts opgemerkt: 'In de fouten der vroegere parlementaire demoeratie mag tot geen prijs vervallen worden. Gezond is geen volksinvloed die de eendracht in de V olksgemeenschap zou ondermijnen. '1