Gelijk gezegd: die werkzaamheid had, voor zover zij uitscholing bestond, betrekking op de toekomst. Maar het zou toch (al ontbreekt te dien aanzien elk documentatiemateriaal) van weinig voorstellingsvermogen getuigen indien men er van uitging dat in die duizenden Uniekringen over niets anders gesproken werd dan over vraagstukken als het vooroorlogse partijwezen, de corporatieve ordening en de positie van de landbouwer in de Nederlandse samenleving. Wij zouden ons zelfs kunnen indenken dat de discussies over dit soort problemen voor talrijke deelnemers aan de Uniekringen niet meer dan een aanleiding vormden om elkaar weer te ontmoeten. Men was in zulk een Uniekring in klein gezelschap bijeen; men voelde zich gemeenschappelijk door de vijand belaagd; men had elkaar leren kennen; men durfde vrijuit spreken, en het wilons voorkomen dat de vraag of de Duitsers Moskou zouden bereiken, de jongste bijzonderheden over het optreden der NSB'ers en het protest van het Episcopaat tegen de gelijkschakeling van de katholieke vakcentrale de leden van de Uniekringen in september'
41 veel meer bezig hielden dan de ontvangen 'Grondslagen van de Nederlandse Unie'
.