1 Rondschrijven, 14 aug. 1941, van het Driemanschap aan de gewestelijke en stedelijke commissarissen en aan de plaatselijke en districtssecretarissen (collectieH: Roelfsema). 2 Bij het gebruik van de termen 'tegenwerking en wanbegrip'
zal het Driemanschap wel in de eerste plaats gedacht hebben aan de kritiek die door voormannen van de democratische politieke partijen ·alsmede in illegale bladen van socialistische en liberale signatuur geuit was. Het Parool van 23 augustus '41 (no. 20) bevatte ook weer een scherp artikel tegen het Driemanschap waarvan de conclusie: 'Zo gaat het met deze heren van kwaad tot erger'
, althans wat de relatie met de bezetter betreft, weerlegd wordt door het beleid dat. het Driemanschap sinds eind juni gevolgd had. "In het gestencilde stuk staat i.p.v. 'Nederland'
: 'het'
; wij nemen aan dat dit een typefout is. 4 Rondschrijven, az juli 1941, van het Driemanschap aan de gewestelijke en stedelijke commissarissen en de plaatselijke en districtssecretarissen (Ned. Unie, I a). 20
Einrhoven, L., t
Linthorst Homan, J.
Quay, J. E. de
Roelfsema, H.
doeld voor een situatie waarin Duitsland de oorlog zou hebben verloren. Meer en meer ging de Unie zich mentaal op die toekomst instellen. Dat geschiedde met name in de Z.g. Uniekringen - kleine gespreksgroepen waarin althans een deel van de leden der Unie periodiek, als regel eens in de veertien dagen, bijeenkwam.