1 A.v. (mededeling van B. Groeneveld).
Arnoldi. K .
Bouber, H.
Fonds voor Bijzondere Noden
Groeneveld, B.
Jong, J. de (aarrsbisschop)
Laseur, C.; 5
Meester, J. de
Nederlandse Kultuurkamer
Oosthoek, B.
Verbeek, D.
Laseur ('Het Centraal Toneel'
) en van der Lugt Melsert ('Het Nederlands Toneel'
) kwamen van hun toezeggingen, zich niet bij de Kultuurkamer te zullen aanmelden, terug. Laseur oefende evenwel geen enkele pressie op de leden van zijn gezelschap uit en hield, vermoedelijk op of kort na de fatale rode februari, voor het doek een toespraak, 'waarin hij'
, aldus een aanwezige, 'op zulk een openlijke wijze met de bezetter de draak stak dat het mij ten hoogste verwonderde, hem daarna nog op vrije voeten te zien rondlopen.'!
Het enige gezelschap waar wèl duidelijke pressie op de leden uitgeoefend werd, was 'Het Nederlands Toneel'
van Cor van der Lugt Melsert. Nadat deze samen met de directeur van het Amsterdams theaterbedrijf H. D. van Dellen, en de intendant van de opera, mr. Johannes den Hertog, bij Bergfeld geweest was, hield van Dellen nog diezelfde dag, 16 februari, tot allen die bij het theaterbedrijf in dienst waren, een toespraak waarin hij de dreigementen van Bergfeld zorgvuldig overbracht, meedeelde dat geen enkele toneelspeler plotseling zijn beroep mocht neerleggen en eindigde met te zeggen, 'dat de Rijkscommissaris de Nederlandse Kultuurkamer uitsluitend in het leven heeft geroepen als een beroepsorganisatie, een organisatie ter bescherming van de belangen harer beoefenaren."