Eer de vier-en-twintig uur om waren, greep van Dams departement in. Het in Arnhem woonachtige anti-revolutionaire oud-Kamerlid H. J. W. A. Meijerink had er Noordijk van weten te overtuigen dat de Beaujtragte in Arnhem ver zijn boekje te buiten gegaan was. Noordijk deed de Sicherheits polizei telefonisch weten dat hij de zaak overnam. Was hiermee de ergste crisis bezworen, het feit bleef bestaan dat bestuur, leerkrachten en ouders over het algemeen in een treffende solidariteit stand gehouden hadden."