Wat betekende dat? Niet meer of minder dan dat de hervormde kerk zich zou moeten neerleggen bij een bevel van een eventuele regering-Mussert om de voorbede voor koningin Wilhelmina te schrappen uit de dienst! Men kan zich Gravemeyers reactie indenken. Trouwens, ook voor anderen was dit advies onaanvaardbaar. Het werd noch door 'Kerkelijk Overleg'
, noch door de Algemene Synodale Commissie goedgekeurd en dus ook niet doorgegeven aan de predikanten. Medio januari '41 ontvingen die predikanten wèl een geheel ander advies. Er werden toen namelijk in alle delen des lands buitengewone classicale vergaderingen gehouden. Daar kwam een oproep tot kerkelijke vernieuwing ter sprake die door een tweede werkgroep, 'Gemeente-opbouw'
, opgesteld was, maar ook werden er richtlijnen voor de prediking ter discussie gesteld die van een derde werkgroep, 'Kerk en Prediking'
, afkomstig. waren. Bij die richtlijnen nu, ontvingen alle predikanten een kanselgebed dat een verkorte bewerking was van het oude 'Gebed voor alle nood der Christenheid'
, en in dat kanselgebed kwamen de volgende passages voor: 'Wij bidd~n U ook voor de wereldlijke regering, voor alle koningen, vorsten en heren. Maar inzonderheid bidden wij U voor de koningin die Gij over ons gesteld hebt, en voor de bezettende macht die Gij over ons hebt toegelaten' ('toegelaten'
, anders gezegd: die bezettende macht hoort hier eigenlijk niet thuis). 'Geef'
, zo vervolgde het gebed, 'dat hunlieder bestuur daartoe gericht zij dat de Koning aller Koningen over overheden en onderdanen regeren moge en het rijk des duivels dat een rijk is van alle schandelijkheden en ongerechtigheden, mede door hen als Uw dienaars hoe langer hoe meer verstoord en teniet gemaakt worde en dat wij onder hen een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. Wij bidden U ook voor al onze medebroeders die vervolging lijden. Geefhun troost in hun lijden, dat zij zulks uit Uw vaderlijke hand aannemen en daarin standvastig blijven, hetzij in leven of in sterven.'
>