Deze gang van zaken betekende dat de genoemde schildersverenigingen zich bij hun verdere activiteiten aan de richtlijnen van de Kultuurkamer hielden. Trouwens, Jaap Colnot, penningmeester van 'Arti et Amicitiae'
, werd tot hoofd van de vakgroep schilders van het Gilde voor Bouwkunst" Beeldende Kunsten en Kunstnijverheid benoemd. De steunverlening aan de Joodse weduwen en-wezen werd gestaakt en in september' 43 werd in een notitie van het departement van volksvoorlichting en'
kunsten opgemerkt dat het bestuur van 'Arti et Amicitiae'
'steeds uitgemunt heeft door de meest loyale houding tegenover de Kultuurkamer.P