Als liedje tegen de NSB werd 'Op de hoek van de straat'
het populairst. Het knoopte bij het feit aan dat Volk en Vaderland voor zes cent te koop was: 'Op de hoek van de straat staat een Ennesbeeƫr. 't Is geen man, 't is geen vrouw, maar een ras-plebejer. Met een krant in zijn hand staat hij daar te venten, hij verkoopt zijn vaderland voor zes losse centen.' werden'
, aldus de eigenaar, 'opgenomen en als door waanzinnigen midden tussen en naar de aanwezige bezoekers geworpen. Dat alles had plaats zonder zelfs vrouwen, meisjes of kinderen te ontzien ... Het was in minder dan geen tijd een formele veldslag in mijn zaak, met alle gevolgen van dien. Tafels, stoelen, glaswerk, lampen, kledingstukken enz. vlogen over en tussen wegvluchtende mensen door, verschillende personen vielen, een deur werd ingetrapt, vrouwen en meisjes lagen bekneld op de grond ... Na het eind der, laten wij het noemen 'vechtpartij'
, schreeuwde de aanvoerder 'Stilte!'
en hield toen een toespraak tot alle nog aanwezigen waarbij hij o.a. nog het volgende of iets van dezelfde strekking oreerde: 'Ziezo, hier wordt niet meer gelachen. Laat dit genoeg zijn. Nu loopt het nog zo af, maar als we hier weer komen, dan vallen er doden, want als jullie de kans kregen, vermoordde je ons ook' ... Toen ik mij op het laatste moment tot een der vertrekkende NSB'ers wendde met de vraag hoe het moest met de veroorzaakte schade, kreeg ik sarcastisch ten antwoord: 'Dat haal je maar bij de Unie.' '
(brief, 2 jan. 1942, van de eigenaar van 'Ober-Bayern'
aan de hoofde. van politie, Den Haag, NSB, 713).