Met illegale organisaties kreeg, zoals wij in ons vorige deel vermeldden, Einthoven al in een vroeg stadium contact. Daarbij ergerde hij zich vaak aan de lichtvaardigheid waarmee door hen opgetreden werd. Wanneer wij van enkele besprekingen afzien die hij in de herfst van '40 in Rotterdam voerde ter voorbereiding van een naoorlogse ordehandhaving (dit lag in de sfeer van de Ordedienst), willen wij ten aanzien van hem vermelden dat hij, volgens een in april '46 door hem geschreven memorandum, in juni '41, toen hij zich in Breukelen teruggetrokken had, in contact kwam met luitenant Erkens die aan het hoofd stond van een spionage-organisatie met verbindingen via België."
Omstreeks diezelfde tijd verleende Einthoven medewerking aan de papiervoorziening en de samenstelling van het illegale blad Bulletin dat in Maartensdijk vervaardigd werd door de gebroeders V oûte die bij de Unie aangesloten waren. Via een van de Voûte's gafhij nummers van Het Parool naar de belangrijkste Uniefunctionaris in West-Friesland door.